<Resultaat 1913 van 2394

>

p1
Monseigneur,[1]

Ik verneem met veel vreugd dat Guido Gezelle, de uitmuntende vlaamsche schryver en dichter, de “Meditationes theologicae zal vervlaamschen. – en het verzoek van Uwe Hoogweerdigheid doet my veel onverdiende eer – en ik zoude aanstonds toestemmen indien ik het engelsch maar half zoo goed konde schryven als Guido Gezelle het Vlaamsch. Maar my dunkt hetp2zoude beter zyn indien dit werk vertaald ware door eenen hechten engelschman, en die wat gekend is als schryver – by voorbeeld Mgr. John Vaughan die in ‘t Brugsch Seminarie studeerde, en die, peize ik, dat geerne zoude doen – byzonderlyk ware de aanvraag gedaan door de tusschenkomst van Dr Stroom (indien Uwe Hoogweerdigheid John Vaughan persoonlyk niet en kent). De naam van Mgr. John Vaughan broeder van den Kardinaal zoude ook iets bybrengen om de vertaling te doen aankoopen. – Ik zoude mynen naam niet zetten, indien ik de vertaalingp3verveerdigde. – Schoon engelsch schryven is niet gemakkelyk, en als ‘t geen schoon engelsch is, bevalt het den engelschman niet – daarby heb ik my nooit byzonder toegelegd op het engelsch – schryven.

Ik heb de “Collationes Brugenses” niet, en heb de “Meditationes theologicae” niet gelezen. Ik beelde my in dat dit werk iets moet zyn in de goeste van “De moribus perfectionibusque divinis” van Lessius. – De Bischop van Leeds twyfelt of zoo een boek wel zoude verkoopen in England en schynt ook geen overgroot gedacht te hebben van mynep4bekwaamheid om hecht schoon engelsch te schryven.

Toch will[2] ik niet stellig weigeren van te probeeren.

Groetenissen van wegens zyne Hoogweerdigheid.
Ik ben
Uwer Hoogweerdigheid’s
Ootmoedige dienaar
Arthur De Stoop.

Noten

[1] Deze brief werd doorgestuurd naar Guido Gezelle door Ernest Rembry, secretaris van de bisschop. Hij schreef zijn kort briefje bovenaan de brief.
[2] Spellingsfout.

Register

Correspondenten

NaamDe Stoop, Arthur
Datums° Brugge, 28/11/1853 - ✝ Leeds, 11/12/ 1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor
VerblijfplaatsEngeland
BioArthur de Stoop, zoon van Jean, toondichter, en Catherine Hobson, werd geboren op 15 juni 1878. Hij ontving zijn priesterwijding in Brugge en begon zijn loopbaan als coadjutor in Moerkerke aan de Sint-Denijskerk. Op 26 april 1879 werd hij aangesteld als onderpastoor in Poperinge bij de Sint-Janskerk. Hoewel hij op 2 januari 1880 de wens uitsprak om naar Engeland te vertrekken, werd dit plan voorlopig door bisschop Faict opgeschort. Op 9 september 1880 verkreeg hij echter excorporatie voor het bisdom Leeds, waar hij als seminarieprofessor begon te werken in Saint Joseph's Seminary. Vervolgens behaalde hij de graad van doctor in de theologie te Rome. Hij stierf in Leeds op 11 december 1912.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamWaffelaert, Gustaaf Jozef
Datums° Rollegem, 27/08/1847 - ✝ Brugge, 18/12/1931
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kanunnik; coadjutor; onderpastoor; professor; geestelijk directeur; bisschop
BioGustaaf Waffelaert, zoon van Engel Waffelaert, douanebrigadier, en Theresia Vermeulen, deed zijn humaniorastudies te Ieper. In 1866 startte hij zijn priesteropleiding aan het kleinseminarie te Roeselare en vervolgens aan het grootseminarie te Brugge. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 17/09/1870. Hij was achtereenvolgens coadjutor te Sint-Michiels (03/02/1871) en onderpastoor te Blankenberge (15/02/1871). Hij studeerde theologie te Leuven (05/10/1875) waar hij promoveerde op 20/07/1880. Hij doceerde moraaltheologie aan het grootseminarie te Brugge (23/09/1880). Hij werd op 26/07/1889 erekanunnik van de Brugse kathedraal. Hij werd op 25/04/1890 vicaris-generaal van het bisdom Brugge, op 25/04/1890 algemeen bestuurder van de Zusters van St.-Jozef te Brugge, op 10/06/1894 aartspriester van het Brugse kapittel en op 01/04/1895 vicaris capitularis. Op 28/06/1895 volgde zijn benoeming tot bisschop van Brugge. Hij nam als wapenspreuk 'Duc nos quo tendimus' (Leid ons naar het doel dat wij beogen). Hij schreef talrijke werken over spiritualiteit o.a. Meditationes Theologicae, dat Gezelle gedeeltelijk in het Nederlands vertaalde. Gezelle schreef ook gelegenheidsgedichten voor Waffelaert.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Briefschrijver

