Ik heb uit goede bron vernomen dat de oud hoogstudentenbond van Westvlanderen van gedacht is den tweeden zondag na Paaschen te Rousselaere een gouwdag te houden om de beweging tot het oprichten van het "denkmaal" op Groeninghe en tot het vieren van 1902 in gang te steken. En wat mij nog meer verheugd 't is van te hooren dat men U zal vragen om er te spreken. Dat is een goed en heerlijk gedacht. De zoetgetaalde vinder die geheel vlanderen en tot het stugge Holland toe begeesterde zoude de gelegenheid hebben om geheel Westvlanderen in lichtlaai vlamme te zetten voor een gedacht dat geheel en gansch met zijn edel streven overeenkomt. p2komt. Ik bidde u dus zeer Eerweerde Heer en smeeke u zoovele ik maar kan deze aanvrage niet te verstooten. 'k En geloove niet dat er iemand iets daartegen zoude hebben en ik wensche en verhope dat wij het geluk zullen hebben U te mogen hooren en bewonderen, en verwerpt toch believe het U den wensch van uwe vrienden en ja van uw volk en uw Vlanderen niet.
In deze zoete hope wil ik leven zeer Eerweerde Heer, en groete ik U met ware hoogachtinge en diepen eerbied.