<Resultaat 999 van 2641

>

p1+
Wel Eerweerde Heer,

Uit derherte wensch ik U Zalig Nieuwjaar, en vele zeer vele navolgende voor 't goed van Godsdienst, en van onze moedertaal. -

Bij de laatste Loquela: Mek, hier mik. De pijl wordt gelijnd met spie in mik. Als de schrijnwerker twee planken hoeksgewijs aaneenzet b.v. voor een kasken, dan om het sterk te maken, in plaats van de eene tegen den kop van de andere te nagelen, werkt hij ze in een, met zwalùmstjèten. (zwaluwsteerten.)[1]

schets van planken met zwaluwsteerten

In Mechelen ook: zijn eigen goed indoeffelen veur de kāā (kou.)

Touteren (balancer) Gheel: rijtakken Mechelen: buskorée (e geven) doen. Postel: sturen. - Schrok voor sprok, kortbrekend. (het ijs, als 't dooit is schrok. Gheel.)

- nen dikken bradde (vent) Boom - Er van onder gipsen... (vandeur trekken, weg spoeden) Boom.p2- Eene geps (gesp) trekken. (Een toot trekken, lang gezicht) Boom.- "'t Is ramenant." Mechelen. 't Is nen hoop vodden bijeen. - Kwelspreuke:[2] Kobe Knops knopt de koperen knoppen van zijn broek. (Mechelen.) Raadsel: Holderdebolder liep over den zolder met zijn bakkes vol menschenvleesch. "Een blok, holleblok, een kloōn (zōōn)

G. Janssens,
Leeraar in ‘t college,

zij[3]
"Schrabulle" assche van de verbrande houillie[4] bezonder 't geen uit de fabrieken komt, en dat de arme menschen in Mechelen uitzoeken om vanher[5] te stoken. De goede klompjes, die nog kunnen dienen heeten

zij[6]
"Singelen." [7]Singelen rapen is het goede uit de schrabulle zoeken. - Schramulle koeken, zijn fijne koeken die men van een snijdt in dunne sneden om er bakkersbeschuiten van te maken.

Gheel

*p1

Ons Oud Vlaamsch wordt ongeduldig verwacht.[8]

Noten

[1] In: Guido Gezelle, Zantekoorn. Meksgewijs. In: Loquela: 4 (Alderheiligen 1884.) 7, p.51.
[2] Een kwelspreuk is dus een spreuk, waarvan het correct opzeggen of herhalen een echte kwelling is. Guido Gezelle over kwelspreuken: Kwelspreuken. In: Loquela: 4 (Wiedmaand 1884 ) 2, p.15: ”Kwellen dat zijn taschen, sloten, knopen, letsen, bussen, enz., die op eene verborgene wijze en zoo toegemaakt worden, dat iemand die 't geheem nieten kent zijn hoofd langen tijd zal kwellen eer

hij de kwelle los en open krijgt.”

[3] ’Zij’ staat boven de letter ‘a‘ van het woord ’schrabulle’ geschreven. Janssens doet dit nogmaals verder boven de ’g’ van het woord ’singelen’.
[4] Houillie, andere spelling van houille, een soort steenkool. (Frans ’houille’) Staat ook beschreven in: L. Schuermans, Algemeen Vlaams Idioticon, Leuven: Gebroeders Vanlinthout en Karel Fonteyn,1865-1883, p.190.
[5] Terug opnieuw.
[6] ’Zij’ staat boven de letter ’g’ geschreven van het woord ’singelen’. Hij doet dit ook eerder boven de ‘a‘ van het woord ’schrabulle’.
[7] G. Gezelle, Zantekoorn. Zangelen. In: Loquela 4 (Oestmaand1884) 4, p.29-30: ”ZANGELEN, zangelde, gezangeld. = In den laai houden, ten afbrande van't gene men, door de vlamme, wilt geweerd hebben, flamber, in 't fr. Men hoort ook sangelen en singelen, z. De Bo.”
[8] Het blad verscheen eind 1885.

