<Resultaat 1970 van 2535

>

p1
Monsieur l’Abbé,

Rentrée de voyage, notre révérende Mère Générale vous offre ses salutations reconnaissantes et respectueuses. En même temps elle me charge de vous faire remarquer, qu’outre les errata indiqués après la préface de la vie de notre Vénérable Fondatrice, il y a dans le volume[1] plusieurs autres inexactitudes, que l’auteur[2] compte faire disparaître dans une prochaine édition.[3] Nous avons noté sur le feuillet ci-joint[4] la plupart des corrections à faire

et nous vous prions, Monsieur l’Abbé, d’agréer l’expression de notre profond respect.
Pour la Supérieure Générale des Sœurs de Notre Dame,
Sœur Marie de la Sainte Croix servante de Marie
Namur, 25 juin 1896.

Noten

[1] Er werden meerdere biografieën geschreven over Julie Billiart, door verschillende auteurs, maar in 1896 werd een nieuwe editie uitgebracht van de versie door Charles Clair. Mogelijk heeft deze brief betrekking hierop. Clairs biografie van Julie Billiart, ‘La vénérable Mère Julie Billiart, fondatrice Institut des Soeurs de Notre-Dame Namur’ verscheen vier maal: in 1895, 1896 en twee maal in 1906. De te corrigeren editie waarop deze brief dan betrekking zou hebben, zou dus die van 1895 of 1896 zijn.
[2] Hoewel de naam van zuster Marie de la Sainte Croix nergens vermeld staat bij Clair, was zij op z’n minst co-auteur van deze biografie. Het was immers niet gebruikelijk dat zusters hun werk signeerden.
[3] Het zou dan om een van deze edities gaan:

Charles Clair, La vénérable mère Julie Billiart, fondatrice et première supérieure générale de l'Institut des soeurs de Notre-Dame à Namur. 2e édition, Paris: Savaète, 1896.

Charles Clair, La bienheureuse mère Julie Billiart fondatrice et première supérieure générale de l'Institut des soeurs de Notre-Dame de Namur. 3e édition revue et complétée par un père de la même Compagnie. Paris: Savaète, 1906. Deze editie is wellicht verschenen naar aanleiding van de zaligverklaring van Julie Billart.

Charles Clair, La bienheureuse mère Julie Billiart : fondatrice et première supérieure générale de l'Institut des Soeurs de Notre-Dame de Namur. 4e édition revue et complétée par un Père de la même compagnie. Paris: Savaète, 1906.

[4] Ontbreekt bij de brief.

Register

Correspondenten - personen

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Naamde Weichs de Wenne, Marie Eugenie Hubertine Clémentine Philomène Quentina; Marie de la Sainte Croix (zuster)
Datums° Geijsteren, 31/10/1839 - ✝ Namen, 11/03/1908
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
VerblijfplaatsNederland
BioMarie de Weichs de Wenne werd op 31 oktober 1839 te Geijsteren geboren als dochter van Clemens Maria Alexander von Weichs zur Wenne (1807-1893) en barones Emma Maria Francisca de Loë (1818-1902). De familie De Weichs de Wenne was uit Beieren afkomstig en had in 1806 door huwelijk het landgoed Geijsteren in Nederland verkregen. Marie trad op 11 november 1860 in bij de Soeurs de Notre Dame de Namur, waar ook haar nicht Victorine-Françoise-Antoinette-Marie Bronne de Loë (1826-1884) als soeur Marie Gonzaga zat. Haar eeuwige geloften legde ze af op 16 april 1863, en ze overleed op 11 maart 1908. Volgens de lofrede die n.a.v. haar overlijden uitgesproken werd, had zij haar hele kloosterleven gewijd aan de opmaak van een biografie en aan de heiligverklaring van zuster Julie Billiart, de stichteres van de orde.
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen https://nl.geneanet.org/; https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Weichs_de_Wenne; archief Soeurs de Notre dame de Namur

