<Resultaat 1716 van 2050

>

p1
Hooggeachte Heer,[1]

Voor eenige jaren had ik het genoegen enkele brieven met u te wisselen. Uwe welwillendheid te mijwaart toen betoond doet mij hopen, dat ook thans de vraag, die ik zoo vrij ben tot u te richten, een vriendelijk onthaal moge vinden.

Bij het bewerken van het woord Opdienen voor het "Nederlandsche Woordenboek" van De Vries (van welks redactie ik, zooals u misschien bekend is, thans lid ben) wilde ik ook gebruik makenp2van de indertijd door mij uit Biekorf 7, 96 aangeteekende bewijsplaats (voor het opdienen (opzitten, mooi zitten) van een hond)[2] Aldaar vond ik de bron waaruit die aanhaling komt niet opgegeven, doch ik herinnerde mij van dergelijke wonderwerken bij Van Vaernewijck te hebben gelezen. Na een weinig zoeken vond ik dan ook werkelijk in de Historie van Belgis (ed. 1574), fo 140 b, die plaats terug. Daar staat evenwel niet "een hondeken dat opdiende", maar "dat diende". Ook een latere druk van 1665 heeft "diende". Daar de aanhaling in Biekorf ook in andere opzichten eenigszins van de lezing bij Van Vaernewijck afwijkt, vermoed ik[3] dat die ontleend is aan een later schrijver, die voor zijn werk de "Historie van Belgis" heeft gebruikt. Daar ik nu in het Woordenboek dit voorbeeldp3van Opdienen gaarne zou opnemen, zou ik u gaarne vragen aan welk werk van welken schrijver Biekorf zijne aanhaling heeft ontleend.

Tevens is het voor dat doel van belang te weten of Opdienen in dien zin in Vlaanderen nog wordt gebezigd.

Ik heb slechts twee andere bewijsplaatsen, te weten een uit Vondel (uitg. Van Lennep, dl. 9, bl. 519), waar ook van het opdienen (mooi zitten) van een hondje sprake is. De andere, uit de gedichten van den Zeeuw Van Beaumont, luidt:

Die met ghelaet, en woorden schoon op-dient
En will alsoo sijn aller luyden vriend enz.[4]

Hier is de uitdrukking dus op een persoon toegepast. Bij gebrek aan meerdere bewijzen, kan ik niet uitmaken of dit de oorspronkelijke opvatting is, of eene overdrachtelijke toepassing van het opzitten van een om spijs bedelenden, vleienden hond.p4Van deze gelegenheid dat ik u schrijf maak ik meteen gebruik om u te danken voor het genoegen, dat mij de lezing van vele uwer schoone gedichten heeft verschaft en telkens opnieuw verschaft.

Terwijl ik u ook bij voorbaat mijn dank betuig voor uwe inlichting omtrent Opdienen, die u hoop ik niet te veel tijd zal kosten, blijf ik, Weleerwaarde Heer, met de meeste hoogachting

Uw dienstwillige dienaar

G. J. Boekenoogen.

Noten

[1] Gezelle stuurde deze brief op naar Willem De Vreese, samen met zijn brief van 25/06/1898.
[2] In Mingelmaren. In: Biekorf: 7 (1896) 6, p.96 wordt melding gemaakt van een Ieperse kleermaker die bewegende voorwerpen en figuren maakte: "Hy heeft gemaeckt van houte (...) een hondeken dat opdiende om wat te hebben en al roerende oft geleeft hadde."
[3] Het vermoeden van Boekenoogen bleek te kloppen: het stukje uit Biekorf gaat niet terug op Van Vaernwijcks werk, gedrukt in 1574 en herdrukt in 1665, maar op een 16de-eeuws handschrift, uitgegeven in 1843. Deze editie, waar inderdaad opdienen staat, is te vinden op de site van de DBNL.
[4] P.238.

Register

Correspondenten

NaamBoekenoogen, Gerrit Jacob
Datums° Wormerveer, 18/04/1868 - ✝ Leiden, 20/08/1930
GeslachtMannelijk
Beroeptaalkundige (lexicograaf); volkskundige
VerblijfplaatsNederland
BioGerrit Jan Boekenoogen studeerde onder J. Verdam Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de universiteiten van Amsterdam en Leiden en promoveerde in 1896 cum laude op een dissertatie over de Zaanse volkstaal. Hij was als redacteur voltijds verbonden aan het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) en hield zich daarnaast vooral bezig met de studie van sprookjes, rijmpjes, oude raadsels, volksboeken en volksliedjes. Hij was buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde van 12/06/1900 tot 26/08/1930.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst
Bronnen http://www.biografischportaal.nl/persoon/93679017
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamBoekenoogen, Gerrit Jacob
Datums° Wormerveer, 18/04/1868 - ✝ Leiden, 20/08/1930
GeslachtMannelijk
Beroeptaalkundige (lexicograaf); volkskundige
VerblijfplaatsNederland
BioGerrit Jan Boekenoogen studeerde onder J. Verdam Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de universiteiten van Amsterdam en Leiden en promoveerde in 1896 cum laude op een dissertatie over de Zaanse volkstaal. Hij was als redacteur voltijds verbonden aan het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) en hield zich daarnaast vooral bezig met de studie van sprookjes, rijmpjes, oude raadsels, volksboeken en volksliedjes. Hij was buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde van 12/06/1900 tot 26/08/1930.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst
Bronnen http://www.biografischportaal.nl/persoon/93679017

