<Resultaat 1729 van 2074

>

p1
Eerwaarde Heer.

Met groote droefheid laat ik U het onherstelbaar verlies weten, van mynen teergeliefde broeder Dr Jules Blancke.

Mag ik op uwe goedheid rekenen om het te laten weten aan de kennissen van den Biekorf. Bezonderlyk reken ik op uwe tegenwoordigheid in de begraving die zal geschieden 18 Mey om 10 uren voormiddag.

Zyn eenige ontroosbare zuster
Delphine Blancke

Register

Correspondenten

NaamBlancke, Delphine Frederica Marie; Blancke, Delphina Frederica Marie
Datums° Dadizele, 28/11/1847
GeslachtVrouwelijk
BioDelphine Frederica Marie Blancke werd geboren in Dadizele op 28 november 1847 als dochter van Fredericus Amatus Blancke (Dadizele, 29/09/1817 – Dadizele, 02/07/1887), koster in Dadizele, en Melanie Nathalie Verhelst (Torhout, 13/07/1808 – Dadizele, 20/11/1863). Ze trouwde op 18 januari 1886 in Dadizele met Pius Deturck (Steenhuize-Wijnhuize, 27/07/1847 – ?), koster in Steenhuize-Wijnhuize. Ze overleed in Steenhuize-Wijnhuize op 2 april 1901. Ze was de zus van Jules Blancke (Dadizele, 14/08/1844 – Dadizele, 15/05/1898), geneesheer in Dadizele en medewerker aan het tijdschrift Biekorf. Zij bracht Guido Gezelle op de hoogte van het overlijden van haar broer, die ze bij had gestaan tijdens zijn ziekte.
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamBlancke, Delphine Frederica Marie; Blancke, Delphina Frederica Marie
Datums° Dadizele, 28/11/1847
GeslachtVrouwelijk
BioDelphine Frederica Marie Blancke werd geboren in Dadizele op 28 november 1847 als dochter van Fredericus Amatus Blancke (Dadizele, 29/09/1817 – Dadizele, 02/07/1887), koster in Dadizele, en Melanie Nathalie Verhelst (Torhout, 13/07/1808 – Dadizele, 20/11/1863). Ze trouwde op 18 januari 1886 in Dadizele met Pius Deturck (Steenhuize-Wijnhuize, 27/07/1847 – ?), koster in Steenhuize-Wijnhuize. Ze overleed in Steenhuize-Wijnhuize op 2 april 1901. Ze was de zus van Jules Blancke (Dadizele, 14/08/1844 – Dadizele, 15/05/1898), geneesheer in Dadizele en medewerker aan het tijdschrift Biekorf. Zij bracht Guido Gezelle op de hoogte van het overlijden van haar broer, die ze bij had gestaan tijdens zijn ziekte.
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamDadizele
GemeenteMoorslede

Naam - persoon

NaamBlancke, Delphine Frederica Marie; Blancke, Delphina Frederica Marie
Datums° Dadizele, 28/11/1847
GeslachtVrouwelijk
BioDelphine Frederica Marie Blancke werd geboren in Dadizele op 28 november 1847 als dochter van Fredericus Amatus Blancke (Dadizele, 29/09/1817 – Dadizele, 02/07/1887), koster in Dadizele, en Melanie Nathalie Verhelst (Torhout, 13/07/1808 – Dadizele, 20/11/1863). Ze trouwde op 18 januari 1886 in Dadizele met Pius Deturck (Steenhuize-Wijnhuize, 27/07/1847 – ?), koster in Steenhuize-Wijnhuize. Ze overleed in Steenhuize-Wijnhuize op 2 april 1901. Ze was de zus van Jules Blancke (Dadizele, 14/08/1844 – Dadizele, 15/05/1898), geneesheer in Dadizele en medewerker aan het tijdschrift Biekorf. Zij bracht Guido Gezelle op de hoogte van het overlijden van haar broer, die ze bij had gestaan tijdens zijn ziekte.
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamBlancke, Jules; Julianus Maria Isidorus
Datums° Dadizele, 14/08/1844 - ✝ Dadizele, 14/05/1898
GeslachtMannelijk
Beroeparts
BioJules Blancke werd geboren in Dadizele op 14 augustus 1844 als zoon van Fredericus Amatus Blancke (Dadizele, 29/09/1817 – Dadizele, 02/07/1887), koster in Dadizele, en Melanie Nathalie Verhelst (Torhout, 13/07/1808 – Dadizele, 20/11/1863). Hij was de broer van Delphine Blancke. Hij was oud-leerling aan het kleinseminarie te Roeselare. Van hem zijn nog enkele schoolwerken bewaard gebleven uit zijn vierde jaar (1859-1860). In 1861-62 was hij poësis-leerling (en klasgenoot van Polydoor Demonie). Hij nam in januari 1862 deel aan een loterij voor de financiering van de kerk te Highgate (Londen) waarvoor Gezelle bemiddelde. Uit datzelfde jaar dateert een brief van hem aan Gezelle, waarin hij hem loofde als biechtvader en informeerde naar diens volgende publicatie. Zelf schreef Jules af en toe voor Biekorf: in de jaren 2, 5, 6 en 7 zijn bijdragen van hem te vinden over met name geschiedenis en oorspronkelijke bewoners van West-Vlaanderen in de prehistorie en de Romeinse tijd. Hij signeerde met Dr Jul. Blancke, want hij was geneesheer, in Dadizele. Hij stierf op 14 mei 1898, waarop Gezelle zijn lijkrede schreef. Daarin omschreef hij hem als een goed en onbaatzuchtig mens, een liefdevolle vader voor de zieken, en met name voor de armen onder hen.
Relatie tot Gezellecorrespondent; Biekorf; kleinseminarie

Naam - plaats

NaamDadizele
GemeenteMoorslede

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelBiekorf. Dat is een leer- en leesblad voor alle verstandige Vlamingen.
Links[gezelle.be]

Titel16/05/[1898], Dadizele, Delphine Frederica Marie Blancke aan [Guido Gezelle]
EditeurPaul Thoen; Marc Carlier; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderBlancke, Delphine Frederica Marie
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum16/05/[1898]
VerzendingsplaatsDadizele (Moorslede)
AnnotatieJaartal gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie ; adressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 208x133
wit, vierkant geruit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 rechts in de bovenrand: 86 (inkt); idem rechtsboven bijgeschreven naast de maand: [1898] (inkt, hand P.A.); idem rechtsboven: 1898 (potlood)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief6988
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13320
Inhoud
IncipitMet groote droefheid laat
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.