<Resultaat 1950 van 2328

>

p1
Miss Cole
Couvent St. Charles
à Courtrai
Belgique.
 
p2

Please thank Madame V.[1] very gratefully from me for the nice beads.

I answered Doctor G. by return to Bruges which he gave as his address. We must make all due enquiries before we act, so that all may be arranged for the best. Throat much better. For the time being the Catholic Directory gives as English Confessor Reverend Father Mortier. Societatis Jesu St Michel; Abbé Tillieux, Prison Chaplain. When I hear again from Doctor G., I will write you

Sister Agnes Philomena
April 6th Stone

Noten

[1] Madam Vercruysse is vermoedelijk Elisabeth Vanden Broeck.

Register

Correspondenten

NaamDormer, Mary Isabel Lucy; Agnes Philomena (zuster)
Datums° Warwick, 1842 - ✝ Staffordshire, 09/03/1932
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; priores
VerblijfplaatsEngeland
BioMary Isabel Lucy Dormer werd in het voorjaar van 1842 te Warwick geboren als dochter van Joseph Thaddeus Dormer, 11de Baron Dormer of Wyng (1790-1871) en Elizabeth Anne Tichborne. Ze werd zuster en nam de naam Agnes Philomena aan. Volgens de census van 1881 was ze assistente van de overste in het St. Dominic's klooster te Stone. In 1894 werd ze de vierde provinciale priores van de congregatie van St. Catherina van Siena te Stone. Dit bleef ze tot 1918. Ze overleed op 9 maart 1932.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Archives of the English Congregation of Dominican Sisters (Third Order). Personal papers and special collections, 1985; http://www.19thcenturyphotos.com/Hon.-Mary-Dormer-126136.htm;
NaamCole, Mary Catherine; Zita (zuster)
Datums° Bristol, 29/10/1858 - ✝ Gent, 16/04/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; lerares
VerblijfplaatsEngeland
BioMary Catherine Cole werd op 29 oktober 1858 geboren in Bristol en op 2 november 1858 rooms-katholiek gedoopt. Haar ouders waren Samuel Cole, een dienstknecht en koetsier, en Martha King. Ze trad toe als een lekenzuster in het St. Dominic's Convent in Stone. Op 7 januari 1880 ontving ze haar kloosterkleed en op 6 januari 1881 haar religieuze naam Zuster Zita. Zuster Agnes Dormer was op dat moment assistente van moederoverste. Zita legde haar geloften af op 2 mei 1882, en werd toegewezen aan de kloosters van Stoke-on-Trent (januari 1890), Bow in Londen (september 1890), keerde terug naar Stoke (november 1895) en werd uiteindelijk toegewezen aan Stone (3 april 1896). De ‘Council Minutes book’ van het klooster maakt melding van het volgende: op een vergadering van de Raad op 3 juni 1896 werd opgemerkt dat Zuster Zita "gedurende geruime tijd in een zeer opgewonden en onbevredigende toestand verkeerde en ... gevreesd werd dat ze haar hoofd helemaal zou verliezen als ze niet werd vrijgelaten door dispensatie van verplichtingen die te veel voor haar waren." Een dergelijke diagnose was al gesteld door Dr. Craig van Stoke, maar de zuster zelf zei dat niets haar zou overhalen om dispensatie te vragen en zou in beroep gaan bij de bisschop als er een poging werd ondernomen om haar uit te sluiten. Het advies van de Heilige Stoel werd ingewonnen en in de tussentijd werd ze naar haar zus gestuurd om bij haar te verblijven. In oktober werden regelingen getroffen om haar naar een huis in België te sturen dat bedoeld was voor gevallen zoals de hare. Ze vond onderdak in het Sint-Carolus-Borromeusgesticht in Kortrijk, waar Gezelle haar biechtvader werd. Ze werd beschreven als 'penitent' in Gezelles brieven, wat doorgaans verwijst naar een arm meisje dat hulp nodig heeft bij het vinden van werk of onderdak. Ze kampte verder met mentale problemen. Toen Gezelle in 1899 naar Brugge werd overgeplaatst, was haar enige doel hem te volgen. Hij verwees haar door naar verschillende kloosters in Brugge. Op 6 augustus 1909 keerde Zuster Zita met toestemming van de paus terug naar Engeland om in Hawick verder werk te maken van haar roeping. Maar de mentale problemen staken opnieuw de kop op. Ze besloot terug te keren naar België en kreeg met toestemming van de bisschop een vast inkomen van £ 25 voor de rest van haar leven. Zuster Zita aanvaardde uiteindelijk in april 1910 dispensatie van haar geloften. Ze werd lerares in Gent en woonde in bij bakker J. Focqué in de Oude Violettenlei 6. Ze kwam samen met haar kat tragisch aan haar einde door gasverstikking terwijl ze een voetbad nam. Haar begrafenis vond plaats in de kapel van de Bijloke op 22 april 1912.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/; Overlijdensbericht. In: La Patrie: (22 apr 1912); Overlijdensbericht. In: De Nieuwe Gazet: (20 apr 1912); Overlijdensbericht: In. Het Laatste Nieuws: (19 apr 1912); kloosterarchieven (Council Book)

