<Resultaat 1849 van 2306

>

Ampe, Birgit + UA

p1
Evêché DeBruges.+
Eerweerde Heer en Vriend,

Z.H. heeft de twee eerste vellen van uwe zoo schoone vertaling overzien, en begeert nog eene nieuwe proef.

Wat het titelblad aangaat, Mgr zou geern iets hebben dat min geestig, of beter, meer ernstig is. Een enkel zwart boordeke zal beter passen op zulke eene stof, dan de bloemekens die men vindt op programma’s van prysdeelingen. Gelief dan aan Z.H. ook twee of drie andere specimen’s van titelblad te zenden.

Aanveerd, Eerw. Heer en Vriend, de verzekering myner gevoelens van eerbied en vriendschap.
A.C. De Schrevel,
Kanunnik Secretaris

Register

Correspondenten

NaamDe Schrevel, Arthur C.
Datums° Wervik, 05/01/1850 - ✝ Brugge, 18/04/1934
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; professor; vicaris-generaal; secretaris; geestelijk bestuurder; auteur
BioArthur De Schrevel, zoon van Ivon De Schrevel, geneesheer, en Melanie Liebaert, studeerde aan het bisschoppelijk college te Ieper en van september 1872 tot 1876 theologie aan de katholieke universiteit te Leuven. Hij ontving zijn priesterwijding op 07/06/1873. Hij werd professor (10/09/1877) en directeur (18/08/1880) van het grootseminarie te Brugge. De Schrevel werd erekanunnik van de Brugse kathedraal (26/07/1889) en secretaris van bisschop Waffelaert (10/06/1894). Hij werd geestelijk directeur van de dienstmaagden van de Zaligmaker te Brugge (12/03/1897), aartspriester (26/04/1905) en vicaris-generaal van het bisdom Brugge (12/12/1911). Hij nam ontslag in maart 1931 en bleef in Brugge wonen. Hij werd (bestuurs)lid van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge in 1882 en voorzitter in 1919. De Schrevel publiceerde als historicus werken over de zestiende eeuw.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamDe Schrevel, Arthur C.
Datums° Wervik, 05/01/1850 - ✝ Brugge, 18/04/1934
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; professor; vicaris-generaal; secretaris; geestelijk bestuurder; auteur
BioArthur De Schrevel, zoon van Ivon De Schrevel, geneesheer, en Melanie Liebaert, studeerde aan het bisschoppelijk college te Ieper en van september 1872 tot 1876 theologie aan de katholieke universiteit te Leuven. Hij ontving zijn priesterwijding op 07/06/1873. Hij werd professor (10/09/1877) en directeur (18/08/1880) van het grootseminarie te Brugge. De Schrevel werd erekanunnik van de Brugse kathedraal (26/07/1889) en secretaris van bisschop Waffelaert (10/06/1894). Hij werd geestelijk directeur van de dienstmaagden van de Zaligmaker te Brugge (12/03/1897), aartspriester (26/04/1905) en vicaris-generaal van het bisdom Brugge (12/12/1911). Hij nam ontslag in maart 1931 en bleef in Brugge wonen. Hij werd (bestuurs)lid van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge in 1882 en voorzitter in 1919. De Schrevel publiceerde als historicus werken over de zestiende eeuw.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamDe Schrevel, Arthur C.
Datums° Wervik, 05/01/1850 - ✝ Brugge, 18/04/1934
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; professor; vicaris-generaal; secretaris; geestelijk bestuurder; auteur
BioArthur De Schrevel, zoon van Ivon De Schrevel, geneesheer, en Melanie Liebaert, studeerde aan het bisschoppelijk college te Ieper en van september 1872 tot 1876 theologie aan de katholieke universiteit te Leuven. Hij ontving zijn priesterwijding op 07/06/1873. Hij werd professor (10/09/1877) en directeur (18/08/1880) van het grootseminarie te Brugge. De Schrevel werd erekanunnik van de Brugse kathedraal (26/07/1889) en secretaris van bisschop Waffelaert (10/06/1894). Hij werd geestelijk directeur van de dienstmaagden van de Zaligmaker te Brugge (12/03/1897), aartspriester (26/04/1905) en vicaris-generaal van het bisdom Brugge (12/12/1911). Hij nam ontslag in maart 1931 en bleef in Brugge wonen. Hij werd (bestuurs)lid van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge in 1882 en voorzitter in 1919. De Schrevel publiceerde als historicus werken over de zestiende eeuw.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamWaffelaert, Gustaaf Jozef
Datums° Rollegem, 27/08/1847 - ✝ Brugge, 18/12/1931
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; kanunnik; coadjutor; onderpastoor; professor; geestelijk directeur; bisschop
BioGustaaf Waffelaert, zoon van Engel Waffelaert, douanebrigadier, en Theresia Vermeulen, deed zijn humaniorastudies te Ieper. In 1866 startte hij zijn priesteropleiding aan het kleinseminarie te Roeselare en vervolgens aan het grootseminarie te Brugge. Hij werd tot priester gewijd te Brugge op 17/09/1870. Hij was achtereenvolgens coadjutor te Sint-Michiels (03/02/1871) en onderpastoor te Blankenberge (15/02/1871). Hij studeerde theologie te Leuven (05/10/1875) waar hij promoveerde op 20/07/1880. Hij doceerde moraaltheologie aan het grootseminarie te Brugge (23/09/1880). Hij werd op 26/07/1889 erekanunnik van de Brugse kathedraal. Hij werd op 25/04/1890 vicaris-generaal van het bisdom Brugge, op 25/04/1890 algemeen bestuurder van de Zusters van St.-Jozef te Brugge, op 10/06/1894 aartspriester van het Brugse kapittel en op 01/04/1895 vicaris capitularis. Op 28/06/1895 volgde zijn benoeming tot bisschop van Brugge. Hij nam als wapenspreuk 'Duc nos quo tendimus' (Leid ons naar het doel dat wij beogen). Hij schreef talrijke werken over spiritualiteit o.a. Meditationes Theologicae, dat Gezelle gedeeltelijk in het Nederlands vertaalde. Gezelle schreef ook gelegenheidsgedichten voor Waffelaert.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelHennen van Merchtenen's Cornicke van Brabant (1414)

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

De Schrevel, Arthur C.

Correspondenten

De Schrevel, Arthur C.
Gezelle, Guido

Naam - persoon

De Schrevel, Arthur C.
Waffelaert, Gustaaf Jozef

Naam - plaats

Brugge

Plaats van verzending

Brugge

Titel - werk van Guido Gezelle

Hennen van Merchtenen's Cornicke van Brabant (1414)

Titel22/10/1897, Brugge, Arthur C. De Schrevel aan [Guido Gezelle]
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderDe Schrevel, Arthur C.
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum22/10/1897
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 212x131
wit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papier met briefhoofd: Evêché // de // Bruges.
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6906
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13261
Inhoud
IncipitZ. H. heeft de twee eerste vellen van
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.