<Resultaat 874 van 2616

>

p1
Geloofd zij Jesus Christus
Wel Eerweerde Heer,

Met dezen brief stuur ik U eenige papieren, die weinig of geen nieuws voor U zullen bevatten, maar misschien toch niet geheel nutteloos zullen zijn. Ze zien er maar vies uit, dboch laat mij dat in eenige woorden uitleggen. Wat ik deed is wel verwaand en vermetel van mij; doch ik wil rechtuit biechten en de schaamte als eene zalige penitentie dragen.

Verleden jaar schreef een West-Vlaming "Willem" een artikel[1] in "De Student"[2] over het aanteekenen en opzoeken van gewestwoorden, spreuken, enz.[3] Daarop was ik aan 't zoeken gegaan, en hier is mijne vonst op het papier geschreven, lijk ik het meende op te sturen naar het bureel van "De Student." Eerst had ik de woorden en uitdrukkingen zoo maar achtereen opgeteekend, maar dat scheen me toch zoo droevig droog, dat ik besloot er wat uitweiding bij te doen. Ik zou geerne het een en het ander woord verklaard hebben, ja maar p2+dat ging niet van der hand. In de bibliotheek van 't Seminarie hebben wij enkel Kiliaen en in 't stad wist ik geen ander werken te krijgen. Ik zocht dan in Kiliaen en gaf het lijk ik vond. Ik was, rechtuit gezegd, al blij over mijn werk, en ging het opsturen, toen mij "Loquela" waar ik zooveel goeds van gehoord had, in de hand viel. Veel genoegen vond ik daar in, maar ook eene groote les: ik zag dat er heel wat anders van doen is dan Kiliaen uit te schrijven, om over woorden en wendingen te spreken. Beschaamd dat ik mij met iets had willen bemoeien, waar ik niets, neen, nu zie ik het, niets van ken, en dat ik zoo valsche begrippen bij anderen ging opwekken, meende ik mijn papier kapot te scheuren. Maar dat deed ik gelijk ook niet geerne: ik had er zoo lang aan gewerkt! Na peinzen en herpeinzen zei ik mij dees: ik zal alles naar "Loquela" sturen, alles lijk het daar gaat en staat. Ginder zullen ze zeker hertelijk lachen met mijne vermetele en verwaande bemoeiingen, maar dat heb ik verdiend. Misschien toch zullen zij nog watp3+overhebben voor mijnen goeden wil, en dan..! En dan, dacht ik er hopend bij, dan zal men ginder wel zoo goed zijn, mij op den rechten weg te zetten, mij te zeggen wat ik doen moet om mijn Vlaamsch, mijn lief Vlaamsch te leeren.

Ja, Eerweerde Heer, dit durf ik U vragen, en zoo gij tijd hebt, gun mij dan, bid ik U, een antwoord: Wat moet ik doen om mijn Vlaamsch als taal te leeren. Hoe moet ik beginnen, en op welken voet zal ik voortgaan? Ik wil mijne taal leeren en geene moeilijkheid zal mij daarvoor te groot zijn: help mij een handje met uwe geleerde ondervinding en dankbaar blijf ik U altijd.

Wil mij ook opschrijven voor "Loquela", en als er nog zijn stuur mij dan de twee eerste jaargangen ook, niet naar 't Seminarie, want dat zou niets gekort zijn, maar op de volgende thuisrichting:

Hendrik van Hammée, Smid,
Keizerstraat, 13
(stad) Mechelen.p4+Daar zal ik iedere aflevering wel krijgen en ze binnengesmokkeld op zijn beste ten nutte stellen.[4]

Vergeef mij, Eerweerde Heer, mijn stout schrijven en geloof mij

Uwen verkleefden dienaar in Christo.
Gustaaf Janssens,
student in 't Groot Seminarie Mechelen.
Mechelen, 18 Juli 1883.

Noten

[1] In het artikel spoort Willem (Alfons Van Hee) de lezer aan om te participeren in het verzamelen van nog niet opgetekende woorden. Hij wijst hierbij op het feit dat in West-Vlaanderen al zoveel verzameld is en gepubliceerd wordt, terwijl andere streken achterlopen. Vervolgens zet hij puntsgewijs een programma uit voor wie wil participeren. Hij verlangt dat men niet enkel woorden, maar ook gezegden, verhalen, liederen, oude gebruiken en tradities verzameld. Daarnaast zet hij de lezer ook aan om in lokale parochiale archieven op zoek te gaan naar geschiedkundige info. Ten slotte stelt hij voor om op uitstap te gaan en de interieurs van kerken te documenteren. Wie het meeste verzameld heeft krijgt een taalkundige prijs zoals enkele jaargangen van De Vlaamsche Vlagge. De resultaten zullen dan gepubliceerd worden in De Student of een ander blad.