Register

Correspondenten - personen

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamJanssens, Gustaaf Hendrik Jozef
Datums° Mechelen, 23/08/1858 - ✝ Brussel, 30/04/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; auteur; redacteur
BioGustaaf Janssens deed zijn middelbare studies aan het Sint-Romboutscollege te Mechelen, waar hij o.m. les kreeg van Jan Bols. In 1876-77 was hij er medestichter van de ‘jonge Kerelsgilde’ die zich bezighield met letterkundige oefeningen in de volkstaal; ze werd een onderafdeling van ‘De jonge taalvrienden’ van het kleinseminarie van Mechelen. Samen met enkele medeleerlingen probeerde hij de katholieke Vlaamse studenten te groeperen, wat zou leiden tot het in 1890 opgerichte Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS). Als filosofiestudent aan het kleinseminarie van Mechelen (1878-1880) was hij medeoprichter en redacteur van de studentenalmanak "Driesken de Nijper". Dit was de voorloper van "De Student. Tijdschrift voor het Vlaamsche Studentenvolk" (1881-1930), dat hij samen met Frans Drijvers oprichtte tijdens zijn studies aan het Groot Seminarie van Mechelen. Als redactielid van "De Student" schreef hij zelf weinig artikelen, maar nam hij het zakelijke beheer van het tijdschrift op zich. Hij voerde de onderhandelingen met de drukker, beheerde de administratie van de abonnees en was verantwoordelijk voor de financiële afhandeling en overige bureautaken. Hij betrok ook Guido Gezelle bij het tijdschrift via de taalkundige rubriek ‘vindekoorn’. Ondertussen sprokkelde hij ook woorden voor Gezelles taalkundig tijdschrift “Loquela”. Janssens werd op 7 jun 1884 tot priester gewijd en op 8 juni vierde hij zijn eerste mis. Op 13 april 1884 begon hij als leraar aan het Sint-Aloysiuscollege van Geel, waar hij onder andere lesgaf in "Vlaams". Voor de invulling van deze lessen vroeg hij advies aan Guido Gezelle. Hij bleef er lesgeven tot 14 oktober 1890 en stond er bekend om zijn Vlaamsgezindheid. In 1890 en 1898 werd hij respectievelijk diocesaan inspecteur en hoofdinspecteur van het lager onderwijs. Hij overleed in Brussel op 30 april 1902.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter; studentenbeweging

Briefschrijver

NaamJanssens, Gustaaf Hendrik Jozef
Datums° Mechelen, 23/08/1858 - ✝ Brussel, 30/04/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; auteur; redacteur
BioGustaaf Janssens deed zijn middelbare studies aan het Sint-Romboutscollege te Mechelen, waar hij o.m. les kreeg van Jan Bols. In 1876-77 was hij er medestichter van de ‘jonge Kerelsgilde’ die zich bezighield met letterkundige oefeningen in de volkstaal; ze werd een onderafdeling van ‘De jonge taalvrienden’ van het kleinseminarie van Mechelen. Samen met enkele medeleerlingen probeerde hij de katholieke Vlaamse studenten te groeperen, wat zou leiden tot het in 1890 opgerichte Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS). Als filosofiestudent aan het kleinseminarie van Mechelen (1878-1880) was hij medeoprichter en redacteur van de studentenalmanak "Driesken de Nijper". Dit was de voorloper van "De Student. Tijdschrift voor het Vlaamsche Studentenvolk" (1881-1930), dat hij samen met Frans Drijvers oprichtte tijdens zijn studies aan het Groot Seminarie van Mechelen. Als redactielid van "De Student" schreef hij zelf weinig artikelen, maar nam hij het zakelijke beheer van het tijdschrift op zich. Hij voerde de onderhandelingen met de drukker, beheerde de administratie van de abonnees en was verantwoordelijk voor de financiële afhandeling en overige bureautaken. Hij betrok ook Guido Gezelle bij het tijdschrift via de taalkundige rubriek ‘vindekoorn’. Ondertussen sprokkelde hij ook woorden voor Gezelles taalkundig tijdschrift “Loquela”. Janssens werd op 7 jun 1884 tot priester gewijd en op 8 juni vierde hij zijn eerste mis. Op 13 april 1884 begon hij als leraar aan het Sint-Aloysiuscollege van Geel, waar hij onder andere lesgaf in "Vlaams". Voor de invulling van deze lessen vroeg hij advies aan Guido Gezelle. Hij bleef er lesgeven tot 14 oktober 1890 en stond er bekend om zijn Vlaamsgezindheid. In 1890 en 1898 werd hij respectievelijk diocesaan inspecteur en hoofdinspecteur van het lager onderwijs. Hij overleed in Brussel op 30 april 1902.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter; studentenbeweging

