<Resultaat 972 van 2074

>

p1+
Zeer Eerw. Heer & Vriend

Eerst en vooral houd ik eraan ued. mynen hertelyksten proficiat te zenden ter gelegenheid uwer aanstaande benoeming als "Doctor in Letteren" der Hoogeschool van Leuven. Binst het laatste verlof heb ik met eene ware voldoening vernomen, uit den mond van eenen Professor die by het stemmen dier zake tegenwoordig was, dat uwe benoeming besloten en ook reeds door den Rector aanveerd geweest had. 't Is dus met volle recht en reden dat ik ued. gelukwensche, en 'k doe 't zoo geerne! Uwen nieuwen titel en hebt gy toch niet gestolen, maar duizend maal verdiend en gewonnen.

En nu wat anders

Meester Karel Mestdag heeft my p2dezen avond komen zeggen dat hy om verschillige redens geen muziek en mocht maken op uwe Breidel-Cantate. Ik had nogtans - en al de Professors met een - gerekend dat wy in het uitvoeren van zulk een stuk het schoonste deel onzer toekomende Prysdeelinge zouden gevonden hebben. Het is uitnemende spytig dat zulk een werk in 't water valt, byzonderlyk na de beloften die Mer Karel gedaan had.

Zou er geen middel zyn om van Edg. Tinel te verkrygen dat hy het muziek zou maken? Gy die reeds met hem gewrocht hebt, zoudt gy zulks van hem niet toegestaan worden?.... 'K durf het ued. maar schaars vragen.. maar, nu, 't staat er.. en gy zult- oordeelen.

Intusschentyd heeft Mestdag uw handschrift weêrom in zynen zak gesteken, en gezeid dat hy zelve u de p3redens zou schryven die hem beletten zyn woord te houden. Hy ging u ook eene kleine veranderinge aan sommige verzen of strophen vragen, en schynt genegen om er daarna muziek op te maken.... maar voor ons niet!

Ik heb hem geantwoord dat hy ongetwyfeld de verzen mocht houden om ze naar u te zenden, maar dat ik van zin was u te vragen of wy geenen anderen toonzetter zouden mogen met de zake belasten. Den eersten die in myn gedacht kwam was Tinel. Weigert hy, wy zouden misschien kunnen schoone spreken by Frans Deconink, onzen stadsgenoot, een van de vier mededingers voor de "officiëele cantate"?

Dit alles opdat gy de zake ten gronde zoudt kennen als gy den brief[1] van Mestdag zult lezen...

Aanveerd, Myn Zeer Eerw. Heer, mynen rechtzinnigen eerbied en achting
H. Rommel
Principaal
Brugge Vrydag avond 6 mei

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamRommel, Hendrik
Datums° Rumbeke, 08/06/1847 - ✝ Brugge, 16/07/1915
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; schooldirecteur; inspecteur
BioHendrik Rommel, zoon van Ivo Rommel, uurwerkmaker en schepen,te Rumbeke en Carolina Bossaert, studeerde aan het kleinseminarie te Roeselare (studeerde af in 1867). Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 23/12/1871. Hij studeerde verder aan de universiteit van Leuven. In oktober 1873 werd hij huisleraar bij de familie van Caloen en in september 1874 leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. In september 1883 werd hij principaal van het Sint-Lodewijkscollege tot 26/09/1896. Hij was betrokken bij de inrichting van de collegekapel. Hij liet ook een nieuwe studiezaal bouwen. Hij vroeg Gezelle geregeld om gelegenheidsgedichten voor festiviteiten in het Sint-Lodewijkscollege. Hij werkte mee aan Rond den Heerd en Biekorf. Op 14/03/1892 werd hij erekanunnik van de Brugse kathedraal. Hij was lid (1895-1915) en voorzitter van de Bibliotheekcommissie van de Stad Brugge. Op 26/09/1896 werd hij diocesaan inspecteur van de bisschoppelijke colleges en hij stichtte de “revue pratique de l’enseignement” voor de scholen in het bisdom Brugge (1896). Hij kreeg de titel doctor honoris causa aan de universiteit Leuven en hij werd titulair kanunnik van de Brugse kathedraal (26/03/1908).
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedichten

Briefschrijver

NaamRommel, Hendrik
Datums° Rumbeke, 08/06/1847 - ✝ Brugge, 16/07/1915
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; schooldirecteur; inspecteur
BioHendrik Rommel, zoon van Ivo Rommel, uurwerkmaker en schepen,te Rumbeke en Carolina Bossaert, studeerde aan het kleinseminarie te Roeselare (studeerde af in 1867). Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 23/12/1871. Hij studeerde verder aan de universiteit van Leuven. In oktober 1873 werd hij huisleraar bij de familie van Caloen en in september 1874 leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. In september 1883 werd hij principaal van het Sint-Lodewijkscollege tot 26/09/1896. Hij was betrokken bij de inrichting van de collegekapel. Hij liet ook een nieuwe studiezaal bouwen. Hij vroeg Gezelle geregeld om gelegenheidsgedichten voor festiviteiten in het Sint-Lodewijkscollege. Hij werkte mee aan Rond den Heerd en Biekorf. Op 14/03/1892 werd hij erekanunnik van de Brugse kathedraal. Hij was lid (1895-1915) en voorzitter van de Bibliotheekcommissie van de Stad Brugge. Op 26/09/1896 werd hij diocesaan inspecteur van de bisschoppelijke colleges en hij stichtte de “revue pratique de l’enseignement” voor de scholen in het bisdom Brugge (1896). Hij kreeg de titel doctor honoris causa aan de universiteit Leuven en hij werd titulair kanunnik van de Brugse kathedraal (26/03/1908).
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedichten

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamNameche, Alexandre-Joseph
Datums° Perwez, 26/07/1811 - ✝ Heverlee, 30/01/1893
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; professor; rector; historicus
BioNameche werd op 13/06/1835 tot priester gewijd te Mechelen. Hij was hoogleraar geschiedenis, vicerector en rector magnificus van de Katholieke Universiteit te Leuven (1872-1881). Hij is vooral bekend door zijn standaardwerk Cours d'histoire nationale, 30 dln. (1853-1894).
Links[odis], [wikipedia]
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamRommel, Hendrik
Datums° Rumbeke, 08/06/1847 - ✝ Brugge, 16/07/1915
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; schooldirecteur; inspecteur
BioHendrik Rommel, zoon van Ivo Rommel, uurwerkmaker en schepen,te Rumbeke en Carolina Bossaert, studeerde aan het kleinseminarie te Roeselare (studeerde af in 1867). Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 23/12/1871. Hij studeerde verder aan de universiteit van Leuven. In oktober 1873 werd hij huisleraar bij de familie van Caloen en in september 1874 leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. In september 1883 werd hij principaal van het Sint-Lodewijkscollege tot 26/09/1896. Hij was betrokken bij de inrichting van de collegekapel. Hij liet ook een nieuwe studiezaal bouwen. Hij vroeg Gezelle geregeld om gelegenheidsgedichten voor festiviteiten in het Sint-Lodewijkscollege. Hij werkte mee aan Rond den Heerd en Biekorf. Op 14/03/1892 werd hij erekanunnik van de Brugse kathedraal. Hij was lid (1895-1915) en voorzitter van de Bibliotheekcommissie van de Stad Brugge. Op 26/09/1896 werd hij diocesaan inspecteur van de bisschoppelijke colleges en hij stichtte de “revue pratique de l’enseignement” voor de scholen in het bisdom Brugge (1896). Hij kreeg de titel doctor honoris causa aan de universiteit Leuven en hij werd titulair kanunnik van de Brugse kathedraal (26/03/1908).
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; aanvrager gelegenheidsgedichten
NaamTinel, Edgar
Datums° Sinaai, 27/03/1854 - ✝ Brussel, 28/10/1912
GeslachtMannelijk
Beroepcomponist
BioEdgar Tinel kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn vader, die koster-organist was in Sinaai. Aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel kreeg hij les van o.a. Louis Brassin (piano), Alphonse Mailly (orgel) en François-Auguste Gevaert (compositie). Als pianovirtuoos werd hij een internationaal gevierd concertpianist met vertolkingen van Beethoven, Liszt en Mendelssohn, maar vooral Schumann. Daarna legde hij zich meer toe op de compositie. In 1877 kreeg hij de Prix de Rome voor zijn cantate Klokke Roeland op tekst van Maurits Sabbe. Door dit Nederlandstalige werk gingen velen de Franstalige Tinel onterecht als een flamingant aanzien. Wel schreef hij veel muziek op Nederlandse teksten, en was hij een van de eersten die gedichten van Gezelle op muziek zette. Hij schreef vooral vocale muziek. Samen met Jacques-Nicolas Lemmens leidde hij in België de internationale beweging voor authentieke kerkmuziek, waar ook August Reyns en Karel Mestdagh toe behoorden. In 1881 volgde hij Lemmens op als directeur van het Mechels Instituut voor religieuze muziek, het latere Lemmensinstituut. In 1889 werd hij aangesteld als inspecteur voor muziekonderricht, en in 1896 werd hij professor contrapunt en fuga aan het Brusselse conservatorium, waarvan hij vanaf 1908 directeur was. Hij steunde de Brugse componist Joseph Ryelandt tijdens zijn opleiding.
Relatie tot Gezellecorrespondent; componist van Gezelleliederen
Bronnen http://svm.be/content/tinel-edgar
NaamMestdagh, Karel
Datums° Brugge, 22/10/1850 - ✝ Brugge, 10/03/1924
GeslachtMannelijk
Beroepcomponist; dirigent; organist; leraar
BioKarel Mestdagh, Brugs componist, organist en leraar, was een leerling aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, waar hij de invloed onderging van H. Verriest (Vlaams bewustzijn) en Pieter Busschaert (muziek). Hij studeerde muziek aan de Brugse muziekschool, en bij François-Auguste Gevaert en Peter Benoit. Na zijn muziekstudies in Leipzig (1868-1870) vestigde hij zich als landmeter. Hij zette zich in voor de herbronning van de liturgische muziek en de vervlaamsing van het muziekleven en -onderwijs. Hij was lid van het Muziekcomiteit van West-Vlaanderen dat ijverde voor een nationale muziek (Peter Benoit). In de lijn van een internationale beweging voor authentieke kerkmuziek, in België geleid door Lemmens en Tinel, gaf hij samen met Auguste Reyns het maandblad Harmoniae Sacrae (1871-1880) uit, met publicatie van motetten, missen en orgelstukken. In 1894 werd hij lid van de kunstminnende vereniging Chat Noir en in 1900 directeur en leraar contrapunt en fuga aan de Brugse muziekschool, waar hij de kwaliteit van het onderwijs gevoelig verbeterde. Hij was lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunst, en van de Nationale Raad voor de verbetering van hetmuziekonderwijs. Van 1911 tot 1923 was hij jurylid voor de toekenning van de Romeprijs voor compositie. Hij componeerde liederen op teksten van Gezelle.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecomponist Gezelleliederen
Bronnen http://svm.be/content/mestdagh-karel
NaamDe Coninck, Frans
Datums° Brugge, 12/12/1855 - ✝ Ledeberg, 04/01/1923
GeslachtMannelijk
Beroepcomponist
BioFrans De Coninck studeerde aan het Stedelijke Muziekconservatorium van Brugge en behaalde er eerste prijzen. Later trok hij naar het Brusselse Conservatorium. In 1889 werd hij leraar aan de muziekschool van Brugge. Hij was ook kapelmeester van het 1e Linie. In de Scheldestreek werd hij dirigent van verschillende harmonies. Frans De Coninck componeerde symfonische werken, kamermuziek, marsen, cantates, een oratorium, koormuziek en operettes. Hij zette ook teksten van Gezelle op muziek.
Relatie tot Gezellecomponist van muziek op tekst van Gezelle
Bronnen http://svm.be/content/de-coninck-