In: Willem (Alfons Van Hee), Een programma. In: De Student: 3 (Kerstmisverlof 1882) 1, p.21-24.

[2] De Student was een invloedrijk studententijdschrift dat verscheen tussen 1881 en 1930. Het werd opgericht door Frans Drijvers en Gustaaf Janssens met als doel het gedachtegoed van de katholieke Vlaamse studentenbeweging te verspreiden en het pleitten voor cultuurflamingantisme. Het blad vond voornamelijk succes in het aartsbisdom Mechelen, maar verspreide zich ook naar Brussel en Leuven. Ook Gezelle maakte deel uit van de abonnees.
[3] Dit wordt vermeld in de inleiding van rubriek Uit het Volk. In: De Student: 4 (1883) 1, p.22.
[4] De bisschoppen waren er niet over te spreken dat leerlingen van de kleinseminaries en seminaristen uit de seminaries meewerkten aan kranten en tijdschriften, omdat dit hen van hun studies afleidde. Mgr. Faict stond hier zeker afwijzend tegenover en gaf hierover duidelijke instructies. (Zie:

L. Gevers, Bewogen jeugd. Vlaanderen 1830-1895. Leuven: Davidsfonds, 1987, p.88-91. Over De Student, zie datzelfde boek, p.133-136).

Register

Correspondenten - personen

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamJanssens, Gustaaf Hendrik Jozef
Datums° Mechelen, 23/08/1858 - ✝ Brussel, 30/04/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; auteur; redacteur
BioGustaaf Janssens deed zijn middelbare studies aan het Sint-Romboutscollege te Mechelen, waar hij o.m. les kreeg van Jan Bols. In 1876-77 was hij er medestichter van de ‘jonge Kerelsgilde’ die zich bezighield met letterkundige oefeningen in de volkstaal; ze werd een onderafdeling van ‘De jonge taalvrienden’ van het kleinseminarie van Mechelen. Samen met enkele medeleerlingen probeerde hij de katholieke Vlaamse studenten te groeperen, wat zou leiden tot het in 1890 opgerichte Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS). Als filosofiestudent aan het kleinseminarie van Mechelen (1878-1880) was hij medeoprichter en redacteur van de studentenalmanak "Driesken de Nijper". Dit was de voorloper van "De Student. Tijdschrift voor het Vlaamsche Studentenvolk" (1881-1930), dat hij samen met Frans Drijvers oprichtte tijdens zijn studies aan het Groot Seminarie van Mechelen. Als redactielid van "De Student" schreef hij zelf weinig artikelen, maar nam hij het zakelijke beheer van het tijdschrift op zich. Hij voerde de onderhandelingen met de drukker, beheerde de administratie van de abonnees en was verantwoordelijk voor de financiële afhandeling en overige bureautaken. Hij betrok ook Guido Gezelle bij het tijdschrift via de taalkundige rubriek ‘vindekoorn’. Ondertussen sprokkelde hij ook woorden voor Gezelles taalkundig tijdschrift “Loquela”. Janssens werd op 7 jun 1884 tot priester gewijd en op 8 juni vierde hij zijn eerste mis. Op 13 april 1884 begon hij als leraar aan het Sint-Aloysiuscollege van Geel, waar hij onder andere lesgaf in "Vlaams". Voor de invulling van deze lessen vroeg hij advies aan Guido Gezelle. Hij bleef er lesgeven tot 14 oktober 1890 en stond er bekend om zijn Vlaamsgezindheid. In 1890 en 1898 werd hij respectievelijk diocesaan inspecteur en hoofdinspecteur van het lager onderwijs. Hij overleed in Brussel op 30 april 1902.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter; studentenbeweging