Briefschrijver

Naamde Weichs de Wenne, Marie Eugenie Hubertine Clémentine Philomène Quentina; Marie de la Sainte Croix (zuster)
Datums° Geijsteren, 31/10/1839 - ✝ Namen, 11/03/1908
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
VerblijfplaatsNederland
BioMarie de Weichs de Wenne werd op 31 oktober 1839 te Geijsteren geboren als dochter van Clemens Maria Alexander von Weichs zur Wenne (1807-1893) en barones Emma Maria Francisca de Loë (1818-1902). De familie De Weichs de Wenne was uit Beieren afkomstig en had in 1806 door huwelijk het landgoed Geijsteren in Nederland verkregen. Marie trad op 11 november 1860 in bij de Soeurs de Notre Dame de Namur, waar ook haar nicht Victorine-Françoise-Antoinette-Marie Bronne de Loë (1826-1884) als soeur Marie Gonzaga zat. Haar eeuwige geloften legde ze af op 16 april 1863, en ze overleed op 11 maart 1908. Volgens de lofrede die n.a.v. haar overlijden uitgesproken werd, had zij haar hele kloosterleven gewijd aan de opmaak van een biografie en aan de heiligverklaring van zuster Julie Billiart, de stichteres van de orde.
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen https://nl.geneanet.org/; https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Weichs_de_Wenne; archief Soeurs de Notre dame de Namur

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamNamen

Naam - persoon

NaamDullaert, Elodie; Marie Aimée de Jésus (zuster)
Datums° Ieper, 23/12/1824 - ✝ Namen, 09/12/1907
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; kloosteroverste
BioElodie Dullaert werd op 23 december 1824 te Ieper geboren als dochter van luitenant-kolonel in het Belgische leger Joannes Bernard Dullaert (1778-1847) en Carolina Josepha Antonia Lucien. Ze studeerde in Brugge in het Engels klooster. In 1846 trad ze in bij de Soeurs de Notre Dame, waar ze in 1848 als Marie Aimée de Jésus haar geloften aflegde. Omdat ze de Engelse zusters en situatie goed kende, werd ze in 1851 naar Engeland gestuurd als overste van Islington Flags, Liverpool, maar in 1853 keerde ze terug naar Namen. De jaren erna was ze werkzaam in Gent, Elsene en Tienen, om in 1888 overste te worden van het moederhuis in Namen én generaal-overste. Onder haar leiding werden diverse huizen in Afrika gesticht, waaronder in Belgisch Kongo. Voor dit laatste ontving ze de titel van Ridder in de Leopoldsorde. Ze overleed op 9 december 1907 te Namen.
Links[odis]
Bronnen https://en.wikipedia.org/wiki/Sisters_of_Notre_Dame_de_Namur; https://campussuite-storage.s3.amazonaws.com/prod/812864/0b8b81f4-e386-11e6-884f-22000bd8490f/2398366/4b687896-b503-11ec-912e-; https://nl.geneanet.org/; Bidprentje
NaamBilliart, Marie Rose; Billiart, Julie
Datums° Cuvilly, 12/07/1751 - ✝ Namen, 08/04/1816
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosteroverste; congregatiestichtster
VerblijfplaatsFrankrijk
BioMarie Rose (Julie) Billiart werd op 12 juli 1751 te Cuvilly (Picardië) geboren. Ze viel al vroeg in haar leven op door haar grote aandacht voor de catechismus en haar talent voor onderricht. Tijdens de Franse Revolutie vluchtte ze naar Compiègne en later Amiens. In 1804 stichtte ze samen met Françoise Blin de Bourdon de orde Les Soeurs de Notre Dame, vooral met de bedoeling onderwijs te verschaffen aan kinderen die dit niet konden betalen. Daarvoor had ze leraressen nodig voor wier opleiding ze eveneens instond. In Amiens werd ze, vanwege haar vele afwezigheden om elders congregatievestigingen op te richten, niet erg door de kerkelijke overheid gesteund. Daarom trok ze in 1809 op uitnodiging van Mgr. Pisani de la Gaude naar Namen. Er volgden nog veel andere bijkomende vestigingsplaatsen. Ze stierf op 8 april 1816, werd op 15 mei 1916 zalig verklaard, en op 22 juni 1969 door Paulus VI heilig verklaard. Het was van haar bekend dat ze een onwrikbaar vertrouwen had in de goddelijke voorzienigheid. Ze werd daarin gesterkt toen ze na 22 jaar kreupel te zijn geweest in 1804 plotseling weer kon lopen.
Links[wikipedia]
Bronnen https://sndden.be/julie-billiart-fondatrice-des-soeurs-de-notre-dame-de-namur/
NaamClair, Charles
Datums° Valence, 17/03/1835 - ✝ Parijs, 21/03/1899
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; auteur
VerblijfplaatsFrankrijk
BioCharles Clair werd op 17 maart 1835 geboren in Valence (Drôme). Hij werd priester gewijd en trad op 8 juli 1859 binnen als novice bij de Jezuïeten in Angers. Vanaf 1860 werd hij actief in het onderwijs, onder meer in verschillende Jezuïetencolleges in Frankrijk. Hij was een verdediger van het katholiek onderwijs en een voorvechter van de vrijheid van onderwijs. Voorts was hij polemist, auteur van verschillende stichtelijke werken, hagiografieën en biografieën van figuren uit de katholieke kerk. Daarbij gebruikte hij ook wel de pseudoniemen ‘Antonin Lirac’ en ‘Un maître d’école’. Hij stierf op 21 maart 1899 te Parijs.
BronnenJ. Brucker, 'Nécrologie. Le Père Charles Clair', in: Etudes publiées par des pères de la Compagnie de Jésus, deel 79, april-mei-juni 1899, p.131-132
Naamde Weichs de Wenne, Marie Eugenie Hubertine Clémentine Philomène Quentina; Marie de la Sainte Croix (zuster)
Datums° Geijsteren, 31/10/1839 - ✝ Namen, 11/03/1908
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
VerblijfplaatsNederland
BioMarie de Weichs de Wenne werd op 31 oktober 1839 te Geijsteren geboren als dochter van Clemens Maria Alexander von Weichs zur Wenne (1807-1893) en barones Emma Maria Francisca de Loë (1818-1902). De familie De Weichs de Wenne was uit Beieren afkomstig en had in 1806 door huwelijk het landgoed Geijsteren in Nederland verkregen. Marie trad op 11 november 1860 in bij de Soeurs de Notre Dame de Namur, waar ook haar nicht Victorine-Françoise-Antoinette-Marie Bronne de Loë (1826-1884) als soeur Marie Gonzaga zat. Haar eeuwige geloften legde ze af op 16 april 1863, en ze overleed op 11 maart 1908. Volgens de lofrede die n.a.v. haar overlijden uitgesproken werd, had zij haar hele kloosterleven gewijd aan de opmaak van een biografie en aan de heiligverklaring van zuster Julie Billiart, de stichteres van de orde.
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen https://nl.geneanet.org/; https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Weichs_de_Wenne; archief Soeurs de Notre dame de Namur