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - instituut/vereniging

NaamUniversiteit Leuven
BeschrijvingDe Universiteit van Leuven werd gesticht in 1425 en opgeheven in 1797. Na een onderbreking werd ze heringericht vanaf 1834. Gezelle had er talrijke contacten zowel onder de professoren als bij de studenten. In 1887 werd hij Doctor honoris causa van de Leuvense universiteit.
Datering1425
Links[wikipedia]

Naam - gebeurtenis Guido Gezelle

GebeurtenisDoctor honoris causa
Periode06/05/1887
BeschrijvingGezelle doctor honoris causa van de Katholieke Universiteit te Leuven.

Titel - gedicht van Guido Gezelle

Titelo Enkele die nog staat, uit zoveel wondere steden
PublicatieTijdkrans (Verzameld dichtwerk, deel III), p. 423

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Rommel, Hendrik

Correspondenten

Gezelle, Guido
Rommel, Hendrik

Naam - gebeurtenis Guido Gezelle

Doctor honoris causa

Naam - instituut/vereniging

Universiteit Leuven

Naam - persoon

Nameche, Alexandre-Joseph
Rommel, Hendrik
Tinel, Edgar
Mestdagh, Karel
De Coninck, Frans

Naam - plaats

Brugge

Plaats van verzending

Brugge

Titel - gedicht van Guido Gezelle

o Enkele die nog staat, uit zoveel wondere steden

Titel06/05/[1887], Brugge, Hendrik Rommel aan [Guido Gezelle]
EditeurBart Vandekerkhove; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderRommel, Hendrik
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum06/05/[1887]
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieJaartal gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie ; adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Gepubliceerd inTijdkrans II, p.205-206
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 211x136
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 3 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle; idem rechts: 6/5 [1887] (inkt, beide hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5807
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12119
Inhoud
IncipitEerst en vooral houd ik eraan
Samenvatting eredoctoraat in Leuven (doctoratus honoris causa); op vraag van H. Rommel schreef Gezelle het gedicht: "De Brugsche Metten" (o Enkele die nog staat, Verz. dichtw., dl.4, p.423-425). Het zou getoonzet worden door Karel Mestdagh en gezongen worden tijdens de prijsuitreiking in het Sint-Lodewijkscollege van Brugge en opgedragen worden aan H. Rommel; op 06/05/1887 zegt K. Mestdagh af. Rommel vraagt Gezelle om E. Tinel te contacteren voor de compositie of eventueel Frans Deconinck bij weigering van Tinel. Het poëziehandschrift van Gezelle is nog in bezit van K. Mestdagh.
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.