Om eenigen uitleg te bekomen over eene zake die betrek heeft met de Vlaamsche tale peise ik mij niet beter te kunnen wenden dan naar eenen man bekend om de liefde en voledige[1] kenissen der moedertale.
Niettegenstaande ik nooit de eere en had met U persoonlijk in onderhandelinge te treden durf ik toch hopen Mijnheer van uwenswege een kleen woordje uitleg te bekomen.
Zie hier van wat er sprake is.
Als West-Vaamsche student,[2] ben ik, zooals gij ongetwijffeld[3] wel ziet, nog al liefhebber van “de slepende e”[4] maar zoo het schijnt uit de bemerkinge van den Heere Leeraar[5] zou ik daar te groot gebruik van maken “’t en is maar als men voledige[6] kenissen van zijne tale bezit, zoo zegt hij, dat men weet waar men de slepende p2e mag gebruiken.” - -
Ik vraag u dus Mijnheer, als het zijn kan mij daar eene kleene regel of bemerkinge van te geven, alsook van het gebruik van en in den onkennenden zien BV.: “Ik en heb hem, niet gezien” voor “Ik heb hem niet gezien.” met en te gebruiken zou het juiste beantwoorden aan het fransch - “Je ne l’ai pas vu.”[7]
Vooraleer uit te scheen moet ik u verschooninge vragen over mijne stoutigheid, ge ziet M. dat ik zonder “fransche complimenten” ben en vriend van “Jan rechtuit”







