<Resultaat 1050 van 2328

>

p1
Eerweerde Heer en Hoog geachte Medestander!

Recht geerne heb ik aan uwe wenschen, vervat in uwen brief van 8 dezer, willen voldoen. Mijn antwoord op uwe vragen vindt Gij hier bij ingesloten. Moge 't U voldoen, en van dienst kunnen zijn! Te beter verstande van mijn antwoord rade ik U aan om eene landkaarte van Noord-Nederland naast U te leggen, en alles er op na te gaan. Ja. Gij hebt gelijk, eene kaarte van al het dietsch-sprekende land zoude zekerlik bij mijn Dialecticon zeer op hare plaatse geweest zijn. Ik heb dat ook wel willen geven, maar - de uitgever schrikte voor de kosten terug. Toenmaals, in '74, 't jaar van uitgave van mijn Gausprakenboek, en was mijn naam als taalvorscher nog niet gevestigd. Toen dwongen en beheerschten de uitgevers mij; maar thans doe ik het hen.

Wat ik kan, doe ik reeds (1) voor d'andere uitgave van De Bo's Idioticon en kruid-woordenboek. De toogbladen die Gij mij zondt, heb ik aan taalvorschers in Duitschland doen toekomen.

(1) Maar niet bij middel van nieusbladen-geschrijf. Die weg staat mij tegen.p2Ten herteliksten bedank Ik U voor den afdruk van uw schoon opstel over "Gewestspraak en Algemeene taal"[1] in "het Belfort". Met de samenstelling daar van hebt Gij uwen medestanderen onder uwe landslieden in d'eerste plaatse, maar ook ons "noord-nederlandsche taal-particularisten" eenen uitmuntenden dienst bewezen. Nogmaals innigen dank voor uw werk op zich zelve, en voor den afdruk. -

Ik ben tegenwoordig, bij brieve, in vinnigen tweestrijd[2] met zekeren heer Aug. Gittee, leeraar aan het Atheneum van Ath in de Henegou, een verdienstelik jong letterkunde en taalgeleerde, maar, blijkens een opstel van hem in "De Toekomst" een onzer felste tegenstanders. Hij wankelt reeds in zijne dool-meening; ik hope 'm te bekeerene. Op zijn opstel in De Toekomst heb ik hem gevat.

Met uw verlof, wil ik dezen reeds eindigen. Want ik ben overlast en overladen met werk. Gij kunt het U zoo niet voorstellen. Uw opstel te wege, "Over Beschaafde uitspraak" wordt met groot verlangen door mij verbeid. En ik vraag U dringend: Ei, denk aan mij als Gij 'nen afdruk daar van te missen hebt!

p3
Zij mij van herten gegroet, “met alder jonsten, vrientscepe ende minne”!
Hou ende trou
Uw
Johan WInkler.

Noten

[1] Pieter Baes, Gewestspraak en algemeene taal (dl.1). In: Het Belfort: 1 (1886), p.631-643.
[2] Het betreft de strijd met August Gittée die een kritische beoordeling van Winklers Dialecticon geschreven had in De Toekomst en het Nederlandsch Museum. Hij verwerpt er elke vorm van particularisme.