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamLeiden

Naam - persoon

NaamBoekenoogen, Gerrit Jacob
Datums° Wormerveer, 18/04/1868 - ✝ Leiden, 20/08/1930
GeslachtMannelijk
Beroeptaalkundige (lexicograaf); volkskundige
VerblijfplaatsNederland
BioGerrit Jan Boekenoogen studeerde onder J. Verdam Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de universiteiten van Amsterdam en Leiden en promoveerde in 1896 cum laude op een dissertatie over de Zaanse volkstaal. Hij was als redacteur voltijds verbonden aan het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) en hield zich daarnaast vooral bezig met de studie van sprookjes, rijmpjes, oude raadsels, volksboeken en volksliedjes. Hij was buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde van 12/06/1900 tot 26/08/1930.
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst
Bronnen http://www.biografischportaal.nl/persoon/93679017
NaamVan Vaernewijck, Marcus
Datums° Gent, 21/12/1518 - ✝ Gent, 20/02/1569
GeslachtMannelijk
Beroepschrijver; historicus; rederijker; schepen
BioMarcus van Vaernewijck stamde uit een vooraanstaand geslacht waarvan de geschiedenis teruggaat tot diep in de 12de eeuw. In de jaren 1550 reisde hij door Europa, o.m. door Duitsland, Zwitserland en Italië. Vanaf de jaren 1560 bekleedde hij diverse belangrijke bestuurlijke functies in Gent. Daarnaast was hij ook factor van de rederijkerskamer ‘Marien t’eeren’. Als historicus beschreef hij o.m. de geschiedenis van de Nederlanden in zijn ‘Die Historie van Belgis ..., Spieghel der Nederlandscher Audtheyt’. Zijn belangrijkste werk is echter zijn dagboek waarin hij de gebeurtenissen in Gent tijdens de roerige jaren 1566-1568 documenteerde; dit dagboek, eigenlijk niet bedoeld om gepubliceerd te worden, werd in de jaren 1872-1881 in vijf delen uitgegeven door F. Vander Haeghen onder de titel ‘Van die beroerlicke tijden in die Nederlanden, en voornamelick in Ghendt’.
Links[wikipedia], [dbnl]
NaamVan Beaumont, Simon; Simon Bellimontius, Schoonenberg of Schoonbergius
Datums° Dordrecht, 1574 - ✝ Den Haag, 20/06/1654
GeslachtMannelijk
Beroepadvocaat; raadsman van het stadsbestuur
VerblijfplaatsNederland
BioSimon van Beaumont studeerde rechten in Leiden en Orléans. In 1601 werd hij advocaat in Middelburg. Hij werd er in 1623 pensionaris (raadsman van het stadsbestuur), een functie die hij ook in Rotterdam zou vervullen in de jaren 1634-1649. Hij vestigde zich uiteindelijk in Den Haag. Als remonstrantsgezinde steunde hij Oldenbarnevelt en was hij bevriend met belangrijke figuren als Hugo de Groot, Caspar Barlaeus en Gerard Vossius; hij had daarnaast ook literaire contacten met P. C. Hooft en Jacob Cats. Als schrijver van o.m. sonnetten was hij beïnvloed door de Franse dichters van de Pléiade. Zijn dichtwerk is elegant-didactisch en vaak humoristisch, maar hij berijmde ook gebeden en psalmen. Hij was verder ook verantwoordelijk voor diverse vertalingen uit het Latijn, o.m. van Martialis en Vergilius.
Bronnen https://www.ensie.nl/winkler/simon-van-beaumont; https://www.dbnl.org/tekst/bork001nede01_01/bork001nede01_01_0081.php

Naam - plaats

NaamLeiden

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelBiekorf. Dat is een leer- en leesblad voor alle verstandige Vlamingen.
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelWoordenboek der Nederlandsche Taal
AuteurDe Vries, D.; Te Winkel, L.A.
Datum1864-2001
Plaatss-Gravenhage
UitgeverNijhoff
Links[wikipedia]
TitelDie Historie van Belgis diemen anders namen mach: den Spieghel der Nederlantscher audtheyt (...)
Auteurvan Vaernewijck, Marcus
Datum1574
PlaatsGent
UitgeverWed. G. van Salenson
TitelDe historie van Belgis, oft Chronycke der Nederlandtsche oudtheyt
Auteurvan Vaernewijck, Marcus
Datum1665
PlaatsAntwerpen
UitgeverSleghers, R.
TitelChronycke van Antwerpen sedert het jaer 1500 tot 1575. Gevolgd van Eene beschryving van de historie en het landt van Brabant, sedert het jaer 51 vóór J.-C., tot 1565 na J.-C., volgens een onuitgegeven handschrift van de XVIe eeuw.
AuteurUllens (ed.), F. G.
Datum1843
PlaatsAntwerpen
UitgeverVan Dieren
TitelGedichten (ed. J. Tideman)
AuteurVan Beaumont, S.
Datum1843
PlaatsUtrecht
UitgeverKemink & Zoon
TitelDe Werken van Vondel in verband gebracht met zijn leven, en voorzien van verklaring en aant. door J. van Lennep (12 dln.)
AuteurVondel, J. van den
Datum1855-1869
PlaatsAmsterdam
UitgeverM.H. Binger & Zonen; Gebroeders Binger

Titel22/06/1898, Leiden, Gerrit Jacob Boekenoogen aan [Guido Gezelle]
EditeurDirk Geirnaert; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderBoekenoogen, Gerrit Jacob
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum22/06/1898
VerzendingsplaatsLeiden
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 184x114
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.); op zijde 2 rechtsboven: 7e jaar bl. 96 (potlood)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7000
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13332
Inhoud
IncipitVoor eenige jaren had ik
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.