Zie hier mijn antwoord betreffende Lutgarde. - Deze oud-germaansche vrouenaam behoort tot de samengestelde namen, die uit twee stamnamen zijn te samen gevoegd. Volgens Dr E. Förstemann's Altdeutsches Namenbuch, bl. 867, uit de stammen: Liud en Gard. Liudgard is de oorspronkelike form. Liud acht Förstemann, een zeer vertroubare en zeer geleerde man, samen te hangen met het oudgermaansche woord liut, liud = volk, lieden, ja geheel het zelfde woord te zijn. De afleiding van Gard is hem onzeker. Hij geeft eenige vermoedingen, waaronder hij als het waarschijnlikste vermeld dat gard eigenlik de naam is van Gerdr, de vrou van Frei, uit de oud-germaansche godenleer. De Edda[1] roemt de onvergelijkelike schoonheid van Gerdr[2] De stammen Liud en Gard komen in tallooze oude mans- en vrouenamen voor; in: Irmingard, Adelgard, Gardolf, in Liutbald (Leopold), Liutbrecht (Lubbert), Liutbrand (Leibrand), Liudger (Lutger), Liudhard (Lutert), Liudheri (Luther), Liudwolf (Ludolf), enz. - Liudgardis, Liudgerda, Leutgardis, Leothgarda, Liucarda, Leogardis zijn nog verschillende formen, waaronder Luutgaerde in oude geschriften voorkomt. -
p1
Aan den Eerweerden Heer Guido Gezelle
In de Handboogstraat, te Kortrijk.
Vlaanderen.
In de Handboogstraat, te Kortrijk.
Vlaanderen.
p2
Eerweerde Heer en goede Vriend!
Minzaam gegroet van uw
Johan Winkler.
Noten
[1] De Edda is een aanduiding voor een verzameling literaire en mythologische werken uit het middeleeuwse IJsland, die zowel delen van de oude mythologische verhalen van Noordelijk Europa, als richtlijnen omtrent de poëtische overdracht ervan, bevatten. (Wikipedia)
[2] De dochter van de reus Gymir en de reuzin Aurboda.