<Resultaat 759 van 2050

>

p1
Eerweerde Heer

Ik heb de eer U hieringesloten eenige doodbeeldekens op te sturen van myn afgestorven dochterken. De versjes zyn van uwen dienaar Toen ik over eenige dagen het geluk had uwe kennis te Kortryk te maken. Kennis die ik wel geern zou vermeerderen, hebt ge my beloofd eens naar Sint Nikolaas te komen. Er is kwestie van in October aan staande, er is nog geen dag bepaald, eene vergadering te leggen van ons Davidsfonds met medewerking onzer katholieke gilde. Het is te zeggen eene voordracht die ik verlang van U te bekomen en eene derde uitvoering onzer vlaggecantate, zou dat niet mogelyk zyn! p2Ik weet dat ge hier in de stad veel vrienden en bewonderaars telt, die alle verheugd zouden zyn U te groeten en te aanhooren. Doch de grootste vreugd ware nog voor my die U geern aan myne tafel zou ontvangen en met U wat praten rond den heerd

Al wat ik van U lees en herlees doet my al langs om meer verlangen naar eene openhertige 'k wil zeggen eene vlaamsche uitboezeming van gevoelens over al wat ons dierbaar is.

Dit geluk zult ge my niet weigeren indien het eenigzins mogelyk is. Mocht ik er welhaast de gelukkige man van ontvangen.

In afwachting Eerweerde Heer, bied ik U de verzekering myner verkleefdheid aan
Uw toegenegen dienaar
Alph. Janssens De Schryver
Voorzitter van het Davidsfonds, afdeeling Waas.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamJanssens, Alfons J. M.
Datums° Sint-Niklaas, 16/10/1841 - ✝ Luzern, 01/09/1906
GeslachtMannelijk
Beroeppoliticus; dichter; auteur; textielfabrikant
BioAlfons Janssens studeerde aan het Sint-Jozefscollege van Sint-Niklaas. In 1868 was hij sergeant bij de pauselijke zoeaven. Hij huwde in 1872 en nam samen met zijn broer de leiding van de familiale textielfabriek. Hij was de medestichter van de Gilde van Ambachten en Neringen Sint-Niklaas. Vanaf 1885 was hij betrokken bij het Davidsfonds als voorzitter en in het hoofdbestuur. Hij was ook een dichter en auteur en lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Hij was zeer goed bevriend met Guido Gezelle met wie hij uitgebreid correspondeerde. Zo bleef hij bij Janssens overnachten na de zittingen van de Academie. Gezelle maakte drie gedichten voor Janssens die verband houden met deze bezoeken. Op de treinreis terug schreef hij andere gedichten zoals "Hoe helder, zwart op wit, die koe". Janssens zelf leverde bijdragen aan "De Vlaamsche Wacht", "Rond den Heerd", "Loquela", "Het Belfort" en "Vlaamsche Zanten". Als katholiek politicus was hij gemeenteraadslid van Sint-Niklaas (1885-1904 ) en lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in het arrondissement Sint-Niklaas (1892-1900).
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; Rond den Heerd; Loquela; gelegenheidsgedichten

Briefschrijver

NaamJanssens, Alfons J. M.
Datums° Sint-Niklaas, 16/10/1841 - ✝ Luzern, 01/09/1906
GeslachtMannelijk
Beroeppoliticus; dichter; auteur; textielfabrikant
BioAlfons Janssens studeerde aan het Sint-Jozefscollege van Sint-Niklaas. In 1868 was hij sergeant bij de pauselijke zoeaven. Hij huwde in 1872 en nam samen met zijn broer de leiding van de familiale textielfabriek. Hij was de medestichter van de Gilde van Ambachten en Neringen Sint-Niklaas. Vanaf 1885 was hij betrokken bij het Davidsfonds als voorzitter en in het hoofdbestuur. Hij was ook een dichter en auteur en lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Hij was zeer goed bevriend met Guido Gezelle met wie hij uitgebreid correspondeerde. Zo bleef hij bij Janssens overnachten na de zittingen van de Academie. Gezelle maakte drie gedichten voor Janssens die verband houden met deze bezoeken. Op de treinreis terug schreef hij andere gedichten zoals "Hoe helder, zwart op wit, die koe". Janssens zelf leverde bijdragen aan "De Vlaamsche Wacht", "Rond den Heerd", "Loquela", "Het Belfort" en "Vlaamsche Zanten". Als katholiek politicus was hij gemeenteraadslid van Sint-Niklaas (1885-1904 ) en lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in het arrondissement Sint-Niklaas (1892-1900).
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; Rond den Heerd; Loquela; gelegenheidsgedichten