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamGeel
GemeenteGeel

Naam - persoon

NaamJanssens, Gustaaf Hendrik Jozef
Datums° Mechelen, 23/08/1858 - ✝ Brussel, 30/04/1902
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; auteur; redacteur
BioGustaaf Janssens deed zijn middelbare studies aan het Sint-Romboutscollege te Mechelen, waar hij o.m. les kreeg van Jan Bols. In 1876-77 was hij er medestichter van de ‘jonge Kerelsgilde’ die zich bezighield met letterkundige oefeningen in de volkstaal; ze werd een onderafdeling van ‘De jonge taalvrienden’ van het kleinseminarie van Mechelen. Samen met enkele medeleerlingen probeerde hij de katholieke Vlaamse studenten te groeperen, wat zou leiden tot het in 1890 opgerichte Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS). Als filosofiestudent aan het kleinseminarie van Mechelen (1878-1880) was hij medeoprichter en redacteur van de studentenalmanak "Driesken de Nijper". Dit was de voorloper van "De Student. Tijdschrift voor het Vlaamsche Studentenvolk" (1881-1930), dat hij samen met Frans Drijvers oprichtte tijdens zijn studies aan het Groot Seminarie van Mechelen. Als redactielid van "De Student" schreef hij zelf weinig artikelen, maar nam hij het zakelijke beheer van het tijdschrift op zich. Hij voerde de onderhandelingen met de drukker, beheerde de administratie van de abonnees en was verantwoordelijk voor de financiële afhandeling en overige bureautaken. Hij betrok ook Guido Gezelle bij het tijdschrift via de taalkundige rubriek ‘vindekoorn’. Ondertussen sprokkelde hij ook woorden voor Gezelles taalkundig tijdschrift “Loquela”. Janssens werd op 7 jun 1884 tot priester gewijd en op 8 juni vierde hij zijn eerste mis. Op 13 april 1884 begon hij als leraar aan het Sint-Aloysiuscollege van Geel, waar hij onder andere lesgaf in "Vlaams". Voor de invulling van deze lessen vroeg hij advies aan Guido Gezelle. Hij bleef er lesgeven tot 14 oktober 1890 en stond er bekend om zijn Vlaamsgezindheid. In 1890 en 1898 werd hij respectievelijk diocesaan inspecteur en hoofdinspecteur van het lager onderwijs. Hij overleed in Brussel op 30 april 1902.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter; studentenbeweging

Naam - plaats

NaamBoom
GemeenteBoom
NaamGeel
GemeenteGeel
NaamMechelen
GemeenteMechelen
NaamPostel
GemeenteMol

Naam - instituut/vereniging

NaamSint-Aloysiuscollege, Geel
BeschrijvingHet Sint-Aloysiuscollege is een middelbare school in Geel, provincie Antwerpen. De school vindt haar oorsprong in de Latijnse School, die sinds de 15e eeuw in de stad gevestigd was. In 1844 onderging de instelling een transformatie en werd ze omgevormd tot het Sint-Aloysiuscollege, aanvankelijk onder de naam Collège Patroné de Gheel. Vanaf 1850 kreeg de school de status van bisschoppelijk college onder het Aartsbisdom Mechelen. Tegen het einde van de 19e eeuw verhuisde het college naar een nieuw gebouw, waarna het oorspronkelijke schoolgebouw verdween. Tijdens de periode van de Vlaamse studentenbewegingen gaf Gustaaf Janssens er les. Hij probeerde zowel het schoolbeleid als zijn leerlingen, waaronder politicus Alfons Van de Perre, een Vlaamsgezinde visie bij te brengen.
Datering1844-heden
Links[wikipedia]

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelLoquela
Links[gezelle.be]
TitelOns Oud Vlaemsch

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Janssens, Gustaaf Hendrik Jozef

Correspondenten - personen

Gezelle, Guido
Janssens, Gustaaf Hendrik Jozef

Naam - instituut/vereniging

Sint-Aloysiuscollege, Geel

Naam - persoon

Janssens, Gustaaf Hendrik Jozef

Naam - plaats

Boom
Geel
Mechelen
Postel

Plaats van verzending

Geel

Titel - werk van Guido Gezelle

Loquela
Ons Oud Vlaemsch

Titelxx/[01/1885], [Geel], Gustaaf Hendrik Jozef Janssens aan [Guido Gezelle]
EditeurJoppe Werbrouck; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2025
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenJoppe Werbrouck; Universiteit Antwerpen, Janssens Gustaaf Hendrik Jozef aan Gezelle Guido, Geel (Geel), xx/[01/1885] . In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. 2025 Available from World Wide Web: link .
VerzenderJanssens, Gustaaf Hendrik Jozef
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatumxx/[01/1885]
VerzendingsplaatsGeel (Geel)
AnnotatieJaartal, maand en adressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens en de brieftekst: verwijzing naar Loquela en nieuwjaar; Janssens is al leraar in het St Aloysiuscollege van Geel (start 13/04/1884) plaats gereconstrueerd op basis van recto.
Fysieke bijzonderheden
Drager 60x98
wit
papiersoort: recto horizontaal beschreven; verso in twee richtingen beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden op recto: naam en titel in het midden: G. Janssens, // Leeraar in 't College, [...] //
plaatsnaam in de rechter benedenhoek: Gheel.
op verso: 3 kleine schetsjes van de hand van Gustaaf Janssens
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5377
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11714
Inhoud
IncipitUit der herte wensch ik U
Samenvatting taalkunde; o.m. reactie op: Zantekoorn. Meksgewijs. / door Guido Gezelle. - In: Loquela. - Jrg. 4 (Alderheiligen 1884.) nr.7, p.51.
Tekstsoortnaamkaart
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.