Gij hebt toch zoo wel gedaan met ons handschrift te zenden, en gelooft mij vrij: quantum potes tantum aude[1]
De verlofdagen staan aan de deure en wij en zijn geen eenen no vooruit bij gebrek, louter gebrek.
Gij hebt vergeten ons een handschrift te zenden waarbij gij bekent dat wij advocaat Van Neste, R. Vervaecke, C. De Laere, V. Speybrouck, J. Craeynest, V. Goethals volle macht hebben om in uwen name te handelen met J. De M. nopens uwe Dichtwerken en nopens Loquela, doet dat aub. ten eerste mogelijk. Mogen wij de overeenkomste sluiten? 't Zal wel zijn, ik belove het u. Gaat gij eenen voorboodschap opstellen? Mogen wij zeggen dat het handschrift zal gereed zijn binnen drie weken, wel te verstaan van Tijdkrans? Aub en vergeet toch niet van spoedig te antwoorden.