Briefschrijver

NaamJanssens, Gustaaf Hendrik Jozef
Datums° Mechelen, 23/08/1858 - ✝ Brussel, 30/04/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; auteur; redacteur
BioGustaaf Janssens deed zijn middelbare studies aan het Sint-Romboutscollege te Mechelen, waar hij o.m. les kreeg van Jan Bols. In 1876-77 was hij er medestichter van de ‘jonge Kerelsgilde’ die zich bezighield met letterkundige oefeningen in de volkstaal; ze werd een onderafdeling van ‘De jonge taalvrienden’ van het kleinseminarie van Mechelen. Samen met enkele medeleerlingen probeerde hij de katholieke Vlaamse studenten te groeperen, wat zou leiden tot het in 1890 opgerichte Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS). Als filosofiestudent aan het kleinseminarie van Mechelen (1878-1880) was hij medeoprichter en redacteur van de studentenalmanak "Driesken de Nijper". Dit was de voorloper van "De Student. Tijdschrift voor het Vlaamsche Studentenvolk" (1881-1930), dat hij samen met Frans Drijvers oprichtte tijdens zijn studies aan het Groot Seminarie van Mechelen. Als redactielid van "De Student" schreef hij zelf weinig artikelen, maar nam hij het zakelijke beheer van het tijdschrift op zich. Hij voerde de onderhandelingen met de drukker, beheerde de administratie van de abonnees en was verantwoordelijk voor de financiële afhandeling en overige bureautaken. Hij betrok ook Guido Gezelle bij het tijdschrift via de taalkundige rubriek ‘vindekoorn’. Ondertussen sprokkelde hij ook woorden voor Gezelles taalkundig tijdschrift “Loquela”. Janssens werd op 7 jun 1884 tot priester gewijd en op 8 juni vierde hij zijn eerste mis. Op 13 april 1884 begon hij als leraar aan het Sint-Aloysiuscollege van Geel, waar hij onder andere lesgaf in "Vlaams". Voor de invulling van deze lessen vroeg hij advies aan Guido Gezelle. Hij bleef er lesgeven tot 14 oktober 1890 en stond er bekend om zijn Vlaamsgezindheid. In 1890 en 1898 werd hij respectievelijk diocesaan inspecteur en hoofdinspecteur van het lager onderwijs. Hij overleed in Brussel op 30 april 1902.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter; studentenbeweging

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamMechelen
GemeenteMechelen

Naam - persoon

NaamJanssens, Gustaaf Hendrik Jozef
Datums° Mechelen, 23/08/1858 - ✝ Brussel, 30/04/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; auteur; redacteur
BioGustaaf Janssens deed zijn middelbare studies aan het Sint-Romboutscollege te Mechelen, waar hij o.m. les kreeg van Jan Bols. In 1876-77 was hij er medestichter van de ‘jonge Kerelsgilde’ die zich bezighield met letterkundige oefeningen in de volkstaal; ze werd een onderafdeling van ‘De jonge taalvrienden’ van het kleinseminarie van Mechelen. Samen met enkele medeleerlingen probeerde hij de katholieke Vlaamse studenten te groeperen, wat zou leiden tot het in 1890 opgerichte Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS). Als filosofiestudent aan het kleinseminarie van Mechelen (1878-1880) was hij medeoprichter en redacteur van de studentenalmanak "Driesken de Nijper". Dit was de voorloper van "De Student. Tijdschrift voor het Vlaamsche Studentenvolk" (1881-1930), dat hij samen met Frans Drijvers oprichtte tijdens zijn studies aan het Groot Seminarie van Mechelen. Als redactielid van "De Student" schreef hij zelf weinig artikelen, maar nam hij het zakelijke beheer van het tijdschrift op zich. Hij voerde de onderhandelingen met de drukker, beheerde de administratie van de abonnees en was verantwoordelijk voor de financiële afhandeling en overige bureautaken. Hij betrok ook Guido Gezelle bij het tijdschrift via de taalkundige rubriek ‘vindekoorn’. Ondertussen sprokkelde hij ook woorden voor Gezelles taalkundig tijdschrift “Loquela”. Janssens werd op 7 jun 1884 tot priester gewijd en op 8 juni vierde hij zijn eerste mis. Op 13 april 1884 begon hij als leraar aan het Sint-Aloysiuscollege van Geel, waar hij onder andere lesgaf in "Vlaams". Voor de invulling van deze lessen vroeg hij advies aan Guido Gezelle. Hij bleef er lesgeven tot 14 oktober 1890 en stond er bekend om zijn Vlaamsgezindheid. In 1890 en 1898 werd hij respectievelijk diocesaan inspecteur en hoofdinspecteur van het lager onderwijs. Hij overleed in Brussel op 30 april 1902.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter; studentenbeweging
NaamVan Hee, Alfons; Willem
Datums° Lo, 03/04/1846 - ✝ Moere, 28/05/1903
GeslachtMannelijk
Beroeppriester, leraar, coadjutor; onderpastoor; pastoor; redacteur, auteur
BioAlfons Vanhee was oud-leerling van het kleinseminarie van Roeselare. Hij was er voorzitter van de Lettergilde. Hij ontving zijn priesterwijding op 07/06/1873. Hij werd op 26/09/1873 zelf leraar aan het kleinseminarie. Wegens zijn Vlaamsgezinde houding werd hij door Superior Delbaere ontslagen. Vervolgens was hij coadjutor van pastoor Ghyselen te Alveringem (17/03/1876); onderpastoor te Wijtschate (07/08/1876) en te Langemark (23/09/1885) en pastoor te Moere (24/02/1900). Hij was lid van de Swighende Eede, een geheim genootschap van Vlaamsgezinde vrienden opgericht door Hugo Verriest. Hij was schrijver van blijspelen o.a. Het Testament, Boerenkrakeel. Hij schreef talrijke bijdragen in het West-Vlaamsch Idioticon van De Bo, Loquela, De Vlaamsche Vlagge, De Student en Nieuwe Tijd, maar werd vooral bekend door de oprichting van 't Manneke uit de Mane, een West-Vlaamse Volksalmanak. In de Vlaamsche Vlagge en De Student publiceerde hij onder het psuedoniem Willem. Guido Gezelle stuurde hem het gedichtje Uw mes hebt gij naar aanleiding van een maaltijd die Van Hee bij Gezelle genoot.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; medewerker Loquela; medewerker Biekorf; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; gelegenheidsgedicht
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
Naamvan Hammée, Hendrik Jan
Datums° Mechelen, 02/12/1858 - ✝ Mechelen, 27/02/1921
GeslachtMannelijk
Beroepsmid; paswerker
BioHendrik Jan Van Hammée werd geboren op 2 december 1858 in Mechelen als zoon van Jan Baptist Van Hammée en Marie Kiebooms. Hij werkte als smid en paswerker. Op 29 juli 1879 trad hij in het huwelijk met Marie Françoise Henriette Melanie Janssens (Mechelen 19/01/1856-26/04/1940). Via dit huwelijk was hij de schoonbroer van Gustaaf Janssens. Gustaaf liet Gezelles tijdschrift Loquela bij zijn schoonbroer toekomen en niet aan het Groot Seminarie van Mechelen waar hij studeerde. Hendrik Jan Van Hammée overleed op 27 februari 1921 in Mechelen.
BronnenGeneanet