Briefschrijver

NaamDormer, Mary Isabel Lucy; Agnes Philomena (zuster)
Datums° Warwick, 1842 - ✝ Staffordshire, 09/03/1932
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; priores
VerblijfplaatsEngeland
BioMary Isabel Lucy Dormer werd in het voorjaar van 1842 te Warwick geboren als dochter van Joseph Thaddeus Dormer, 11de Baron Dormer of Wyng (1790-1871) en Elizabeth Anne Tichborne. Ze werd zuster en nam de naam Agnes Philomena aan. Volgens de census van 1881 was ze assistente van de overste in het St. Dominic's klooster te Stone. In 1894 werd ze de vierde provinciale priores van de congregatie van St. Catherina van Siena te Stone. Dit bleef ze tot 1918. Ze overleed op 9 maart 1932.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Archives of the English Congregation of Dominican Sisters (Third Order). Personal papers and special collections, 1985; http://www.19thcenturyphotos.com/Hon.-Mary-Dormer-126136.htm;

Briefontvanger

NaamCole, Mary Catherine; Zita (zuster)
Datums° Bristol, 29/10/1858 - ✝ Gent, 16/04/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; lerares
VerblijfplaatsEngeland
BioMary Catherine Cole werd op 29 oktober 1858 geboren in Bristol en op 2 november 1858 rooms-katholiek gedoopt. Haar ouders waren Samuel Cole, een dienstknecht en koetsier, en Martha King. Ze trad toe als een lekenzuster in het St. Dominic's Convent in Stone. Op 7 januari 1880 ontving ze haar kloosterkleed en op 6 januari 1881 haar religieuze naam Zuster Zita. Zuster Agnes Dormer was op dat moment assistente van moederoverste. Zita legde haar geloften af op 2 mei 1882, en werd toegewezen aan de kloosters van Stoke-on-Trent (januari 1890), Bow in Londen (september 1890), keerde terug naar Stoke (november 1895) en werd uiteindelijk toegewezen aan Stone (3 april 1896). De ‘Council Minutes book’ van het klooster maakt melding van het volgende: op een vergadering van de Raad op 3 juni 1896 werd opgemerkt dat Zuster Zita "gedurende geruime tijd in een zeer opgewonden en onbevredigende toestand verkeerde en ... gevreesd werd dat ze haar hoofd helemaal zou verliezen als ze niet werd vrijgelaten door dispensatie van verplichtingen die te veel voor haar waren." Een dergelijke diagnose was al gesteld door Dr. Craig van Stoke, maar de zuster zelf zei dat niets haar zou overhalen om dispensatie te vragen en zou in beroep gaan bij de bisschop als er een poging werd ondernomen om haar uit te sluiten. Het advies van de Heilige Stoel werd ingewonnen en in de tussentijd werd ze naar haar zus gestuurd om bij haar te verblijven. In oktober werden regelingen getroffen om haar naar een huis in België te sturen dat bedoeld was voor gevallen zoals de hare. Ze vond onderdak in het Sint-Carolus-Borromeusgesticht in Kortrijk, waar Gezelle haar biechtvader werd. Ze werd beschreven als 'penitent' in Gezelles brieven, wat doorgaans verwijst naar een arm meisje dat hulp nodig heeft bij het vinden van werk of onderdak. Ze kampte verder met mentale problemen. Toen Gezelle in 1899 naar Brugge werd overgeplaatst, was haar enige doel hem te volgen. Hij verwees haar door naar verschillende kloosters in Brugge. Op 6 augustus 1909 keerde Zuster Zita met toestemming van de paus terug naar Engeland om in Hawick verder werk te maken van haar roeping. Maar de mentale problemen staken opnieuw de kop op. Ze besloot terug te keren naar België en kreeg met toestemming van de bisschop een vast inkomen van £ 25 voor de rest van haar leven. Zuster Zita aanvaardde uiteindelijk in april 1910 dispensatie van haar geloften. Ze werd lerares in Gent en woonde in bij bakker J. Focqué in de Oude Violettenlei 6. Ze kwam samen met haar kat tragisch aan haar einde door gasverstikking terwijl ze een voetbad nam. Haar begrafenis vond plaats in de kapel van de Bijloke op 22 april 1912.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/; Overlijdensbericht. In: La Patrie: (22 apr 1912); Overlijdensbericht. In: De Nieuwe Gazet: (20 apr 1912); Overlijdensbericht: In. Het Laatste Nieuws: (19 apr 1912); kloosterarchieven (Council Book)