NaamDe Stoop, Arthur
Datums° Brugge, 28/11/1853 - ✝ Leeds, 11/12/ 1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor
VerblijfplaatsEngeland
BioArthur de Stoop, zoon van Jean, toondichter, en Catherine Hobson, werd geboren op 15 juni 1878. Hij ontving zijn priesterwijding in Brugge en begon zijn loopbaan als coadjutor in Moerkerke aan de Sint-Denijskerk. Op 26 april 1879 werd hij aangesteld als onderpastoor in Poperinge bij de Sint-Janskerk. Hoewel hij op 2 januari 1880 de wens uitsprak om naar Engeland te vertrekken, werd dit plan voorlopig door bisschop Faict opgeschort. Op 9 september 1880 verkreeg hij echter excorporatie voor het bisdom Leeds, waar hij als seminarieprofessor begon te werken in Saint Joseph's Seminary. Vervolgens behaalde hij de graad van doctor in de theologie te Rome. Hij stierf in Leeds op 11 december 1912.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefontvanger

NaamWaffelaert, Gustaaf Jozef
Datums° Rollegem, 27/08/1847 - ✝ Brugge, 18/12/1931
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kanunnik; coadjutor; onderpastoor; professor; geestelijk directeur; bisschop
BioGustaaf Waffelaert, zoon van Engel Waffelaert, douanebrigadier, en Theresia Vermeulen, deed zijn humaniorastudies te Ieper. In 1866 startte hij zijn priesteropleiding aan het kleinseminarie te Roeselare en vervolgens aan het grootseminarie te Brugge. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 17/09/1870. Hij was achtereenvolgens coadjutor te Sint-Michiels (03/02/1871) en onderpastoor te Blankenberge (15/02/1871). Hij studeerde theologie te Leuven (05/10/1875) waar hij promoveerde op 20/07/1880. Hij doceerde moraaltheologie aan het grootseminarie te Brugge (23/09/1880). Hij werd op 26/07/1889 erekanunnik van de Brugse kathedraal. Hij werd op 25/04/1890 vicaris-generaal van het bisdom Brugge, op 25/04/1890 algemeen bestuurder van de Zusters van St.-Jozef te Brugge, op 10/06/1894 aartspriester van het Brugse kapittel en op 01/04/1895 vicaris capitularis. Op 28/06/1895 volgde zijn benoeming tot bisschop van Brugge. Hij nam als wapenspreuk 'Duc nos quo tendimus' (Leid ons naar het doel dat wij beogen). Hij schreef talrijke werken over spiritualiteit o.a. Meditationes Theologicae, dat Gezelle gedeeltelijk in het Nederlands vertaalde. Gezelle schreef ook gelegenheidsgedichten voor Waffelaert.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Plaats van verzending

NaamLeeds

Naam - persoon

NaamDe Stoop, Arthur
Datums° Brugge, 28/11/1853 - ✝ Leeds, 11/12/ 1912
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor
VerblijfplaatsEngeland
BioArthur de Stoop, zoon van Jean, toondichter, en Catherine Hobson, werd geboren op 15 juni 1878. Hij ontving zijn priesterwijding in Brugge en begon zijn loopbaan als coadjutor in Moerkerke aan de Sint-Denijskerk. Op 26 april 1879 werd hij aangesteld als onderpastoor in Poperinge bij de Sint-Janskerk. Hoewel hij op 2 januari 1880 de wens uitsprak om naar Engeland te vertrekken, werd dit plan voorlopig door bisschop Faict opgeschort. Op 9 september 1880 verkreeg hij echter excorporatie voor het bisdom Leeds, waar hij als seminarieprofessor begon te werken in Saint Joseph's Seminary. Vervolgens behaalde hij de graad van doctor in de theologie te Rome. Hij stierf in Leeds op 11 december 1912.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamStroom, Albert
Datums° Stuivekenskerke, 25/04/1835 - ✝ Torhout, 06/08/1910
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; vicerector; ere-kanunnik; deken
BioAlbert Stroom was de zoon van Carolus-Franciscus, landbouwer en Joanna-Theresia Ooghe. Hij ontving zijn priesterwijding op 21 december 1861. Hij studeerde aan de katholieke universiteit te Leuven tot juli 1863 en promoveerde er tot doctor theologie in 1866. Hij was werkzaam te Brugge als leraar aan het grootseminarie en als vicerector van het Engels Seminarie, na Gezelles vertrek. Bij de afschaffing van het Engels Seminarie vroeg hij om naar Engeland te mogen vertrekken maar mgr. Faict weigerde dit op 18 augustus 1873. Op 28 maart 1876 werd hij erekanunnik, examinator prosynodaal en lid van de bisschoppelijke raad. Van 20 augustus 1880 tot 8 januari 1906 was hij pastoor-deken te Torhout. Na zijn ontslag verbleef hij er verder in het klooster van de H. Vincentius.
Links[odis]
Relatie tot Gezelleoud-leerling kleinseminarie Roeselare; lid van Gezelles confraternity; Engels Seminarie
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamVaughan, John
Datums° Courtfield, 24/01/1853 - ✝ Great Harwood, 04/12/1925
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; bisschop
VerblijfplaatsEngeland; US; Canada
BioJohn Vaughan studeerde aan St. Gregory’s College, aan het Engels Seminarie te Brugge en tot slot in Rome. Hij werd door zijn broer bisschop Herbert priester gewijd op 4 juni 1876 en ging aan de slag als leraar wiskunde aan het St. Bede’s College in 1876, maar hij nam al ontslag in november wegens ziekte. Hij kreeg een aanbod door andere broer bisschop Roger om in Australië missiewerk te ondernemen. Hij kwam in juli 1879 terug en werd opnieuw leraar wiskunde. Vervolgens kreeg hij de titel 'Monsignor' in 1896 als huisprelaat van het pauselijk hof en hij werd kanunnik van Westminster in 1898. Hij verbleef te Rome, US en Canada om te prediken. Vervolgens werd hij hulpbisschop in 1909, rector van St.Bede’s College en parochiepriester. Hij was ook auteur van religieuze werken en sermoenen.
Links[wikipedia]
Relatie tot GezelleEngels Seminarie
NaamGordon, William
Datums° Thirsk (Yorkshire), 24/09/1831 - ✝ Leeds, 07/06/1911
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; bisschop
VerblijfplaatsEngeland
BioWilliam Gordon werd tot priester gewijd in 1856. Hij was eerst werkzaam als onderpastoor in de Diocese of Leeds. Op 28 december 1889 werd hij benoemd tot coadjutor van de bisschop van Leeds. Op 24 februari 1890 volgde zijn bisschopswijding met op 16 juni 1890 zijn benoeming tot de tweede bisschop van Leeds.
Links[wikipedia]

