Hierbij zend ik U het lijstje met dialectwoorden terug[1] die gij mij hebt laten nazien.
Agin en Egein.[2] Jawel, doch het is niet te denken, dat het overeenstemt met het engelsch again. Veeleer is ‘t nog eèns, dat in Brugge ook luidt: negeins, ‘egein en ‘egeins. Negein heb ik veel in ‘t Rousselaarsche gehoord
Bij Futtel[3] dat ik ken, hoort ook het diminutief Feutje, Futje.p2thuis, in de zegswijze: “in ze’ feutje schieten.”
Het Ypersche Tafelier (= rentenier) ken ik niet.[4] Te Brugge is een tafelier een kostkooper, kostganger, d.w.z. iemand die bij andere menschen of in een eethuis in de tafel is, fransch un commensal, client de traiteur, enz. - Dit woord zal dus te Yper moeten goedgemaakt worden.
Ik zal mijne verzameling dialectwoorden binnen kort op orde brengen en ze U dan eigenhandig bestellen, op eenen zitdag[5] te Gent.
Is er toch geen middel om – al ware ‘t maar voor tien dagen – denp3Oudenaardschen Sint Augustijn[6] in leen te krijgen? Het is juist het jongste der mij bekende handschriften.