Plaats van verzending

NaamStone

Naam - persoon

NaamDormer, Mary Isabel Lucy; Agnes Philomena (zuster)
Datums° Warwick, 1842 - ✝ Staffordshire, 09/03/1932
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; priores
VerblijfplaatsEngeland
BioMary Isabel Lucy Dormer werd in het voorjaar van 1842 te Warwick geboren als dochter van Joseph Thaddeus Dormer, 11de Baron Dormer of Wyng (1790-1871) en Elizabeth Anne Tichborne. Ze werd zuster en nam de naam Agnes Philomena aan. Volgens de census van 1881 was ze assistente van de overste in het St. Dominic's klooster te Stone. In 1894 werd ze de vierde provinciale priores van de congregatie van St. Catherina van Siena te Stone. Dit bleef ze tot 1918. Ze overleed op 9 maart 1932.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Archives of the English Congregation of Dominican Sisters (Third Order). Personal papers and special collections, 1985; http://www.19thcenturyphotos.com/Hon.-Mary-Dormer-126136.htm;
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamMortier, Hendrik Lodewijk
Datums° leper, 08/11/1835 - ✝ Kortrijk, 01/02/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; jezuïet; directeur
BioNa zijn priesterwijding te Brugge op 9 maart 1859 werd hij leraar aan de colleges van Oostende, Tielt en Brugge vanaf 1861. Hij werd in die periode aangesproken om Gezelle bij te staan bij de redactie van de Spokersalmanak. Daarna werd hij onderpastoor van de O.-L.-Vrouwekerk te Brugge (1869-1872). In 1872 trad hij in bij de jezuïeten te Drongen. Vanaf september 1878 was hij directeur van de congregatie van de Purification de Marie te Kortrijk.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; medewerker
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamTillieux, Emiel; Exuperius van Kortrijk
Datums° Kortrijk, 24/09/1860 - ✝ leper, 04/12/1943
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; schooldirecteur; aalmoezenier; minderbroeder; pastoor
BioEmile Tillieux, zoon van Edouard Tillieux, geneesheer, en Sylvie Ruysschaert, werd priester gewijd in december 1884. Hij was leraar aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge van 1884 tot 1889. Hij gaf er handel, wiskunde en Engels. In 1889 werd hij principaal van het college te Avelgem tot 1896. Hij stichtte er de Sint-Maartensgilde, een vereniging die leraren en oud-leerlingen van de school bijeenbracht. Karel en Frank Lateur waren in 1889 lid van de gilde. In 1896 ging hij aan de slag als aalmoezenier van de gevangenis te Kortrijk en in 1897 als krijgsaalmoezenier. Hij staat op de lijst van de Kortrijkse vrienden van Gezelle als wonende in de Capittelstrate. Na de dood van zijn vader (1915) en moeder (1916) werd hij In 1917 kapucijn onder de naam van pater Exuperius. In 1934 werd hij pastoor te Petite Chapelle (Namen).
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedicht
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamCole, Mary Catherine; Zita (zuster)
Datums° Bristol, 29/10/1858 - ✝ Gent, 16/04/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; lerares
VerblijfplaatsEngeland
BioMary Catherine Cole werd op 29 oktober 1858 geboren in Bristol en op 2 november 1858 rooms-katholiek gedoopt. Haar ouders waren Samuel Cole, een dienstknecht en koetsier, en Martha King. Ze trad toe als een lekenzuster in het St. Dominic's Convent in Stone. Op 7 januari 1880 ontving ze haar kloosterkleed en op 6 januari 1881 haar religieuze naam Zuster Zita. Zuster Agnes Dormer was op dat moment assistente van moederoverste. Zita legde haar geloften af op 2 mei 1882, en werd toegewezen aan de kloosters van Stoke-on-Trent (januari 1890), Bow in Londen (september 1890), keerde terug naar Stoke (november 1895) en werd uiteindelijk toegewezen aan Stone (3 april 1896). De ‘Council Minutes book’ van het klooster maakt melding van het volgende: op een vergadering van de Raad op 3 juni 1896 werd opgemerkt dat Zuster Zita "gedurende geruime tijd in een zeer opgewonden en onbevredigende toestand verkeerde en ... gevreesd werd dat ze haar hoofd helemaal zou verliezen als ze niet werd vrijgelaten door dispensatie van verplichtingen die te veel voor haar waren." Een dergelijke diagnose was al gesteld door Dr. Craig van Stoke, maar de zuster zelf zei dat niets haar zou overhalen om dispensatie te vragen en zou in beroep gaan bij de bisschop als er een poging werd ondernomen om haar uit te sluiten. Het advies van de Heilige Stoel werd ingewonnen en in de tussentijd werd ze naar haar zus gestuurd om bij haar te