<Resultaat 787 van 2306

>

p1
3 Upper Gloucester Place

Reverend & dear Father,

I have only just time for a few lines to say that I have not been unmindful of your request, but it is difficult among our numerous publications to select one suitable for your purpose[1] All the daily papers would be open to the same objection as the Times, with the further disadvantage of the English of some not being of the best - the Register[2] our other Catholic paper is much less heavyp2than the Tablet, but the interest is local & hardly likely to attract your pupils - Each trade has its own paper, some such as the Builder & Architect & British Mechanic are very good, but then they again would not be interesting to all, and the mass of trade advertisements greatly increases the weight -

Chambers Journal & All the Year Round are weekly papers well written & much read, but I see they have increased the stories which may be an objection, but as you know in publications of that class they would sure to be moral - I also send you a number of Pall Mall Budget which is thep3weekly resumé of a daily paper. Much read even by Catholics - it is rather the organ of the intellectual & fashionable "isms" but not very objectionably so, I have marked with a cross one article which will tell you what I mean, the two others I think you would find very entertaining for your class if you could afford the subscription, perhaps you would find the Illustrated all you could wish, it is well written the "Echos" are by G.A. Sala who has a great taste for hunting up words & the novelettes are good, - the illustrations would be a help to beginners and there is nothing in the principles of the paper that could offend any one seriously - If none of these willp4do, send me a line and I will try and hunt up something else - We are just in the midst of our moving, we hope to be in our own home on Tuesday so I must ask you to excuse haste & bad writing -

Please remember me in your good prayers,
Believe me, Yours very sincerely,
Emily. J. Berry -

Noten

[1] In opdracht van het Davidsfonds gaf Guido Gezelle gratis Engelse les in Kortrijk in Café des Arcades. Hij zocht Engelse publicaties om te gebruiken tijdens deze Engelse lessen.
[2] The Weekly Register werd in 1855 opgericht onder de naam ‘Weekly Register and Catholic Standard’. Het was een ‘threepenny paper’, bedoeld als een volkser en goedkoper alternatief voor de katholieke bladen The Catholic Times en vooral The Tablet. Het was eenvoudiger geschreven en kwam daardoor meer in aanmerking voor Vlamingen die Engels wilden leren. Later, onder redactie van Charles Kent en vervolgens van Wilfrid Meynell, kreeg het een duidelijke literaire kwaliteit. Hoewel het enig succes kende, kon het uiteindelijk niet op tegen de gevestigde bladen en hield het op te bestaan in 1902.