Naam - instituut/vereniging

NaamSœurs de Notre-Dame de Namur
BeschrijvingDe zusters van Notre Dame de Namur zijn een katholieke congregatie van religieuze zusters, opgericht om te voorzien in onderwijs voor de armen. De congregatie werd gesticht in Amiens in 1804 door de later heilig verklaarde Julie Billiart samen met Marie-Louise-Francoise Blin de Bourdon, gravin van Gézaincourt, die de religieuze naam van Mère Saint Joseph droeg. Zij had vele jaren spirituele bijstand gekregen van Julie Billiart en financierde de oprichting van de orde. De tegenstand van de plaatselijke bisschop resulteerde in de relocatie naar Namen in 1809 en van daaruit verspreidde de orde zich verder in België alsook wereldwijd. Op vraag van de Redemptoristen gingen ze ook naar Engeland, waar ze zorgden voor onderwijs voor arme katholieke kinderen. Belangrijk voor de groei van de congregatie in Engeland was Sister Mary of Saint Francis, the Hon Laura Petre, née Laura-Maria Stafford-Jerningham. Dankzij haar vrijgevigheid werd onder meer de vestiging te Clapham (°1848) financieel gesteund. Maar ook werd een klooster met school te Battersea gebouwd, en verspreidde de orde zich onder haar stimulans verder in Engeland.
Datering1804-heden
Links[wikipedia]

Titel25/06/1896, Namen, [Marie Eugenie Hubertine Clémentine Philomène Quentina de Weichs de Wenne] (= Zuster Marie de la Sainte Croix) aan [Guido Gezelle]
EditeurStefaan Maes; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenStefaan Maes; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen, de Weichs de Wenne Marie Eugenie Hubertine Clémentine Philomène Quentina aan Gezelle Guido, Namen, 25/06/1896 . In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. 2024 Available from World Wide Web: link .
Verzender[de Weichs de Wenne, Marie Eugenie Hubertine Clémentine Philomène Quentina]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum25/06/1896
VerzendingsplaatsNamen
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 210x134
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.); idem rechts: 25 Juny (potlood)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6796
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13159
Inhoud
IncipitRentrée de voyage, notre révérende Mère
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.