Naam - plaats

NaamMechelen
GemeenteMechelen

Naam - instituut/vereniging

NaamGrootseminarie Mechelen
BeschrijvingHet Grootseminarie Mechelen werd in 1595 opgericht door aartsbisschop Mathias Hovius in het voormalige Standonckcollege, naar aanleiding van het Concilie van Trente. In 1746 begon de bouw van een nieuw seminarie. Doorheen de jaren kende het seminarie verschillende periodes van sluiting en heropening, onder meer tijdens het bewind van Jozef II en de Franse Revolutie. In 1830 kon de priesteropleiding definitief herstarten. Gedurende de 20e eeuw werden seminaristen onder meer getraind voor militaire dienst en vonden er meerdere herstructureringen plaats. In 1970 werd het Grootseminarie van Mechelen gesloten en verhuisden de opleidingen naar Leuven en later ook naar Brussel. In 1995 werd het seminarie tijdelijk heropend als Theologicum, maar door een gebrek aan seminaristen werd het in 2006 volledig geïntegreerd in het Johannes XXIII-seminarie te Leuven.
Datering1595-2006
Links[odis]

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelLoquela
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelEtymologicum Teutonicae linguae sive dictionarium Teutonico-Latinum
AuteurKiliaan, Cornelis; van Hasselt, Gerard
Datum1777
PlaatsTraiecti Batavorum
UitgeverDe Meyere
TitelDe Student: tijdschrift voor het Vlaamsch Studentenvolk (periodiek)
AuteurJanssen, Gustaaf; Laporta, August (red.) e.a
Datum1881-1930
PlaatsLeuven; Lier; Brussel; Laken
Uitgever[s.n.]
Links[odis]

Titel18/07/1883, Mechelen, Gustaaf Hendrik Jozef Janssens aan [Guido Gezelle]
EditeurJoppe Werbrouck; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2025
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenJoppe Werbrouck; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen, Janssens Gustaaf Hendrik Jozef aan Gezelle Guido, Mechelen (Mechelen), 18/07/1883 . In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. 2025 Available from World Wide Web: link .
VerzenderJanssens, Gustaaf Hendrik Jozef
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum18/07/1883
VerzendingsplaatsMechelen (Mechelen)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 210x135
wit, vierkant geruit
papiersoort: 4 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden briefpapier: kruisteken binnen een cirkel met bijhorende spreuk: Geloofd zij Jesus Christus
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5347
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11656
Inhoud
IncipitMet dezen brief stuur ik U eenige papieren,
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.