Register

Correspondenten

NaamMartin, Emily Jane; Berry, Emily Jane
Datums° Londen, ca 1844 - ✝ Londen, 07/01/1886
GeslachtVrouwelijk
Beroeprentenier
VerblijfplaatsEngeland
BioEmily Jane Berry werd geboren als Emily Jane Martin. Ze werd rond 1844 in St. Pancras, Londen geboren als tweede dochter van Thomas Martin (Londen, 1805 – Londen, 1866) en de Belgische Nathalie d’Hondt d’Arcy (Gent, 1807 – Londen, 1887). Thomas Martin en Nathalie d’Hondt d’Arcy huwden op 16 september 1837 in de Old Church, St. Pancras, Londen. Emily’s moeder was de dochter van de Gentse landbouwdeskundige Jakob Emmanuel d’Hondt d’Arcy (Sleidinge, 1772 – Gent, 1818) die verschillende studiereizen naar Engeland ondernam. De vader van Emily Jane was in Londen eigenaar van huizen en kamers die hij verhuurde. Emily had nog een oudere zus Sophia (geboren ca. 1839 in Londen) en twee broers George (geboren ca. 1842 in Londen) en Augustine (Londen, ca. 1849 – Londen, 1879). Met de census van 1851 woonde een Belgische meid Sophia Delrue bij het gezin in. Met de census van 1861 was een Belgische doctor in de rechten op bezoek. Bij de geboorte van Emily woonde het gezin in North Place, St. Pancras, Londen. Later verhuisde het gezin naar Argyll Street, Westminster, Londen. Thomas Martin zette zich in voor het onderwijs van arme katholieke kinderen. Nathalie had relaties met het Couvent de Notre Dame in Jouarre (Frankrijk). Zij gaf inlichtingen aan meisjes die daar naartoe wilden trekken. Emily Jane Martin trouwde op 25 augustus 1875 met Joseph Laurie Berry (Hendon, Londen, ca. 1833 – Barnes, Surrey, 1915) in de Church of the Assumption in Londen. Joseph was de zoon van de Presbyteriaanse priester Henry Lea Berry (1807-1884) en Mary Laurie (1803-1869). Canon Talbot zegende het huwelijk in. Het echtpaar woonde op het adres 158, New Bond Street, Westminster, Londen. Het echtpaar had geen kinderen. Emily en Joseph leefden van hun opbrengsten uit dividenden en hypotheken. Emily was goed bevriend met de familie Vercruysse uit Kortrijk en had belangstelling voor publicaties i.v.m. literatuur, godsdienst en kunst. Ze was een intellectuele vrouw en Gezelle vroeg haar om raad over culturele onderwerpen, boeken, handschriften en ook bruikbare Engelse tijdschriften voor zijn Engelse lessen te Kortrijk. Ook het recht van de vrouwen om te studeren komt ter sprake in haar brieven. Emily Jane Berry overleed op 7 januari 1886 in de woning van haar zus Sophia, Carlton House, Quexroad, North West London. Ook haar moeder zou daar in 1887 overlijden.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.familysearch.org/nl/; Freecen.org.uk; Catholic Directory (1851, 1858); The Tablet (28 augustus 1875; 16 januari 1886) Richmond Herald (31 april 1915)
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamMartin, Emily Jane; Berry, Emily Jane
Datums° Londen, ca 1844 - ✝ Londen, 07/01/1886
GeslachtVrouwelijk
Beroeprentenier
VerblijfplaatsEngeland
BioEmily Jane Berry werd geboren als Emily Jane Martin. Ze werd rond 1844 in St. Pancras, Londen geboren als tweede dochter van Thomas Martin (Londen, 1805 – Londen, 1866) en de Belgische Nathalie d’Hondt d’Arcy (Gent, 1807 – Londen, 1887). Thomas Martin en Nathalie d’Hondt d’Arcy huwden op 16 september 1837 in de Old Church, St. Pancras, Londen. Emily’s moeder was de dochter van de Gentse landbouwdeskundige Jakob Emmanuel d’Hondt d’Arcy (Sleidinge, 1772 – Gent, 1818) die verschillende studiereizen naar Engeland ondernam. De vader van Emily Jane was in Londen eigenaar van huizen en kamers die hij verhuurde. Emily had nog een oudere zus Sophia (geboren ca. 1839 in Londen) en twee broers George (geboren ca. 1842 in Londen) en Augustine (Londen, ca. 1849 – Londen, 1879). Met de census van 1851 woonde een Belgische meid Sophia Delrue bij het gezin in. Met de census van 1861 was een Belgische doctor in de rechten op bezoek. Bij de geboorte van Emily woonde het gezin in North Place, St. Pancras, Londen. Later verhuisde het gezin naar Argyll Street, Westminster, Londen. Thomas Martin zette zich in voor het onderwijs van arme katholieke kinderen. Nathalie had relaties met het Couvent de Notre Dame in Jouarre (Frankrijk). Zij gaf inlichtingen aan meisjes die daar naartoe wilden trekken. Emily Jane Martin trouwde op 25 augustus 1875 met Joseph Laurie Berry (Hendon, Londen, ca. 1833 – Barnes, Surrey, 1915) in de Church of the Assumption in Londen. Joseph was de zoon van de Presbyteriaanse priester Henry Lea Berry (1807-1884) en Mary Laurie (1803-1869). Canon Talbot zegende het huwelijk in. Het echtpaar woonde op het adres 158, New Bond Street, Westminster, Londen. Het echtpaar had geen kinderen. Emily en Joseph leefden van hun opbrengsten uit dividenden en hypotheken. Emily was goed bevriend met de familie Vercruysse uit Kortrijk en had belangstelling voor publicaties i.v.m. literatuur, godsdienst en kunst. Ze was een intellectuele vrouw en Gezelle vroeg haar om raad over culturele onderwerpen, boeken, handschriften en ook bruikbare Engelse tijdschriften voor zijn Engelse lessen te Kortrijk. Ook het recht van de vrouwen om te studeren komt ter sprake in haar brieven. Emily Jane Berry overleed op 7 januari 1886 in de woning van haar zus Sophia, Carlton House, Quexroad, North West London. Ook haar moeder zou daar in 1887 overlijden.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.familysearch.org/nl/; Freecen.org.uk; Catholic Directory (1851, 1858); The Tablet (28 augustus 1875; 16 januari 1886) Richmond Herald (31 april 1915)

