Ik[3] wil geen acht en veertig uren wachten van te antwoorden op uwen minnelijken brief…… alhoewel ik noch aan, noch bij het scheutelken zit.
Zie hier hoe het geld uitgedeeld wordt -45.000 fr.!- Leg ze mij daar.
M. Van Droogenbroeck, lid der Vlaamsche Taalkamer en dien Heer ende Meester Gezelle goed moet kennen, doet daarmeê wat hy wil.
De minister is nen waal, de algemeene Bestuurder van ’s gelijke, zoodat Jan Ferguut[4] letterkundige lapnaam van M. V.D.[5] hier alles te zeggen heeft.
Om iets te bekomen moet gij eerst en vooral een verzoekschrift zenden naar den Heer Minister De Moreau, in het welk gij zooveel mogelijk boft met Loquela, het geld en den tijd dat dit schrift u kost en de diensten die het bewijst aan de vlaamsche letterkunde enz. enz. boven al dat het het eenigste is dans son genrep2Zooveel mogelijk gebruikt geen westvlaamsch
Wilt gij den minister aangenaam zijn zendt hem ter zelver tijd eene vertaling in ’t Fransch van uw verzoekschrift.
Gaat dan de Heeren senators & volksvertegenwoordigers van Brugge & Kortrijk vinden en doet ze daar nen: Recommendation tous specialement à M. le Ministre op zetten en voorzeker krijgt gij, zoo niet eene toelage ten minste dat men op 100 of 200 exemplaren inschrijve.
Maar ’t beste van al- als dit alles gedaan is- ware dat Heer Guido een woordeken zei aan Van Droogenbroeck in de Taalkamer en hem deed ondersteunen door Edw. Gailliard.
Uw verzoekschrift zal V.Dr.[6] mij laten zien en ik zal aan de karre steken zoo veel ik kan.
Zie daar, Eerw. Heer, hoe gy het aan boord moet leggen om een toelage te bekomen (of een getal inschrijvingen) Gij ziet wat u best bevalt.
Indien gij mij voor iets van doen hebt spaar …