Noten

[1] De zondag vóór aswoensdag = 04/03/1888.
[2] Mogelijk was dit ter gelegenheid van de priesterwijding van Camiel De Jonghe kort voor de brief op 17/12/1887.
[3] Zuivel-Zuigel verscheen niet in het tijdschrift Rond den Heerd.
[4] Zuivel-zuigel verscheen niet in het tijdschrift Belfort.
[5] Zuivel-Zuigel verscheen niet in het tijdschrift Loquela.
[6] cranke spise = slecht eten
[7] In kokend water gelegd, met kokend water gedrenkt.
[8] calikutsche hoen = kalkoen
[9] erwten
[10] hamelen bout = schapenbout
[11] WNT: ladic = sla; dus korensla of veldsla
[12] de witte wijn uit Gascogne heeft een korte rijpingstijd en dus ook een korte afdronk
[13] zoete (witte) wijn uit Tourraine
[14] Rijn > gekoelde Rijnwijn
[15] champagne
[16] Streepling is een appelsoort.
[17] MNW: Met een korten staart (fr. courtaud); bij uitbreiding, van boomvruchten, met een korten steel. Vgl. De Bo 561: “kortesteert, soort van kriek, ook van appel, met korten stengel, fr. courte-queue.”.
[18] okkernoten
[19] baardnoten WNT: Soort van noot die meerder is dan de hazelnoot en veel minder dan de bloknoot. De bolster van de baardnoten is bestaan met korte harde wol als met eenen baard, en van daar haar naam van baardnoten.
[20] Uit Historische en letterkundige avondstondener ophelderinge van eenige zeden… / Hendrik van Wijn. – Amsterdam: Joannes Allart. 1700, p.95-96, Noot: Rekeningen Williaems V.D. Couster :van Alreheyl. av. 1395 - Alreheyl. av. 1396. Art. Coken wordt, onder het ‘Cokenkruit opgeteld Safsraen, Peper, Greynen, Comün, Muscaten, Nagelen, Gengenber, Canél, Foelge, Witsuker, groen Gengenber, Potsuker, Amandelen.’
[21] MNW: grein: ook in den zin van korrel van een bepaalde soort. Vooral in den zin van cardamom, een kleine geneeskrachtige pepersoort.
[22] komijn
[23] muskaatnoot
[24] kruidnagel
[25] gember
[26] Foelge of foelie is de gedroogde zaadmantel van de muskaatnoot.
[27] MNW: Benaming van eene soort suiker, volgens Kil. meelsuiker, poedersuiker.
[28] Hendrik van Wijn, Historische en letterkundige avondstondener ophelderinge van eenige zeden…. Amsterdam: Joannes Allart. 1700, p.98-99
[29] MNW rosaet = Gezegd van verschillende stoffen, waarin een aftreksel van rozebladen is opgelost, of bij welker bereiding rozenwater gebruikt wordt.
[30] MNW = ingemaakte vruchten, confituren; ook de eene of andere spijs (vla) of koek, hiermede bereid, confiturentaart.
[31] Met bladgoud versierde koeken.

Register

Correspondenten

NaamCarette, Rijkaart
Datums° Meulebeke, 08/02/1846 - ✝ Koolskamp, 04/09/1909
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; hulppastoor; pastoor
BioRijkaert Carette was de zoon van hoefsmid Désiré Carette en Sophie Ducarin. Hij werd leraar aan het Sint-Lodewijkscollege van Brugge (11/09/1869 - 03/03/1883). Ondertussen ontving hij de priesterwijding in Brugge op 02/04/1870. Na zijn loopbaan als leraar werd hij hulppriester in Koolskamp (03/03/1883) en pastoor in Jonkershove (17/09/1890) en Otegem (27/03/1894). Op 14/10/1905 nam hij ontslag en verbleef verder in Koolskamp. Hij schreef artikels voor Rond den Heerd o.m. over aardappels. In 1905 publiceerde hij het werkje De eerste invoer van aardappels in Europa.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); adressenlijst Cordelia Van De Wiele; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; medewerker Rond den Heerd
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamCarette, Rijkaart
Datums° Meulebeke, 08/02/1846 - ✝ Koolskamp, 04/09/1909
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; hulppastoor; pastoor
BioRijkaert Carette was de zoon van hoefsmid Désiré Carette en Sophie Ducarin. Hij werd leraar aan het Sint-Lodewijkscollege van Brugge (11/09/1869 - 03/03/1883). Ondertussen ontving hij de priesterwijding in Brugge op 02/04/1870. Na zijn loopbaan als leraar werd hij hulppriester in Koolskamp (03/03/1883) en pastoor in Jonkershove (17/09/1890) en Otegem (27/03/1894). Op 14/10/1905 nam hij ontslag en verbleef verder in Koolskamp. Hij schreef artikels voor Rond den Heerd o.m. over aardappels. In 1905 publiceerde hij het werkje De eerste invoer van aardappels in Europa.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); adressenlijst Cordelia Van De Wiele; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; medewerker Rond den Heerd