verblijven. In oktober werden regelingen getroffen om haar naar een huis in België te sturen dat bedoeld was voor gevallen zoals de hare. Ze vond onderdak in het Sint-Carolus-Borromeusgesticht in Kortrijk, waar Gezelle haar biechtvader werd. Ze werd beschreven als 'penitent' in Gezelles brieven, wat doorgaans verwijst naar een arm meisje dat hulp nodig heeft bij het vinden van werk of onderdak. Ze kampte verder met mentale problemen. Toen Gezelle in 1899 naar Brugge werd overgeplaatst, was haar enige doel hem te volgen. Hij verwees haar door naar verschillende kloosters in Brugge. Op 6 augustus 1909 keerde Zuster Zita met toestemming van de paus terug naar Engeland om in Hawick verder werk te maken van haar roeping. Maar de mentale problemen staken opnieuw de kop op. Ze besloot terug te keren naar België en kreeg met toestemming van de bisschop een vast inkomen van £ 25 voor de rest van haar leven. Zuster Zita aanvaardde uiteindelijk in april 1910 dispensatie van haar geloften. Ze werd lerares in Gent en woonde in bij bakker J. Focqué in de Oude Violettenlei 6. Ze kwam samen met haar kat tragisch aan haar einde door gasverstikking terwijl ze een voetbad nam. Haar begrafenis vond plaats in de kapel van de Bijloke op 22 april 1912.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.ancestry.co.uk/; Overlijdensbericht. In: La Patrie: (22 apr 1912); Overlijdensbericht. In: De Nieuwe Gazet: (20 apr 1912); Overlijdensbericht: In. Het Laatste Nieuws: (19 apr 1912); kloosterarchieven (Council Book)
NaamVanden Broeck, Elisabeth Josèphe Thérèse
Datums° Sint-Niklaas, 19/11/1844 - ✝ Kortrijk, 02/06/1933
GeslachtVrouwelijk
BioElisabeth Vanden Broeck werd geboren te Sint-Niklaas in 1844 als jongste dochter van Victor Vanden Broeck (1808-1873) en Thérèse van Naemen (1801-1876) uit Sint-Niklaas. Ze huwde Camille Alphonse Vercruysse (Kortrijk, 27/07/1839 – Kortrijk, 11/09/1905) te Sint-Niklaas op 22 augustus 1865. Op 22 augustus 1890 vierden Elisabeth en Camille hun zilveren huwelijksjubileum. De Franstalige pers besteedde de nodige aandacht aan dit jubileum waar, naar verluidt, pauselijke felicitaties overgebracht werden. Het gezin Camille en Elisabeth Vercruysse woonde in de Leiestraat 32. Samen met haar man voedde ze vijf kinderen op. Marie-Joséphine (1866-1929), Esther (1868-1929), Louis (1870-1912), Mathilde (1873-1914) en Alix (1875-1962). Elisabeths caritatieve werkdomeinen waren ‘Membre jubilaire de la Congrégation de la Sainte Vierge’ en ‘Membre des Dames de la Miséricorde’. De familie C. Vercruysse-Vanden Broeck speelde een belangrijke rol in de Kortrijkse jaren van Gezelle. Als jonge onderpastoor was hij de begeleider van de elitaire ‘Congrégation du Très-Saint Nom de Marie’ die in het klooster van de Zusters Paulinen samenkwam. Via deze organisatie kwam Gezelle in contact met het gegoed Franstalige milieu en het caritatieve netwerk waarin de familie Vercruysse een essentiële rol speelde. Met de nodige toewijding gidste Elisabeth hem doorheen de gefortuneerde klassen van een besloten provinciestad waarin ook een vrijzinnige, liberale zuil tot ontwikkeling kwam. Persoonlijk steunde ze hem meermaals in perioden van sociaal isolement of mentale moeilijkheden want in haar huis vond hij steeds een warm gastgezin. Het gezin hielp hem ook financieel (onder andere voor een Engelandreis) en Elisabeth zorgde er ook voor dat haar zus Mathilde hem een vaste uitkering gaf zodat hij vanaf 1889 zijn ambt van onderpastoor kon neerleggen om zich probleemloos aan zijn literair werk te wijden. In Gezelles Franstalige gedichten vinden we verscheidene communieverzen terug voor de vijf kinderen van Camille en Elisabeth. Enkele gedichten en brieven alluderen ook op de vriendschap tussen de dichter en de beschermvrouw, zoals toen Gezelle in de Budastraat het slachtoffer werd van een belaging door enkele dronken lui bezorgde Elisabeth hem een nieuwe hoed als compensatie voor ‘l’ignoble soufflet’! Gezelle repliceerde met een vriendschappelijk dankvers ‘Geraden heb ik aan ’t geschrift’. Elisabeth overleed te Kortrijk op 89-jarige leeftijd op 2 juni 1933. Ze werd begraven in de Sint-Maartenskerk te Kortrijk op donderdag 7 juni 1933 om 11 uur.
Relatie tot Gezellecorrespondent; gedichten
Bronnen https://gw.geneanet.org/hourmanmichel?n=van+den+broeck&oc=&p=elisabeth; https://search.arch.be/; https://www.ancestrylibrary.com/discoveryui-content/view/208108887:60541?tid=&pid=&queryId=60be71f006c48ab1d3cfe1fab16d66c1&_phsrc=SSE29&_phstart=successSource