Register

Correspondenten

NaamBaes, Pieter Petrus
Datums° Elverdinge, 29/04/1848 - ✝ Izegem, 21/07/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar, schooldirecteur; schoolopziener; auteur
BioPieter Baes was de zoon van Boudewijn Baes, herbergier, en Joanna Ligneel. Hij studeerde aan het Sint-Vincentiuscollege te Ieper en kreeg zijn priesterwijding op 21 december 1872, maar hij was al leraar vanaf september 1872 aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, voor de lessen in koophandel en wiskunde. In november 1873 riep Adolf Duclos Pieter Baes en andere bekenden bijeen om een ‘opstelraad’ voor Rond den Heerd samen te stellen. Baes maakte de stichting mee van de Gilde van Sint-Luitgaarde op 13 februari 1874 en hij bleef tot 1883 secretaris. Op 23 april 1879 kreeg hij een opdracht als docent aan de Staatsnormaalschool voor jongens in Brugge, maar hij werd hetzelfde jaar nog geschorst ingevolge de wet Van Humbeek. Vanaf 17 september 1879 werd hij principaal van het Izegemse Sint-Jozefsgesticht alsook van de vrije lagere school. In 1895 werd hij diocesaan inspecteur. Baes zette zich in voor goede schoolboeken en publicaties voor het onderwijs waaronder "De Taalsleutel of Vlaamsche Spraakregels, Tafelwijze geschikt" en het onderwijskundige tijdschrift "Sint-Canisiusblad".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde
NaamWinkler, Johan; Jan Lou's; Grindebald
Datums° Leeuwarden, 12/09/1840 - ✝ Haarlem, 11/04/1916
GeslachtMannelijk
Beroeparts; taalkundige; auteur
VerblijfplaatsNederland (Friesland)
BioJohan Winkler kreeg een opleiding tot arts in Haarlem en Amsterdam. Na drie reizen naar Java als scheepsdokter vestigde hij zich in 1865 als arts in Leeuwarden. Hij verhuisde in 1875 naar Haarlem. Hij was ook een bekend taalkundige. Als taalparticularist was hij vooral bezig met het (Friese) dialect en naamkunde. Hij schreef vooral wetenschappelijke werken, maar ook verhalen o.m. als Grindebald en Jan Lou's. Hij publiceerde in 1874 een lofrede op het werk van Gezelle, in zijn boek "Algemeen Nederduits en Friesch dialecticon", waardoor hij bekendheid verwierf in Vlaanderen. Hij werkte mee aan "Rond den Heerd" vanaf 1875 en aan "Loquela" vanaf 1881. Hij leverde ook bijdragen voor "Biekorf". Hij was bevriend met Gezelle met wie hij uitvoerig correspondeerde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
BronnenEncyclopedie van de Vlaamse Beweging (1973) dl 2, p.2087-2088

Briefschrijver

NaamWinkler, Johan; Jan Lou's; Grindebald
Datums° Leeuwarden, 12/09/1840 - ✝ Haarlem, 11/04/1916
GeslachtMannelijk
Beroeparts; taalkundige; auteur
VerblijfplaatsNederland (Friesland)
BioJohan Winkler kreeg een opleiding tot arts in Haarlem en Amsterdam. Na drie reizen naar Java als scheepsdokter vestigde hij zich in 1865 als arts in Leeuwarden. Hij verhuisde in 1875 naar Haarlem. Hij was ook een bekend taalkundige. Als taalparticularist was hij vooral bezig met het (Friese) dialect en naamkunde. Hij schreef vooral wetenschappelijke werken, maar ook verhalen o.m. als Grindebald en Jan Lou's. Hij publiceerde in 1874 een lofrede op het werk van Gezelle, in zijn boek "Algemeen Nederduits en Friesch dialecticon", waardoor hij bekendheid verwierf in Vlaanderen. Hij werkte mee aan "Rond den Heerd" vanaf 1875 en aan "Loquela" vanaf 1881. Hij leverde ook bijdragen voor "Biekorf". Hij was bevriend met Gezelle met wie hij uitvoerig correspondeerde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
BronnenEncyclopedie van de Vlaamse Beweging (1973) dl 2, p.2087-2088

Briefontvanger

NaamBaes, Pieter Petrus
Datums° Elverdinge, 29/04/1848 - ✝ Izegem, 21/07/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar, schooldirecteur; schoolopziener; auteur
BioPieter Baes was de zoon van Boudewijn Baes, herbergier, en Joanna Ligneel. Hij studeerde aan het Sint-Vincentiuscollege te Ieper en kreeg zijn priesterwijding op 21 december 1872, maar hij was al leraar vanaf september 1872 aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, voor de lessen in koophandel en wiskunde. In november 1873 riep Adolf Duclos Pieter Baes en andere bekenden bijeen om een ‘opstelraad’ voor Rond den Heerd samen te stellen. Baes maakte de stichting mee van de Gilde van Sint-Luitgaarde op 13 februari 1874 en hij bleef tot 1883 secretaris. Op 23 april 1879 kreeg hij een opdracht als docent aan de Staatsnormaalschool voor jongens in Brugge, maar hij werd hetzelfde jaar nog geschorst ingevolge de wet Van Humbeek. Vanaf 17 september 1879 werd hij principaal van het Izegemse Sint-Jozefsgesticht alsook van de vrije lagere school. In 1895 werd hij diocesaan inspecteur. Baes zette zich in voor goede schoolboeken en publicaties voor het onderwijs waaronder "De Taalsleutel of Vlaamsche Spraakregels, Tafelwijze geschikt" en het onderwijskundige tijdschrift "Sint-Canisiusblad".
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde

Plaats van verzending

NaamHaarlem

Naam - persoon

NaamDe Bo, Leonard Lodewijk
Datums° Beveren-Leie, 27/09/1826 - ✝ Poperinge, 25/08/1885
GeslachtMannelijk
Beroephulppriester; leraar; pastoor; deken; auteur; taalkundige; botanicus
BioLeonard Lodewijk De Bo werd geboren als enige zoon van Ludovicus De Bo, landbouwer, en Amelia Lemayeur. Na schitterende middelbare studies aan het College van Tielt begon hij in oktober 1846 zijn seminariestudies aan het grootseminarie te Brugge. Op 15 maart 1851 werd hij te Brugge tot priester gewijd. Van 11 april tot 1 oktober 1851 was hij coadjutor (hulppriester) in de parochie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Ver-Assebroek. Op 1 oktober 1851 werd hij leraar in de poesis- en retoricaklassen van het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, een functie die hij 22 jaar lang zou uitoefenen, tot 9 juli 1873, toen hij werd aangesteld als pastoor van de parochie Sint-Petrus en Sint-Paulus te Elverdinge (09/071873 – 27/09/1882). Nadien werd hij pastoor van de parochie Onze-Lieve-Vrouw te Ruiselede (27/09/1882 – 22/04/1884). Op 22 april 1884 werd hij, hoewel hij al ziek was, nog overgeplaatst naar de parochie Sint-Bertinus te Poperinge waar hij pastoor-deken was, een overplaatsing die hij niet echt zag zitten. Hij overleed overigens al het jaar nadien. Reeds als seminarist verzamelde De Bo de West-Vlaamse woordenschat. Zijn levenswerk, het West-Vlaamsch Idioticon, waarin meer dan 25.000 woorden en uitdrukkingen uit de West-Vlaamse taal verzameld en verklaard worden, verscheen van 1870 tot 1873, gevolgd door een tweede, bijgewerkte uitgave in 1890-1892. De Bo leerde Guido Gezelle in 1850 in het grootseminarie te Brugge kennen; zij werden goede vrienden en werkten hecht samen rond de studie van de West-Vlaamse taal. De Bo werkte actief mee aan o.a. Loquela en Rond den Heerd. Postuum verschenen nog Schatten uit de volkstaal (1887) en De Bo’s Kruidwoordenboek, het resultaat van zijn levenslange botanische activiteiten.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); medewerker Rond den Heerd; medewerker Loquela; gelegenheidsgedichten
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamWinkler, Johan; Jan Lou's; Grindebald
Datums° Leeuwarden, 12/09/1840 - ✝ Haarlem, 11/04/1916
GeslachtMannelijk
Beroeparts; taalkundige; auteur
VerblijfplaatsNederland (Friesland)
BioJohan Winkler kreeg een opleiding tot arts in Haarlem en Amsterdam. Na drie reizen naar Java als scheepsdokter vestigde hij zich in 1865 als arts in Leeuwarden. Hij verhuisde in 1875 naar Haarlem. Hij was ook een bekend taalkundige. Als taalparticularist was hij vooral bezig met het (Friese) dialect en naamkunde. Hij schreef vooral wetenschappelijke werken, maar ook verhalen o.m. als Grindebald en Jan Lou's. Hij publiceerde in 1874 een lofrede op het werk van Gezelle, in zijn boek "Algemeen Nederduits en Friesch dialecticon", waardoor hij bekendheid verwierf in Vlaanderen. Hij werkte mee aan "Rond den Heerd" vanaf 1875 en aan "Loquela" vanaf 1881. Hij leverde ook bijdragen voor "Biekorf". Hij was bevriend met Gezelle met wie hij uitvoerig correspondeerde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
BronnenEncyclopedie van de Vlaamse Beweging (1973) dl 2, p.2087-2088
NaamGittée, August
Datums° Gent, 05/01/1858 - ✝ Watermaal-Bosvoorde, 05/05/1909
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; volkskundige; auteur
BioDeze leerling van Max Rooses in het atheneum van Gent studeerde Germaanse talen aan de Ecole normale des humanités te Luik en onderwees op verschillende plaatsen in Vlaanderen en Wallonië: Hasselt, Ath, Aalst, Charleroi, Luik en Verviers. Als wetenschappelijke gangmaker van de volkskunde in Vlaanderen gaf hij met Pol De Mont van 1888 tot 1894 het tijdschrift "Volkskunde" uit. Hij publiceerde in het Frans en het Nederlands en schreef vele opstellen in o.m. het Nederlandsch Museum, De Vlaamsche Kunstbode, Dietsche Warande en Taal en Letteren. Hij stelde voor het onderwijs van het Nederlands in het Franstalig landsgedeelte bloemlezingen samen met materiaal uit de Vlaamse mondelinge traditie. Zijn belangrijkste werk is het Vraagboek tot het zamelen van Vlaamsche Folklore of Volkskunde (Gent, 1888).
Bronnen https://nevb.be/wiki/Gitt%C3%A9e,_August
NaamNijhoff, Martinus
Datums° Arnhem, 26/12/1826 - ✝ Den Haag, 24/09/1894
GeslachtMannelijk
Beroepuitgever; boekhandelaar
VerblijfplaatsNederland
BioNijhoff was de zoon van uitgever, archivaris en historicus Isaac Nijhoff en Martina Cornelia Houtkamp. Hij is de grootvader van de naar hem genoemde dichter Martinus Nijhoff. Na het gymnasium werd hij opgeleid voor het vak van boekhandelaar en uitgever in Amsterdam en Parijs. Hij begon in 1853 een eigen boekhandel in Den Haag. Als uitgever maakte hij naam met de edities van het Woordenboek der Nederlandsche Taal en het Middelnederlandsch Woordenboek. Hij is ook de man die in 1860 het in 1856 opgerichte literaire tijdschrift de Nederlandsche Spectator overnam en het tot het orgaan maakte van de zgn. modernen en liberalen. Hij stichtte in 1869 Het Vaderland, het oudste liberale Haagse dagblad.
Links[wikipedia]