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamKoolskamp
GemeenteArdooie

Naam - persoon

NaamCarette, Rijkaart
Datums° Meulebeke, 08/02/1846 - ✝ Koolskamp, 04/09/1909
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; hulppastoor; pastoor
BioRijkaert Carette was de zoon van hoefsmid Désiré Carette en Sophie Ducarin. Hij werd leraar aan het Sint-Lodewijkscollege van Brugge (11/09/1869 - 03/03/1883). Ondertussen ontving hij de priesterwijding in Brugge op 02/04/1870. Na zijn loopbaan als leraar werd hij hulppriester in Koolskamp (03/03/1883) en pastoor in Jonkershove (17/09/1890) en Otegem (27/03/1894). Op 14/10/1905 nam hij ontslag en verbleef verder in Koolskamp. Hij schreef artikels voor Rond den Heerd o.m. over aardappels. In 1905 publiceerde hij het werkje De eerste invoer van aardappels in Europa.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); adressenlijst Cordelia Van De Wiele; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; medewerker Rond den Heerd
NaamDe Jonghe, Camiel
Datums° Koolskamp, 24/01/1862 - ✝ Oostrozebeke, 17/01/1930
GeslachtMannelijk
Beroeppriester, leraar, onderpastoor; pastoor
BioCamiel De Jonghe was de zoon van Petrus, landbouwer en Ludovica Hoornaert. Hij werd in Brugge tot priester gewijd op 17/12/1887. Vervolgens werd hij leraar aan het college van Kortrijk (18/06/1887), Ieper (12/09/1889), en het kleinseminarie te Roeselare (20/09/1897). Hij werd onderpastoor in Oostkamp (14/01/1904) en pastoor in Houtem (28/05/1912), Gits (26/02/1920) en Oostrozebeke (22/02/1922).
Links[odis]

Naam - plaats

NaamKoolskamp
GemeenteArdooie

Naam - instituut/vereniging

NaamDe Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde
BeschrijvingDit wetenschappelijk genootschap bestudeert en stimuleert de Nederlandse taal- en literatuur. Na een lange voorgeschiedenis werd het opgericht bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1886 als Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. De activiteiten omvatten onder meer maandelijkse bijeenkomsten met wetenschappelijke en letterkundige besprekingen, prijsvragen en publicaties. Guido Gezelle was één van de stichtende leden. Dit was een belangrijke erkenning van zijn werk. Hij was betrokken bij verschillende prijsvragen en schonk ook een deel van zijn boeken aan de academie.
Datering1886-heden
Links[wikipedia]

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelRond den Heerd. Een leer-en leesblad voor alle lieden.
Links[gezelle.be]
TitelLoquela
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelDie Dietsche doctrinale, leerdicht van den jare 1345, toegekend aan Jan Deckers
AuteurDeckers, Jan
Datum1842
Plaatss Gravenhage
UitgeverSchinkel
GGBGGB 1191 http://zoeken.brugge.bibliotheek.be/detail/Jan-Deckers/Die-Dietsche-doctrinale-leerdicht-van-den/Boek/?itemid=%7Clibrary%2Fv%2Fobbrugge%7C267024
TitelHet Belfort. Tijdschrift toegewijd aan letteren, wetenschap en kunst (periodiek)
AuteurClaerhout, Juliaan (redacteur)
Datum1886-1899
PlaatsGent
UitgeverS. leliaert, A. Siffer en Co
Links[dbnl], [odis]
TitelHistorische en letterkundige avondstonden er ophelderinge van eenige zeden der Nederlanden
Auteurvan Wijn, Hendrik
Datum1800
PlaatsAmsterdam
UitgeverJoannes Allart
Links[dbnl]

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Carette, Rijkaart

Correspondenten

Carette, Rijkaart
Gezelle, Guido

Naam - instituut/vereniging

De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde

Naam - persoon

Carette, Rijkaart
De Jonghe, Camiel

Naam - plaats

Koolskamp

Plaats van verzending

Koolskamp

Titel - ander werk

Die Dietsche doctrinale, leerdicht van den jare 1345, toegekend aan Jan Deckers
Het Belfort. Tijdschrift toegewijd aan letteren, wetenschap en kunst
Historische en letterkundige avondstonden er ophelderinge van eenige zeden der Nederlanden

Titel - werk van Guido Gezelle

Rond den Heerd. Een leer-en leesblad voor alle lieden.
Loquela
Titel28/12/1887, Koolskamp, Rijkaart Carette aan [Guido Gezelle]
EditeurEls Depuydt; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderCarette, Rijkaart
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum28/12/1887
VerzendingsplaatsKoolskamp (Ardooie)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 208x134
wit, vierkant geruit
papiersoort: 3 zijden beschreven, zijde 1 in 2 richtingen beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.); idem rechts: 28 Xber (potlood)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5959
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12247
Inhoud
IncipitIk zal de Zuivel- of Zuigel-
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.