Onze overeenkomste met J De Meester zou op het volgende uit komen:
1°) Hij blijft de eenigste erkende uitgever en verbindt hem Loquela tweemaal 's jaare aan te bevelen in 't Belfort, de Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle en Noord en Zuid.
2°) Hij betaalt ons jaarlijks 1000 fr. voorenop en wij betalen den drukker.
Loquela trekt tegenwoordig op 750 Afleveringen voor 600 inschrijvers. Der worden 150 Afleveringen meer gedrukt waarvan 50 voor de verdoolde nummers, toognummers, nieuwe inschrijvingen enz. en 100 voor De Meesters' handel
3°) Het verzenden der nummers met al de kosten van verzenden blijft voor De Meester.
4°) Van zoo er 50 inschrijvers meer zijn geeft De Meester ons nog 50 fr. bij de 1000; ook 50 fr. min als er 50 inschrijvers min zijn.
Nu hebben wij aan den drukker te betalen voor Loquela 37,50 x 12 = 450 fr. en voor Wetensweerdigheden 19,00 x 6 = 114. Dat 's te samen 564 fr. — Wel te verstaan, wij reke-p2nen 12 Afdruksels voor Loquela en 6 Afdr. voor Wetensweerdigheden. 'k Geloove dat gij er iets tegen hebt dat wij de inschrijvinge der studenten op 1,50 fr. brengen: 't dunkt mij dat zulks hoegenaamd niet te vele en is.
't Gene mij meest van al verwonderd, 't is dat gij de nieuwe studenten zoudet willen op 1,50 brengen en de oude op 1,25 laten. Ik ben van een geheel ander gedacht. De oude, die reeds verschillige jaargangen bezitten zullen, peize ik, geheel geern den opleg doen die geheel en gansch gewettigd wordt met dat zij Wetensweerdigheden ontvangen buiten de eerste overeenkomste.
Wat dunkt er u van?
Voorders vrage ik hoe eer hoe beter mij alles te schrijven dat gij in de overeenkomste met De Meester nog zoudet willen stellen