<Resultaat 1341 van 2074

>

p1
Mijn eerw Heer ende Meester,

Wij hebben den brief [1]van J.W. gedrukt, 't zal toch wel zijn zeker? Eenige reken zijn uitgelaten.

De zake van Pastor Dumon hebben wij in de handen gesteld van Avocaat Van Neste die een achterneef is van Pastor Dumon en die vele en misschien alle inlichtingen krijgen zal van ievers eene oude moeier die den Pastor nog gekend heeft.[2]

Voor de zake[3] van E.H. Van Costenoble hebben wij weinig trek. Ja, wij kunnen wel 250 afdruks overnemen, maar wij zullen er een goed 100 fr aan toeleggen en dat ware toch te wreed.

Ware ik in de plaatse van dien Heer Pastor ik deê als volgt:

Hij drukt op 500 afdruksels en betaalt rond de 230 fr.

Dat hij 250 afdruksels verkoope aan 1 fr. 't stuk, hij wint reeds 20 fr en hij heeft nog 250 afdrs over. –

Verkoopt hij er 250 aan 80 centimen p2hij steekt er nog 30 fr. in en hij zal toch zeker wel 30 fr kunnen maken van de 250 afdrs die hem overschieten?

Ik peize dat gij geen eenen drukker en zult vinden die het op zijne kosten doen zal en dan zult gij voorzeker moeten 80 centn betalen voor een afdruksel. Zoodus….

Wij vinden nog al in De Meester's voorstel. Doch het getal afdruksels zou moeten bepaald worden, alsook de tijd achter denwelken wij eene andere uitgave zouden mogen beginnen en 't zou wel moeten gezeid en aanveerd worden dat de eigendom de uwe blijft. Mits die en misschien nog andere voorweerden schijnt de zake ons voordeelig.

Ik wille geheel wel de zake op mij nemen en 'k zou De Meester naar Brugge roepen, maar ik moete dan eerst volle macht krijgen van uwentwege.

De Zingenschap[4] van Jan Palfijn komt in den eersten no. Misschien ware het wel iets te zeggen over de p3geschiedenisse van dat stuk of over zijn verschijnen nu bij het verjaren der feesten[5] 'k Hebbe daar iets geschreven over wereldure of wereldtijd[6] (heure - temps universelle) méridien initial enz. 'k En hadde geenen tijd om het schrijven eerst naar u te zenden.

't Zelfste voor Narden uit den Jager.[7] k en wete niet of dat u gaat aanstaan, 't is iets dat ik hebbe hooren vertellen van Moeder zaliger, 2 weken voor hare dood, als gebeurd zijnde te Eeghem.

Wij peizen in den 2 den no in eens omtrent de 8 Blzz.[8] te geven van Ser. De Quidt omdat het eerste deel niet al te vele en beteekent en veel deugd hebben zal van uit te komen te zamen met het 2de

Kunt gij de kladde wederzenden zoodanig dat ik ze Zaterdag en Zondag kunne overzien? 'k En kome niet in voor Zaterdag noene en Maandag moete ik wederom weg.

Vergeeft mij dit vuil en zorgeloos gekrabbelsel, 'k moete weg met hetp4stoomgetrek van Oostende.

Groete u vriendelijk en blijve uw zeer toegenegen
EdwVan Robays
Uit Ste Kruis, Woensdag avond.

Wilt gij dit Bladtje hierbij aan Jongvrouw Cordelia geven?