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamStone

Naam - instituut/vereniging

NaamSint-Carolus Borromeusgesticht, Kortrijk
BeschrijvingAan de noordkant van de Groeningelaan werd in de eerste helft van de 18de eeuw de kazerne De Thienen opgericht. De kazerne werd in 1782 aan­gekocht door Robert Van Beveren, die er een faiencefabriek inrichtte. De productie viel na tien jaar stil door het overlijden van Van Beveren. Vermoedelijk werd op die plaats de katoenspin­nerij van Vandenberghe ondergebracht, waar op 05/01/1860 een brand ontstond. In 1883 werd het gebouw afgebroken om plaats te maken voor een neogotische kapel. Ernaast werd in 1898 het Sint-Carolus Borromeusgesticht gebouwd, een tehuis bediend door de zusters van de H. Fami­lie en aanvankelijk bestemd voor rustende priesters, later voor gegoede bejaarden.
Datering1898-heden
Links[odis]

Titel - ander werk

TitelThe catholic directory
Datum[1891]
PlaatsLondon
UitgeverBurns and Oates

Titel06/04/[1899], Stone, [(Zuster) Agnes Philomena Dormer] aan [Mary Catherine Cole (= Zuster Zita)]
EditeurAurélie Lemmens; Peter De Baets (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Dormer, Mary Isabel Lucy]
Ontvanger[Cole, Mary Catherine]
Verzendingsdatum06/04/[1899]
VerzendingsplaatsStone
AnnotatieJaartal gereconstrueerd op basis van de poststempel ; adressant gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens ; Mary Catherine Cole = Zuster Zita.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.II, p.245
Fysieke bijzonderheden
Drager 89x115
wit
papiersoort: recto met adres; verso verticaal beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden op adreszijde: nationaal teken, gedrukte en gekleefde postzegel, beide afgestempeld
Toevoegingen op verso links in de zijrand: [1899] (inkt, verticaal, hand P.A.); idem linksonder: Zita (rode inkt, schuin)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7115
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13452
Inhoud
IncipitPlease thank Madame V.
Tekstsoortbriefkaart
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.