<Resultaat 1080 van 2050

>

p1
Monsieur et honoré Confrère,

Le Comité flamand se réunira le mercredi huit février à 2h.1/2, à l'hôtel de ville de Bailleul; vous en recevrez sous peu l'avis officiel de notre président; mais je tiens à vous prier d'accepter de vous asseoir à ma table ce jour là, si comme je l'espère vous pouvez être des nôtres. Vous savez avec quelle joie nous vous acceuillons chaque fois que vos travaux et vosp2occupations vous permettent de venir jusqu à nous.

Si je ne craignais d'abuser de votre obligeance; je vous demanderais un petit service au nom de notre société. Comme trésorier, j'ai mis, il y a deux mois, en recouvrement les quittances de cotisations annuelles et il m'en est revenu plusieurs, dont la poste n'avait pû trouver les destinataires aux adresses que j'indiquais; parmi eux se trouvent deux de nos membres que vous avez présentés et que vous devez connaître; ce sont Messieurs Samyn, autrefois professeur à Mouscron et Jean van Ruymbeke. Je mep3permets de joindre ici les deux quittances de ces messieurs, vous priant de les leur envoyer. M. J. Van Ruymbeke n'a pas reçu le dernier volume paru parceque la cotisation de 1886 n'a pas été payée. Je faisais recevoir pour lui à Courtrai et probablement cette adresse était fautive. Je vous demanderais le huit février de vouloir bien me la donner exactement. Si vous recevrez le montant des deux cotisations réclamées, je vous prierai de me le remettre ce jour là. Sitôt que j'aurai l'adresse exacte de M. Van Ruymbeke je lui adresserai le dernier volume paru auquel le paiement de la cotisation de 1886 lui donnerap4droit.

Excusez moi de vous être ainsi à charge mais les finances du Comité flamand sont si peu prospères que je suis obligé de faire effectuer toutes les rentrées pour payer l'impression du dernier volume des Annales.

Veuillez agréer Monsieur et honoré confrère l'assurance de mon tout respectueux dévouement
Eugène Cortyl
46 rue d'ypres.

Register

Correspondenten

NaamCortyl, Eugeen
Datums° 11/04/1846 - ✝ Hazebrouck, 13/08/1935
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioEugeen Cortyl studeerde rechten aan de universiteit van Parijs en werd doctor in de rechten in 1869. Hij werd in 1879 lid van het Comité Flamand de France. In 1876 was hij schatbewaarder, in 1890 secretaris en in 1900 ondervoorzitter van dit genootschap. Hij was advocaat en behoorde tot de conservatieve burgerij. Van 1919 tot 1935 was hij buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de KANTL; comité Flamand de France
BronnenChristine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamCortyl, Eugeen
Datums° 11/04/1846 - ✝ Hazebrouck, 13/08/1935
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioEugeen Cortyl studeerde rechten aan de universiteit van Parijs en werd doctor in de rechten in 1869. Hij werd in 1879 lid van het Comité Flamand de France. In 1876 was hij schatbewaarder, in 1890 secretaris en in 1900 ondervoorzitter van dit genootschap. Hij was advocaat en behoorde tot de conservatieve burgerij. Van 1919 tot 1935 was hij buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de KANTL; comité Flamand de France
BronnenChristine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBailleul

Naam - persoon

NaamCortyl, Eugeen
Datums° 11/04/1846 - ✝ Hazebrouck, 13/08/1935
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioEugeen Cortyl studeerde rechten aan de universiteit van Parijs en werd doctor in de rechten in 1869. Hij werd in 1879 lid van het Comité Flamand de France. In 1876 was hij schatbewaarder, in 1890 secretaris en in 1900 ondervoorzitter van dit genootschap. Hij was advocaat en behoorde tot de conservatieve burgerij. Van 1919 tot 1935 was hij buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de KANTL; comité Flamand de France
BronnenChristine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981
NaamSamyn, Joseph
Datums° Tielt, 11/01/1854 - ✝ Westouter, 09/08/1909
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; directeur, pastoor; auteur
BioJoseph Samyn, zoon van Frederic-Eugeen Samyn, apotheker, en Stephanie Geeraert, werd tot priester gewijd op 26 mei 1877 en onmiddellijk erna werd hij leraar aan het college in Oostende. Hij was verder leraar aan het college van Moeskroen (1881-1886) en Menen (tot 24 mei 1893). Vervolgens werd hij op 24 mei 1893 onderpastoor in Otegem, dit tot 1897. Hij kreeg nog een functie als directeur van Engelendale te Brugge en van het gesticht Sint-Dominicus. Later was hij pastoor te Sint-Eloois-Vijve (12/01/1901) en te Westouter (12/10/1906). Vanaf 1883 was hij al lid van het Comité Flamand de France. Als auteur publiceerde hij vooral over plaatselijke geschiedenis, maar hij was ook een groot taal- en kruidenkenner. In 1888 gaf hij Deken De Bo's Kruidwoordenboek uit en in 1892 de tweede druk van het Westvlaamsch Idioticon van L.L. De Bo. Gezelle droeg het gedicht Chrysanthemen aan hem op.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; medewerker Rond den Heerd; lid Comité flamand de France; (aanvrager) gelegenheidsgedichten
NaamVan Ruymbeke, Jan; Van Ruymbeke, Jean
Datums° Kortrijk, 26/03/1846 - ✝ Oedelem, 27/07/1924
GeslachtMannelijk
Beroepauteur; historicus; archeoloog; burgemeester
BioJean van Ruymbeke behoorde tot een vooraanstaande familie te Kortrijk. Hij trouwde in 1893 met Henriette van Hoobrouck de Mooreghem (Ename 1861 - Oedelem 1935). Het echtpaar vestigde zich in het kasteel de Wapenaer in Oedelem. Van Ruymbeke was een echt bibliofiel, auteur, historicus en archeoloog. Hij was mede-oprichter en conservator van het archeologisch museum van Kortrijk. Hij was burgemeester van Oedelem van 1897 tot 1907.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent

Naam - plaats

NaamBailleul
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamMoeskroen

Naam - instituut/vereniging

NaamComité Flamand de France
BeschrijvingHet Comité Flamand de France werd opgericht op 10 april 1853 door de jurist Edmond de Coussemaker, eerste voorzitter, en vijf andere leden van de "Société dunkerquoise pour l'encouragement des sciences, des lettres et des arts". Het is een academische vereniging met als doel de studie en de verspreiding van de Vlaamse cultuur in Frans-Vlaanderen. De vereniging is nog altijd actief. Zij geeft een jaarboek, "Annales du Comité Flamand de France", voor het brede publiek uit, en een "Bulletin du Comité Flamand de France" voor de leden. Het Comité is gevestigd in Hazebrouck. Het kende een grote bloei, en kreeg ook buitenlandse aandacht van figuren zoals Jakob Grimm, Hendrik Conscience, Prudens Vanduyse, enz. Ook Guido Gezelle werd lid in 1886 en erelid in 1891. Hoewel het Comité het Vlaamse culturele erfgoed bestudeert en verzamelt kent het geen afkeer tegenover de Franse Republiek en hield het zich anderzijds afzijdig van het Vlaamse nationalisme.
Datering10/04/1853-

Titel - ander werk

TitelAnnales du Comité Flamand de France
Datum1854-
PlaatsLille
UitgeverDesclée de Brouwer

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Cortyl, Eugeen

Correspondenten

Cortyl, Eugeen
Gezelle, Guido

Naam - instituut/vereniging

Comité Flamand de France

Naam - persoon

Cortyl, Eugeen
Samyn, Joseph
Van Ruymbeke, Jan

Naam - plaats

Bailleul
Kortrijk
Moeskroen

Plaats van verzending

Bailleul

Titel - ander werk

Annales du Comité Flamand de France

Titel29/01/1888, Bailleul, Eugeen Cortyl aan [Guido Gezelle]
EditeurInge Geysen; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderCortyl, Eugeen
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum29/01/1888
VerzendingsplaatsBailleul
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Gepubliceerd inDe brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899) / door Christine Decoo. - Gent : onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1984, dl.1, p.32-33
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 208x133
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief5979
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12267
Inhoud
IncipitLe Comité flamand se réunira
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.