Noten

[1] J. Winkler, Brief over de geboortelepels. In: 1 (1890) 16, p.249-250
[2] J. Van Neste, Pastor Dumon. In: Biekorf: 1 (1890) 22, p.337-340; 1 (1890) 23, p.357-361
[3] Over de herdruk van Sohiers boekje: Oefeninge van de drie goddelijke deugden ende van eenige andere deugden noodig aen een christen mensch. Het boekje bevat een voorwoord van F. Van Costenoble, pastoor van Vleteren in Frans-Vlaanderen, over J. Sohier, (p. III-VIII), gevolgd door enkele aanvullende historische tekstjes. De spelling werd gemoderniseerd met behoud van de voor Frans-Vlaanderen gebruikelijke ‘ae’ i.p.v. ‘aa’. In talloze ongeduldige brieven dringt Van Costenoble in 1890 en 1891 bij Gezelle aan op het verschijnen van de herdruk. De herdruk was duidelijk het werk van Gezelle. Dit blijkt o.m. uit de brief van Van Costenoble aan Gezelle van 01/02/1890 en het feit dat Gezelle al die tijd in het bezit was van het exemplaar van het oorspronkelijke werkje, eigendom van het Comité Flamand de France. Hij onderhandelde met de drukker.
[4] Het gedicht van Gezelle verscheen in Biekorf onder de titel: Guido Gezelle, Zingenschap Jan Palfijn ter eere. In: Biekorf: 1 (1890) 16, p.246-249
[5] Op 19/08/1889 werd in Kortijk een standbeeld voor Jan Palfijn onthuld. De feesten duurden van 18-27 augustus 1889 met o.a. vuurwerk van Romaan Gezelle. Gezelle schreef het gedicht Van hier, die twist en tweedracht voedt. De bedoeling was dat Tinel er muziek op zette, hetgeen niet gebeurde.
[6] E. Van Robays, Wereldure en Wereldtijd. In: Biekorf: 1 (1890) 16, p.250-254; 1 (1890) 17 p.257-260; 1 (1890) 19, p.297-298
[7] Verhaal over Narden en zijn vrouw, twee analfabeten die er in hun café een bijzondere boekhouding op na houden. D., Narden uit den Jager. In: Biekorf: 1 (1890) 18, p.277 -280
[8] S. Dequidt, Uit den ouden kindertijd. In: 1 (1890) 18, p.273-277

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVan Robays, Edward; Van Roobeke, Edward
Datums° Egem, 2 of 3/02/1855 - ✝ Barhamur, 30/05/1906
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; missionaris; pater jezuïet
VerblijfplaatsIndië
BioEdward Van Robays, zoon van Leonardus, timmerman, en Rosalia Fraeye, werd tot priester gewijd te Brugge op 22/05/1880. Hij studeerde pedagogie te Leuven. Hij werd leraar wiskunde aan het Sint-Lodewijkscollege op 04/10/1881. Hij zette zich in voor de vernederlandsing van wiskundige termen en schreef diverse bijdragen hierover in Rond den Heerd. Hij was één van de stichters van het tijdschrift Biekorf. Op 24/09/1892 trad hij toe tot de jezuïeten en hij vertrok op 31/10/1894 naar West-Bengalen.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrrespondent; medewerker Rond den heerd; medestichter van Biekorf
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefschrijver

NaamVan Robays, Edward; Van Roobeke, Edward
Datums° Egem, 2 of 3/02/1855 - ✝ Barhamur, 30/05/1906
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; missionaris; pater jezuïet
VerblijfplaatsIndië
BioEdward Van Robays, zoon van Leonardus, timmerman, en Rosalia Fraeye, werd tot priester gewijd te Brugge op 22/05/1880. Hij studeerde pedagogie te Leuven. Hij werd leraar wiskunde aan het Sint-Lodewijkscollege op 04/10/1881. Hij zette zich in voor de vernederlandsing van wiskundige termen en schreef diverse bijdragen hierover in Rond den Heerd. Hij was één van de stichters van het tijdschrift Biekorf. Op 24/09/1892 trad hij toe tot de jezuïeten en hij vertrok op 31/10/1894 naar West-Bengalen.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrrespondent; medewerker Rond den heerd; medestichter van Biekorf
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamSint-Kruis
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamDe Meester, Jules
Datums° Roeselare, 04/01/1857 - ✝ Wetteren, 06/02/1933
GeslachtMannelijk
Beroepdrukker; uitgever
BioJules De Meester was de zoon van een schoenmaker. Hij vestigde zich in 1877 als boekhandelaar en later ook als uitgever in de Zuidstraat te Roeselare, vlakbij het kleinseminarie. Katholiek en Vlaams was zijn handelsmerk. Hij werd een belangrijke drukker van Guido Gezelle. Samen met de Leuvense boekhandelaar en drukker Karel Fonteyn gaf hij in 1878-1880 vier delen uit van het Verzameld Dichtwerk van Gezelle, en een tweede uitgave van het verzameld werk in 1892-1893. Hij was ook de uitgever van het taalkundige tijdschrift Loquela.
Relatie tot Gezellecorrespondent; drukker werk Gezelle
Bronnen http://users.skynet.be/sb176943/AndriesVandenAbeele/druk_gezelle.htm ;
NaamDequidt, Serafien
Datums° Oeren, 03/01/1858 - ✝ De Panne, 01/07/1911
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; pastoor; schooldirecteur; auteur; dichter
BioSeraphijn Dequidt, zoon van Joannes Dequidt, landman, en Theresia Delacauw, werd in 1881 leraar en subregent aan het college te Veurne. Op 27/08/1882 ontving hij zijn priesterwijding te Brugge. Op 14/07/1893 werd hij directeur van het Sint-Leocollege te Brugge. Hij was betrokken bij het Davidsfonds en werd in 1893 voorzitter van de Brugse afdeling. Op 06/02/1906 werd hij aangesteld als pastoor in De Panne. Als auteur schreef hij diverse artikels voor Biekorf. Hij publiceerde ook gedichten in de stijl van Gezelle. Na de dood van Gezelle verscheen van zijn hand: Guido Gezelle, zijn leven en werk (1900).
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellemedewerker Biekorf; correspondent
NaamVan De Wiele, Cordelia
Datums° Kortrijk, 18/06/1840 - ✝ Kortrijk, 16/02/1929
GeslachtVrouwelijk
Beroepsecretaresse; verzekeringsagente
BioCordelia was de dochter van de muziekleraar Jean Louis Van De Wiele (1795-1866) en Virginie Eykens (1797?-1861) uit de Kapittelstraat te Kortrijk. Haar vader was muziekleraar geweest in de H. Geestschool, en op haar beurt leverde ze zelf de 'cahiers de solvège' of notenleerschriftjes aan de harmonie van deze school. Ze werkte als verzekeringsagente bij de maatschappij 'Securitas' uit Antwerpen. Ze woonde jarenlang in de Begijnhofstraat te Kortrijk en was gedurende een kwarteeuw Gezelles secretaresse (1874-1899). Ze verrichtte ontzettend veel werk voor Gezelles Woordentas. Ze was hem behulpzaam bij zijn correspondentie en ze was ook persoonlijk betrokken bij de uitgave van de Duikalmanak (1886-1897).
Relatie tot Gezellezanter (WDT); secretaresse van Gezelle; correspondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III ; Julien Vermeulen, Een vakman in de Kortrijkse binnenstad, 2015, p.56
NaamVan Robays, Edward; Van Roobeke, Edward
Datums° Egem, 2 of 3/02/1855 - ✝ Barhamur, 30/05/1906
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; priester; missionaris; pater jezuïet
VerblijfplaatsIndië
BioEdward Van Robays, zoon van Leonardus, timmerman, en Rosalia Fraeye, werd tot priester gewijd te Brugge op 22/05/1880. Hij studeerde pedagogie te Leuven. Hij werd leraar wiskunde aan het Sint-Lodewijkscollege op 04/10/1881. Hij zette zich in voor de vernederlandsing van wiskundige termen en schreef diverse bijdragen hierover in Rond den Heerd. Hij was één van de stichters van het tijdschrift Biekorf. Op 24/09/1892 trad hij toe tot de jezuïeten en hij vertrok op 31/10/1894 naar West-Bengalen.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrrespondent; medewerker Rond den heerd; medestichter van Biekorf
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamWinkler, Johan; Jan Lou's; Grindebald
Datums° Leeuwarden, 12/09/1840 - ✝ Haarlem, 11/04/1916
GeslachtMannelijk
Beroeparts; taalkundige; auteur
VerblijfplaatsNederland (Friesland)