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamLonden

Naam - persoon

NaamMartin, Emily Jane; Berry, Emily Jane
Datums° Londen, ca 1844 - ✝ Londen, 07/01/1886
GeslachtVrouwelijk
Beroeprentenier
VerblijfplaatsEngeland
BioEmily Jane Berry werd geboren als Emily Jane Martin. Ze werd rond 1844 in St. Pancras, Londen geboren als tweede dochter van Thomas Martin (Londen, 1805 – Londen, 1866) en de Belgische Nathalie d’Hondt d’Arcy (Gent, 1807 – Londen, 1887). Thomas Martin en Nathalie d’Hondt d’Arcy huwden op 16 september 1837 in de Old Church, St. Pancras, Londen. Emily’s moeder was de dochter van de Gentse landbouwdeskundige Jakob Emmanuel d’Hondt d’Arcy (Sleidinge, 1772 – Gent, 1818) die verschillende studiereizen naar Engeland ondernam. De vader van Emily Jane was in Londen eigenaar van huizen en kamers die hij verhuurde. Emily had nog een oudere zus Sophia (geboren ca. 1839 in Londen) en twee broers George (geboren ca. 1842 in Londen) en Augustine (Londen, ca. 1849 – Londen, 1879). Met de census van 1851 woonde een Belgische meid Sophia Delrue bij het gezin in. Met de census van 1861 was een Belgische doctor in de rechten op bezoek. Bij de geboorte van Emily woonde het gezin in North Place, St. Pancras, Londen. Later verhuisde het gezin naar Argyll Street, Westminster, Londen. Thomas Martin zette zich in voor het onderwijs van arme katholieke kinderen. Nathalie had relaties met het Couvent de Notre Dame in Jouarre (Frankrijk). Zij gaf inlichtingen aan meisjes die daar naartoe wilden trekken. Emily Jane Martin trouwde op 25 augustus 1875 met Joseph Laurie Berry (Hendon, Londen, ca. 1833 – Barnes, Surrey, 1915) in de Church of the Assumption in Londen. Joseph was de zoon van de Presbyteriaanse priester Henry Lea Berry (1807-1884) en Mary Laurie (1803-1869). Canon Talbot zegende het huwelijk in. Het echtpaar woonde op het adres 158, New Bond Street, Westminster, Londen. Het echtpaar had geen kinderen. Emily en Joseph leefden van hun opbrengsten uit dividenden en hypotheken. Emily was goed bevriend met de familie Vercruysse uit Kortrijk en had belangstelling voor publicaties i.v.m. literatuur, godsdienst en kunst. Ze was een intellectuele vrouw en Gezelle vroeg haar om raad over culturele onderwerpen, boeken, handschriften en ook bruikbare Engelse tijdschriften voor zijn Engelse lessen te Kortrijk. Ook het recht van de vrouwen om te studeren komt ter sprake in haar brieven. Emily Jane Berry overleed op 7 januari 1886 in de woning van haar zus Sophia, Carlton House, Quexroad, North West London. Ook haar moeder zou daar in 1887 overlijden.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; http://www.familysearch.org/nl/; Freecen.org.uk; Catholic Directory (1851, 1858); The Tablet (28 augustus 1875; 16 januari 1886) Richmond Herald (31 april 1915)
NaamSala, George Augustus Henry Fairfield; G.A.S.
Datums° 24/11/1828 - ✝ 08/12/1895
GeslachtMannelijk
Beroepjournalist; auteur
VerblijfplaatsEngeland
BioGeorge A. Sala was een bekend journalist en auteur. Hij begon te schrijven in 1851 en trok hierbij de aandacht van Charles Dickens, die artikels en verhalen van hem publiceerde in "Household Words" en in "All the Year Round". In 1856 stuurde hij hem als speciale correspondent naar Rusland. In 1857 was hij een van de medeoprichters van de Sydney Savage Club, een sociale club om geïnteresseerden in literatuur, kunst, sport of wetenschap samen te brengen. Hij verzorgde tussen 1860 en 1886 een rubriek in de "Illustrated London News" waarin allerlei nieuwtjes werden verteld. De titel ervan was ’Echoes of the Week’ en hij ondertekende met zijn initialen G.A.S. wat figuurlijk ’geklets’ betekende. Hij schreef ook voor "The Sunday Times" en de "Daily Mirror". In 1892 startte hij zijn eigen weekblad "Sala's Journal" dat tot april 1894 verscheen. Hij bekeerde zich kort voor zijn dood tot de rooms-katholieke godsdienst.
Links[wikipedia]

