tot Iseghem.
Zie hier nog een antwoord op hetgene geschreven stond op het naamkaartje dat Gij mij eergisteren zondt.
Neen! mijnen uitleg op de vrage die Gij mij voorgesteld hebt, aangaande ui = u en ij (ei) = i, enz. en is geenszins bestemd om in eenig tijdschrift, ‘t zij Loquela, ‘t zij R.d.H.,of welk ook opgenomen te worden. ‘T en is niet persklaar. ‘T is louter maar voor uw persoonlik gebruik bestemd, en Gij en moet het niet openbaar maken, als zoodanig. Wat er in staat, is eenvoudig, en in den volstreksten zin des woords : “waar”. En bij de vermeldinge daarvan in uw opstel over de beschaafde uitspraak, kunt Gij U opentlik en ten volsten op mij persoonlik beroepen, en mijnen naam vermelden, zoo Gij dit, om d’eene of andere reden zoudt willen. En zoop2Ge U op eenig reeds in ‘t licht verschenen werk zoudt wenschen te beroepen, of daarheen zoudt willen verwijzen, wel! dan staat U ja mijn Dialecticon ten dienste. Want alles wat ik U schreef, vermeldt het Dialecticon nog uitvoeriger. Op uwe vrage of “ond, ont” in Noord-Nederland ook zóó uitgesproken wordt als ten uwent, en als in Westvl. Idioticon, bl.967 vermeld staat, moet ik antwoorden: “Neen! – in ‘t algemeen genomen neen.” In de geijkte noord-nederlandsche) boeketaal, gelijk iedereen haar uitspreekt, wanneer men b.v. luide voorleest, en in alle noord-nederlandsche gauspraken (met ééne uitzondering), zegt iedereen: bont, gezond, gevonden, rond, volkomen als “(ils/ont” in ‘t fransch, en geen zweem van hoogduitsche u, of fransche ou-klank. De Zeeuwen echter (bewoners van Zeeland) spreken, in hunne gauspraak, volkomen zòò als Gij-lien West-Vlamingen deze woorden uit; hoe zuideliker in Zeeland, hoe duideliker. Op ‘t eiland Walcheren voornamentlik, en nog sterker in Zeeusch-Vlaanderen, in ‘t westelike deel daarvan, waar men West-Vlaamsch spreekt (Sluis, Aardenburg, p3Isendike). Trouens, Zeeusch is West-Vlaamsch, in hoofdzake.
In Zeeland geldt deze uitspraak echter als buten- of boeretaal. De Zeeuwsche stedelingen, al spreken ze ook trou u en i voor ui en ij, spreken toch de bovengenoemde ond en ontwoorden als alle andere Noord-Nederlanders.
De Friesen, hunne eigene friesche taal sprekende, maken het echter volkomen als Gijlieden. Wonde, hond, rond, gezond, grond, bont, gevonden, gewonden, gebonden, enz. luiden als wuhne, huhn, ruhn, suhn, gruhn, buhnt, fuhn, wuhn, buhn, met hoogduitsche uh. Deze woorden worden in ‘t friesch geschreven, als: wûnde, hûnd, rûnd, sûnd, grûnd, enz. Sommigen schrijven ook verkeerdelik: woune, houn, roun, soun, groun, foun, enz. En oudtijds (in de 17de en 18de eeu) schreef men: wuwne, huwn, ruwn, enz. De friesche stedelingen echter, die, in hunnen friso-frankische mengelsprake trou de ui en ij als u en i uitspreken, doen als de zeeusche stedelingen, en spreken wonde, hon, rond, bont, gesond, grond, fonnen, wonnen, bonnen, met den helderen o klank, als ils ont in ‘t fransch.p4Nog moet ik u opmerken dat er geen sprake van kan zijn, alsof de u en i-uitspraak in Noord-Nederlandsch voor minder beschaafd gold, als de ui- en ei- uitspraak. Duizenden en duizenden liên uit de beschaafdste, aanzienlikste kringen der samenleving, rechters en de hooge regeerings-ambtenaren, advocaten, doctoren, notarissen, Roomsch Catholieke geesteliken en protestantsche predikanten, schoolmeesters en hoogere leeraren, groot-handelaren, enz. enz. – in de u- en i-gewesten (en vooral in Friesland, Groningerland en Drente), spreken, in het dageliksche leven, nooit anders als met dezen u- en i- klanken, lijk Gij het mij hebt hooren doen, als ik het genoegen had en d’eere naast U te zitten aan aan den feestdisch van onzen hoogvereerden vriend G.G. –
Nog iets is er, waar ik U met nadruk moet opmerkzaam maken. Gij-liên Zuid-Nederlanders zijt steeds gewoon van “Holland” te spreken, wanneer Gij Noord-Nederland in ‘t algemeen bedoelt. Alles wat aan den anderen kant van uwe noordelike belgische landsgrenzen ligt, is voor Uliên: “Holland”. Zonder blikken of blozen hoort men ten uwent zeggen: Sluis in Holland, Aardenburg, Hulst, Tilburg, Venloo in Holland, Tusschen Friesland, Gelderland, Zeeland, enz. wordt ten uwent geen onderscheid gemaakt: dat is alles “Holland”. Dat ligt aan de regeling van het onderwijs, dat geheel op fransche leest geschoeid is, en dies d’eerdrijkskunde nog ver-
…