BioJohan Winkler kreeg een opleiding tot arts in Haarlem en Amsterdam. Na drie reizen naar Java als scheepsdokter vestigde hij zich in 1865 als arts in Leeuwarden. Hij verhuisde in 1875 naar Haarlem. Hij was ook een bekend taalkundige. Als taalparticularist was hij vooral bezig met het (Friese) dialect en naamkunde. Hij schreef vooral wetenschappelijke werken, maar ook verhalen o.m. als Grindebald en Jan Lou's. Hij publiceerde in 1874 een lofrede op het werk van Gezelle, in zijn boek "Algemeen Nederduits en Friesch dialecticon", waardoor hij bekendheid verwierf in Vlaanderen. Hij werkte mee aan "Rond den Heerd" vanaf 1875 en aan "Loquela" vanaf 1881. Hij leverde ook bijdragen voor "Biekorf". Hij was bevriend met Gezelle met wie hij uitvoerig correspondeerde.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
BronnenEncyclopedie van de Vlaamse Beweging (1973) dl 2, p.2087-2088
NaamCostenoble, Charles-Louis
Datums° Handzame, 30/01/1826 - ✝ Woumen, 06/08/1886
GeslachtMannelijk
Beroepmissionaris; pastoor; proost
VerblijfplaatsChili
BioCharles Costenoble was medestudent van Gezelle aan het kleinseminarie te Roeselare (een jaar hoger). Hij deed in 1846 zijn intrede in de congregatie van de picpussen. Hij vertrok in 1848 als missionaris naar Chili en werd er in mei 1853 tot priester gewijd in Santiago de Chile. In 1863 kwam hij terug naar België. Hij werd er eerst proost (1863) en op 19/07/1873 de eerste pastoor van de Sint-Jozefskerk te Jonkershove. Hij nam ontslag op 22/03/1884 en verbleef verder te Diksmuide. Gezelle schreef over hem naar Van Oye in 1861. Hij wordt ook vermeld in een brief van Victor Lanssens.
Links[odis]
Relatie tot Gezellemedestudent van Gezelle kleinseminarie
NaamFraeye, Rosalia
Datums° Egem, 22/05/1819 - ✝ Sint-Kruis, 06/07/1890
GeslachtVrouwelijk
Beroepnaaister
BioRozalie Fraeye huwde met Leo Van Robays op 02/08/1850. Zij was de moeder van Edward Van Robays, priester-leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge en medestichter van “Biekorf”, later jezuïet en missionaris in India.
NaamPalfijn, Jan
Datums° Kortrijk, 28/11/1650 - ✝ Gent, 21/04/1730
GeslachtMannelijk
Beroepheel- en verloskundige
BioJan Palfijn kreeg het vak van chirurgijn aangeleerd van zijn vader. Na het vak beoefend te hebben in Kortrijk en Gent werd hij in Parijs assistent van Joseph-Guichard Duvernay. Hij vestigde zich in 1695 in Gent om er lector te worden in de osteologie en chirurgie. Hij schreef verschillende boeken en o.a. een verlostang werd naar hem genoemd. In 1727 werd hij tot leraar in de ontleed- en heelkunde benoemd. Hij was ook pestmeester van de stad en werkte in De Bijloke. Voor de Jan Palfijnfeesten op 19/08/1889 werd Gezelle gevraagd om een gedicht te schrijven voor de onthulling van het standbeeld van deze internationaal bekende arts. Gezelle schreef naast de cantate ook "Jan Palfyn opschriften" die in de stoet op de feesten werden meegedragen.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellegelegenheidsgedichten
NaamDumon, Phillipus Jacobus
Datums° Klemskerke, 17/12/1752 - ✝ Zedelgem, 01/07/1811
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; coadjutor; onderpastoor; pastoor
BioDumon werd in 1777 tot priester gewijd. Hij werd coadjutor te Lapscheure (10/12/1777) en te Handzame (14/01/1779), onderpastoor te Leffinge (12/06/1779) en te Bredene (13/06/1782). Hij kreeg op 10/06/1783 de parochie van Mannekensvere toegewezen. In 1797 weigert hij de eed van haat aan het koningdom af te leggen waardoor hij op 10/03/1789 door de Fransen werd gearresteerd en in Brugge gevangen werd gehouden. Samen met 13 andere priesters werd hij naar Frankrijk gevoerd en op “La Bayonnaise” gezet die hen 10 weken later in Frans Guyana aan land zette. In een brief vertelt hij hoe hij van Cayenne opnieuw in Vlaanderen geraakte. Op 24/10/1800 was hij werkzaam als biechtvader bij de kapucijnen te Brugge en op 15/04/1801 was hij terug te Mannekensvere. Tenslotte werd hij in 1803 pastoor te Zedelgem.
Links[odis]
NaamVanneste, Julius
Datums° Oostkamp, 15/03/1863 - ✝ Brugge, 12/09/1915
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat; politicus
BioJulius Vanneste was student aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge. Hij studeerde rechten aan de universiteit van Leuven (1883-1888), waar hij lid was van de katholieke studentenbeweging. Hij was advocaat te Brugge en woonde op de Walplaats. In 1892 werd hij voorzitter van de Vlaamsche Broederbond. Hij was ook lid van de Katholieke Burgersgilde en zetelde in het bestuur van het Nationaal Vlaamsch Verbond vanaf 1895. Hij was ook politiek actief en was één van de grondleggers van het daensisme in Brugge en betrokken bij de oprichting van de lokale Christene Volkspartij. Hij stelde zich voor deze partij ook verkiesbaar. Hij was betrokken bij het blad "De Klauwaert" en andere daensistisch bladen. Hij gaf voordrachten over de kieswetten en zette zich in voor de vernederlandsing van het gerecht. Hij schreef tussen 1890 en 1892 voor het tijdschrift "Biekorf".
Relatie tot GezelleBiekorf
Bronnen https://nevb.be/wiki/Vanneste,_Julius

