Brugge, den 5den der Lauwmaand
1887
Eerweerden Heer,
Gelieft mij op uw tijdschrift[1] in te schrijven.
Hiernevens 1.25 frank als inschrijvingsprijs voor 1887.
Ontvangt mijne eerbiedige groetenissen.
J. Perquy
Julius PerquyMeestraat 10
Brugge
< | Resultaat 983 van 2194 | > |
---|
Naam | Gezelle, Guido; Loquela; Spoker |
---|---|
Datums | ° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist |
Bio | Guido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd. |
Links | [odis], [wikipedia], [dbnl] |
Naam | Perquy, Jules; Pater Laurentius-M.; Laurent Perquy |
---|---|
Datums | ° Brugge, 21/04/1870 - ✝ Leuven, 05/02/1946 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; bediende; pater; docent; leraar; directeur |
Bio | Jules Perquy trad op 07/12/1893 in bij de dominicanen te La Sarte en werd er op 07/12/1894 geprofest. Hij studeerde aan de School voor Politieke en Sociale Wetenschappen te Leuven (1894-1898). In Leuven legde hij op 08/12/1897 zijn plechtige geloften af en werd hij tot priester gewijd op 24/02/1899. Vanaf 10/07/1902 gaf hij er les theologie en in 1904 doctoreerde hij met La typographie à Bruxelles au début du XXe siècle. Dankzij hem kwam er een tweede medewerkster in het Algemeen Secretariaat der Christene Vrouwenvakverenigingen. Hij was directeur (vanaf 01/05/1922) van de Centrale Hogeschool voor Christelijke Arbeiders. Deze Sociale School was opgericht door pater Georges (Ceslas) Rutten (1875-1952), mede-dominicaan en oud-klasgenoot van Perquy, en had als voornaamste doel de arbeidersbevolking te (her)kerstenen. Op 03/05/1932 werd hij prior van het dominicanenklooster te Leuven. Daarnaast stond hij jarenlang aan de leiding van de Geloofsverdediging in het Antwerpse dominicanerklooster, gaf hij les aan de Katholieke Sociale Scholen voor Vrouwen te Brussel en aan de Hogeschool voor vrouwen te Antwerpen. Hij was Ridder in de Orde van Leopold II. |
Links | [odis] |
Relatie tot Gezelle | correspondent |
Bronnen | https://kadoc.kuleuven.be/pdf/nieuwsbrief/nb_2009/nb_2009_06.pdf |
Naam | Perquy, Jules; Pater Laurentius-M.; Laurent Perquy |
---|---|
Datums | ° Brugge, 21/04/1870 - ✝ Leuven, 05/02/1946 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; bediende; pater; docent; leraar; directeur |
Bio | Jules Perquy trad op 07/12/1893 in bij de dominicanen te La Sarte en werd er op 07/12/1894 geprofest. Hij studeerde aan de School voor Politieke en Sociale Wetenschappen te Leuven (1894-1898). In Leuven legde hij op 08/12/1897 zijn plechtige geloften af en werd hij tot priester gewijd op 24/02/1899. Vanaf 10/07/1902 gaf hij er les theologie en in 1904 doctoreerde hij met La typographie à Bruxelles au début du XXe siècle. Dankzij hem kwam er een tweede medewerkster in het Algemeen Secretariaat der Christene Vrouwenvakverenigingen. Hij was directeur (vanaf 01/05/1922) van de Centrale Hogeschool voor Christelijke Arbeiders. Deze Sociale School was opgericht door pater Georges (Ceslas) Rutten (1875-1952), mede-dominicaan en oud-klasgenoot van Perquy, en had als voornaamste doel de arbeidersbevolking te (her)kerstenen. Op 03/05/1932 werd hij prior van het dominicanenklooster te Leuven. Daarnaast stond hij jarenlang aan de leiding van de Geloofsverdediging in het Antwerpse dominicanerklooster, gaf hij les aan de Katholieke Sociale Scholen voor Vrouwen te Brussel en aan de Hogeschool voor vrouwen te Antwerpen. Hij was Ridder in de Orde van Leopold II. |
Links | [odis] |
Relatie tot Gezelle | correspondent |
Bronnen | https://kadoc.kuleuven.be/pdf/nieuwsbrief/nb_2009/nb_2009_06.pdf |
Naam | Gezelle, Guido; Loquela; Spoker |
---|---|
Datums | ° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist |
Bio | Guido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd. |
Links | [odis], [wikipedia], [dbnl] |
Naam | Perquy, Jules; Pater Laurentius-M.; Laurent Perquy |
---|---|
Datums | ° Brugge, 21/04/1870 - ✝ Leuven, 05/02/1946 |
Geslacht | Mannelijk |
Beroep | priester; bediende; pater; docent; leraar; directeur |
Bio | Jules Perquy trad op 07/12/1893 in bij de dominicanen te La Sarte en werd er op 07/12/1894 geprofest. Hij studeerde aan de School voor Politieke en Sociale Wetenschappen te Leuven (1894-1898). In Leuven legde hij op 08/12/1897 zijn plechtige geloften af en werd hij tot priester gewijd op 24/02/1899. Vanaf 10/07/1902 gaf hij er les theologie en in 1904 doctoreerde hij met La typographie à Bruxelles au début du XXe siècle. Dankzij hem kwam er een tweede medewerkster in het Algemeen Secretariaat der Christene Vrouwenvakverenigingen. Hij was directeur (vanaf 01/05/1922) van de Centrale Hogeschool voor Christelijke Arbeiders. Deze Sociale School was opgericht door pater Georges (Ceslas) Rutten (1875-1952), mede-dominicaan en oud-klasgenoot van Perquy, en had als voornaamste doel de arbeidersbevolking te (her)kerstenen. Op 03/05/1932 werd hij prior van het dominicanenklooster te Leuven. Daarnaast stond hij jarenlang aan de leiding van de Geloofsverdediging in het Antwerpse dominicanerklooster, gaf hij les aan de Katholieke Sociale Scholen voor Vrouwen te Brussel en aan de Hogeschool voor vrouwen te Antwerpen. Hij was Ridder in de Orde van Leopold II. |
Links | [odis] |
Relatie tot Gezelle | correspondent |
Bronnen | https://kadoc.kuleuven.be/pdf/nieuwsbrief/nb_2009/nb_2009_06.pdf |
Titel | Loquela |
---|---|
Links | [gezelle.be] |