Verschoon my indien ik zoo vry was U dezen morgen te draadmaren: Niet naar Gent komende verzoek ik U 's avonds hier te komen.
De reden was dat ik te Gent niet zyn en moet, en in de zittinge[1] niet zyn en mag, aangezien deze geheim is. Ten andere waar zouden wy te Gent gaan loopen om eens op ons gemak te kunnen spreken, ik ben er mynen t' onzent[2] kwyt, met het sterven van mynen betreurden[3] broeder.
Kost gy naar hier komen slapen dat ware zoo leutig, en myn Vlaamsche Leeuw is braaf geworden[4] Daarom heb ik, niet tegenstaande uwe menigvuldige bezigheden, U gedraadmaard, hopende dat erp2toch wel eenige uurkens ut zullen komen, nu gy van uwen prochiedienst ontslagen zyt.
Ik zou zoo geern weten hoe 't nu met U gestaan en gelegen is
De reis zoudt ge kunnen doen met een kaartjen voor twee dagen, meen ik; in alle geval kaartjes om en weer Gent heb ik altyd ter uwer beschikking.
Neem het dus niet kwalyk indien ik heb aangedrongen, Ik en zal het ook niet kwalyk nemen kunt ge my niet voldoen, maar het zou my grootelyks spyten, dat en moet ik U niet zeggen.
Donderdag moet ik te Gent zyn dan ryden wy samen op, ofwel als ge meer tyd hebt, dan gaat gy by Lepeleer en Joos, die zeer bly zullen zyn U te zien.