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamEgem
GemeentePittem
NaamOostende
GemeenteOostende
NaamSint-Kruis
GemeenteBrugge

Titel - gedicht van Guido Gezelle

TitelVan hier, die twisten tweedracht voedt
PublicatieTijdkrans (Verzameld dichtwerk, deel III), p. 464

Titel - ander werk

TitelOefeninge van de drie goddelijke deugden ende van eenige andere deugden noodig aen een christen mensch ...
AuteurSohier, Jacob
Datum1891
PlaatsBrugge
UitgeverGebr. De Plancke

Titel[13/08/1890], Sint-Kruis (Brugge), Edward Van Robays aan [Guido Gezelle]
EditeurEls Depuydt; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderVan Robays, Edward
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum[13/08/1890]
VerzendingsplaatsSint-Kruis (Brugge)
AnnotatieDatum en adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Gepubliceerd inDe briefwisseling tussen Guido Gezelle en enkele leden van de Dietsche Biehalle en Biekorf. Deel 2: Brieven / door Ina Galle. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1984-1985), p.304-305
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 212x133
wit, vierkant geruit
papiersoort: 4 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle; idem rechts: [13/8 ? 1890] (inkt, beide hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6358
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|12659
Inhoud
IncipitWij hebben den brief van J. W.
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.