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamSint-Niklaas
GemeenteSint-Niklaas

Naam - persoon

NaamJanssens, Alfons J. M.
Datums° Sint-Niklaas, 16/10/1841 - ✝ Luzern, 01/09/1906
GeslachtMannelijk
Beroeppoliticus; dichter; auteur; textielfabrikant
BioAlfons Janssens studeerde aan het Sint-Jozefscollege van Sint-Niklaas. In 1868 was hij sergeant bij de pauselijke zoeaven. Hij huwde in 1872 en nam samen met zijn broer de leiding van de familiale textielfabriek. Hij was de medestichter van de Gilde van Ambachten en Neringen Sint-Niklaas. Vanaf 1885 was hij betrokken bij het Davidsfonds als voorzitter en in het hoofdbestuur. Hij was ook een dichter en auteur en lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Hij was zeer goed bevriend met Guido Gezelle met wie hij uitgebreid correspondeerde. Zo bleef hij bij Janssens overnachten na de zittingen van de Academie. Gezelle maakte drie gedichten voor Janssens die verband houden met deze bezoeken. Op de treinreis terug schreef hij andere gedichten zoals "Hoe helder, zwart op wit, die koe". Janssens zelf leverde bijdragen aan "De Vlaamsche Wacht", "Rond den Heerd", "Loquela", "Het Belfort" en "Vlaamsche Zanten". Als katholiek politicus was hij gemeenteraadslid van Sint-Niklaas (1885-1904 ) en lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in het arrondissement Sint-Niklaas (1892-1900).
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; Rond den Heerd; Loquela; gelegenheidsgedichten
NaamJanssens, Gabriëlla Maria Josephina Aloysia
Datums° Sint-Niklaas, 06/11/1875 - ✝ Sint-Niklaas, 26/07/1885
GeslachtVrouwelijk
BioGabriëlla Janssens was één van de elf kinderen van Coleta De Schijver en Alfons Janssens. Ze stierf op jonge leeftijd. Dit was de aanleiding voor een 'vaderdichtje'. Janssens correspondeerde hierover met Guido Gezelle.
BronnenGeboorte- en sterfregisters Sint-Niklaas

Naam - plaats

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamSint-Niklaas
GemeenteSint-Niklaas

Naam - instituut/vereniging

NaamDavidsfonds Waas

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelRond den Heerd. Een leer-en leesblad voor alle lieden.
Links[gezelle.be]

Titel[15-31/08/1885], [Sint-Niklaas], Alfons J. M. Janssens aan [Guido Gezelle]
EditeurKarel Platteau; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderJanssens, Alfons J. M.
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum[15-31/08/1885]
VerzendingsplaatsSint-Niklaas (Sint-Niklaas)
AnnotatieDatum en adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie ; plaats gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inDe briefwisseling tussen Guido Gezelle en enkele leden van de Dietsche Biehalle en Biekorf. Deel 2: Brieven / door Ina Galle. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1984-1985), p.131-132
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 209x135
wit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden rouwpapier
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle; idem rechts: [Einde Oogst 1885] (inkt, beide hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5508
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|11820
Inhoud
IncipitIk heb de eer U hieringesloten eeni-
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.