Naam - plaats

NaamLonden

Titel - ander werk

TitelThe Tablet (periodiek)
Datum1840-
PlaatsLondon
UitgeverTablet Publishing Company
TitelThe Weekly Register (periodiek)
AuteurKent, Charles (ed) en vervolgens Meynell, Wilfrid (ed.)
Datum1881-1902
PlaatsLondon
Uitgever[s.n.]
Links[wikipedia]
TitelThe Times (periodiek)
Datum1785-
PlaatsLonden
Links[wikipedia]
TitelThe Builder: an illustrated weekly magazine for the drawing room, the studio, the office, the workshop and the cottage
Datum1842-1966
PlaatsLonden
Uitgever[s.n.]
TitelThe Architect: A Weekly Illustrated Journal of Art, Civil Engineering and Building
Datum1869-1893
PlaatsLonden
UitgeverGilbert Wood & Company
TitelThe British Mechanic: a monthly record of invention and the applied sciences
Datum1867-1926
PlaatsLondon
UitgeverEbeneezer J. Kibblewhite
Links[wikipedia]
TitelIllustrated London News
Datum1854-1956
PlaatsLondon; Edinburgh
UitgeverW. & R. Chambers Publishers
Links[wikipedia]
TitelAll The Year Round, A Weekly Journal conducted by Charles Dickens
AuteurDickens, Charles
Datum1859-1895
PlaatsLondon
Uitgever[s.n.]
Links[wikipedia]
TitelThe Pall Mall Budget
Datum1868-1920
PlaatsLondon
UitgeverJ. Kellett; William Waldorf Astor
Links[wikipedia]

Titel22/03/1884, [Londen], Emily Jane Martin (= Emily Jane Berry) aan [Guido Gezelle]
EditeurRik Van Gorp; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderMartin, Emily Jane
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum22/03/1884
VerzendingsplaatsLonden
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie ; plaats gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.II, p.212-213
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 179x113
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5392
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11703
Inhoud
IncipitI have only just time
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.