Naam - plaats

NaamHaarlem

Naam - instituut/vereniging

NaamKoninklijk Atheneum Ath
BeschrijvingAthenée Royal d'Ath (Henegouwen) is een middelbare school gehuisvest in het oorspronkelijk klooster van de Minderbroeders Recollecten (bedelorde), nu 5, rue de Collège.

Titel - ander werk

TitelWestvlaamsch idioticon
AuteurDe Bo, Leonard Lodewijk
Datum1873
PlaatsBrugge
UitgeverGailliard
TitelDe Toekomst. (1857-1869: Tijdschrift voor onderwijzers.) (vanaf 1869: Tijdschrift voor opvoeding en onderwijs) (periodiek)
AuteurDomien Sleeckx, Albert Sleeckx, Arthur Cornette, Pol de Mont en Hypoliet Temmerman (redactie)
Datum1857-1898
PlaatsAntwerpen
UitgeverI.S. Van Doosselaere
Links[dbnl], [odis]
TitelHet Belfort. Tijdschrift toegewijd aan letteren, wetenschap en kunst (periodiek)
AuteurClaerhout, Juliaan (redacteur)
Datum1886-1899
PlaatsGent
UitgeverS. leliaert, A. Siffer en Co
Links[dbnl], [odis]
TitelDeken de Bo's Kruidwoordenboek
AuteurDe Bo, Leonard Lodewijjk; Samyn, Joseph
Datum1888
PlaatsGent
UitgeverLeliaert, Siffer & Cie
TitelAlgemeen Nederduitsch en Friesch Dialecticon
AuteurWinkler, Johan
Datum1874
Plaatss-Gravenhage
UitgeverMartinus Nijhoff

Titel16/12/1886, Haarlem, Johan Winkler aan [Pieter Baes]
EditeurRik Van Gorp; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderWinkler, Johan
Ontvanger[Baes, Pieter Petrus]
Verzendingsdatum16/12/1886
VerzendingsplaatsHaarlem
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van de briefinhoud: gaat over artikel van Pieter Baes in het Belfort.
Fysieke bijzonderheden
Drager 3 dubbele vellen, 211x136
wit
papiersoort: 11 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5741
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12036
Inhoud
IncipitRecht geerne heb ik aan uwe wen-
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.