Naam - plaats

NaamLonden
NaamLeeds

Naam - instituut/vereniging

NaamEngels Seminarie
BeschrijvingHet Engels Seminarie te Brugge werd opgericht door John Sutton in 1858 met de steun van de Engelse katholieke kerkleiding. Sutton was een tot het katholieke geloof bekeerde Engelse baron die in 1855 een groot fortuin geërfd had. Hiermee liet hij scholen en kerkelijke gebouwen herstellen of bouwen en richtte hij katholieke instellingen op. In het Engels Seminarie werden Engelse, Schotse en Vlaamse jongens opgeleid tot missionarissen voor Engeland. Ook Gezelles broer Jozef was er een tijdje ingeschreven als leerling. Het seminarie was gevestigd langs de Lange Rei in Brugge, schuin tegenover het grootseminarie en verhuisde later naar de Potterierei, nu het Sint-Leocollege . Op 26 augustus 1860 werd Gezelle er aangesteld als professor in de filosofie. Hij zou er vijf jaar blijven, vanaf februari 1861 als vice-rector. De benoeming was voor Gezelle een hoogtepunt in zijn professioneel en sociaal leven. Door zijn functie kwam hij nu in contact met prominente Engelse clerici als Wiseman en Faber.
Datering1859-1873
Links[odis]
NaamSt Joseph’s Seminary Leeds
BeschrijvingHet St. Joseph's Seminary in Leeds werd opgericht als een katholiek seminarie voor het diocees van Beverley. Volgens The Morpeth Herald van zaterdag 30 september 1876 legde kardinaal Manning de eerste steen van het gebouw, dat werd aangebouwd tegen het bisschoppelijk paleis van Leeds. Het seminarie opende zijn deuren in 1878. Het bood plaats aan twintig seminaristen. Het gebouw was in neogotische stijl opgetrokken en bevond zich op Back Springfield Place in Leeds. Het seminarie sloot zijn deuren in 1939. Volgens een katholieke almanak uit 1891 was de rector op dat moment William Gordon, met professoren Arthur De Stoop en John Bray.
Datering1878-1939

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelGoddelijke beschouwingen
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelDe Perfectionibus Moribusque Divinis Libri XIV.
AuteurLessius, Leonardus
Datum1620
PlaatsAntwerpen
UitgeverEx Officina Plantiniana

Titel08/10/1897, Leeds, Arthur De Stoop aan [Gustaaf Jozef Waffelaert] (doorgestuurd naar Guido Gezelle)
EditeurKarel Platteau; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderDe Stoop, Arthur
Ontvanger[Waffelaert, Gustaaf Jozef]
Verzendingsdatum08/10/1897
VerzendingsplaatsLeeds
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie; de brief werd door Ernest Rembry naar Guido Gezelle gestuurd met een vraag om te antwoorden.
Gepubliceerd inGoddelijke beschouwingen, p.219 (citaat)
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 176x112
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden watermerk: afbeelding, [Xxxxxx] V[xxx]um
de brief werd door Ernest Rembry doorgestuurd naar Guido Gezelle met vraag om te antwoorden: zijde 1 bovenaan: staat een korte brief van Ernest Rembry aan Guido Gezelle
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan Mgr. Waffelaert (inkt, hand P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6902
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13257
Inhoud
IncipitIk verneem met veel vreugd
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.