<Resultaat 122 van 2308

>

p1
Reverend Sir,

I have this morning received a letter from the Lady Abbess of the Benedictine Convent at Ypres, informing me that instead of being able to come to Bruges today as he intented Dr Leadbitter is ill in bed[1] She asks me to let you knowp2this & to say from Dr Leadbitter that he will be very much obliged to you, should any letters come here for him, if you could kindly forward them as soon as possible to him

Begging to be remembered in your pious prayers I remain Reverend Sir
Your faithful servant in Jesus Christ
Mary Philip
enfant de marie
Au Couvent des Soeurs Noires

Thursday. –

Noten

[1] In zijn brief van maandag 14 januari 1861 aan Guido Gezelle had William Leadbitter vanuit Ieper geschreven dat hij later die week naar Brugge zou gaan. In diezelfde brief vroeg hij Gezelle ook om iets aan zuster Mary Philip te bezorgen.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamPhilip, Mary; Philip, Mary (Zuster)
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
BioZuster Mary Philip was lid van het klooster van de Zwarte Zusters te Brugge. In het schaars overgebleven archief wordt haar naam nergens vermeld.
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefschrijver

NaamPhilip, Mary; Philip, Mary (Zuster)
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
BioZuster Mary Philip was lid van het klooster van de Zwarte Zusters te Brugge. In het schaars overgebleven archief wordt haar naam nergens vermeld.
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamLeadbitter, William
Datums° Newcastle-upon-Tyne, 1832 - ✝ Newcastle-upon-Tyne, 08/05/1863
GeslachtMannelijk
Beroepvicerector; onderpastoor
VerblijfplaatsEngeland
BioWilliam Leadbitter werd geboren in Newcastle-upon-Tyne in 1832 als tweede kind van John Leadbitter, handelaar uit York en Catharine Swinburne uit Yarm. Hij was verwant aan de Leadbitters of Warden, een prominente Katholieke familie. In oktober 1856 werd hij student aan het Engels College te Rome, waar hij doctor in de theologie werd. Op 29 januari 1859 werd hij benoemd als vicerector van het Engels Seminarie te Brugge en Dessein als rector op vraag van Sutton. Op 26 februari 1859 kwam hij ten slotte samen met vier studenten als eerste vicerector van het Engels Seminarie te Brugge aan. Hij bekwam zijn celebet en een jurisdictie voor drie jaar op 2 maart 1859. Er ontstonden heel wat spanningen tussen Leadbitter en rector Dessein (Leadbitter werd er o.a. van beschuldigd de studenten aan te zetten tot insubordinatie). De procurator Amaat Boone werd naar Engeland gestuurd om de klachten over hem voor te leggen aan bisschop Grant. Omwille van deze spanningen gaf Leadbitter zijn functie op. Hij verbleef aanvankelijk om gezondheidsredenen bij de Ierse Dames te Ieper eind december 1860 tot zijn definitief vertrek op 8 februari 1861 naar Engeland. Gezelle volgde Leadbitter op aan het Engels Seminarie als vicerector. Leadbitter werd onderpastoor van St. Mary’s Cathedral te Newcastle. Hij overleed te Newcastle-upon-Tyne op 8 mei 1863.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Patrick de Wilde, Letters of William Leadbitter (1832-1863), Curate of St Mary's Cathedral. In: Northern Catholic History :(1982) 15 ; Stewart Foster, The Life and Death of a Victorian Seminar: The English College, Bruges, 1990
NaamPhilip, Mary; Philip, Mary (Zuster)
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
BioZuster Mary Philip was lid van het klooster van de Zwarte Zusters te Brugge. In het schaars overgebleven archief wordt haar naam nergens vermeld.
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamJarrett, Elizabeth Mary Winifred
Datums° Londen, ca. 1800 - ✝ Ieper, 19/09/1888
GeslachtVrouwelijk
Beroepabdis
VerblijfplaatsEngeland
BioElizabeth Jarrett werd rond 1800 geboren in Londen als dochter van Bernardus Jarrett en Anna Kearney. Op 21 juni 1820 werd ze geprofest in Ieper en op 1 mei 1840 werd ze de abdis van de Ierse Dames in Ieper, een benedictinessenklooster. Onder haar bestuur werd het oude klooster afgebroken en vervangen door een klooster in 'Vlaamse gotiek', naar plannen van de Antwerpse architect Schadde. Bij haar overlijden in 1888 was ze enkel nog in naam abdis. De functie werd in praktijk uitgeoefend door Mary Scholastica Bergé, die Jarrett ook zou opvolgen. Hiertoe had bisschop Faict beslist in 1885. Haar leeftijd belette Jarrett haar functie nog naar behoren uit te voeren.
BronnenPatrick Nolan, The Irish Dames of Ypres, being a history of the Royal Irish Abbey of Ypres (...), Dublin, 1908; https://cushwa.nd.edu/news/the-irish-dames/; https://www.ancestry.co.uk/discoveryui-content/view/4958952:70917?tid=&pid=&queryid=5bc76cdc-6be2-4827-a6ec-ebeccc864533&_phsrc=GaH92&_phstart=successSource;

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamIeper
GemeenteIeper

Naam - instituut/vereniging

NaamCongregatie van de Zwarte Zusters van de H. Augustinus te Brugge
BeschrijvingDe Zwartzusters van Bethel behoorden tot een religieuze congregatie die zich vooral bezighield met ziekenzorg. Al in 1361 zouden cellezusters in de Groeningewijk pestslachtoffers verzorgd hebben. In 1460 namen ze de regel van Sint-Augustinus over, om het jaar erop hun eerste statuten te ontvangen. Omwille van hun habijt werden ze 'zwartzusters' genoemd. Vanaf de 19de eeuw ontwikkelde het klooster te Brugge zich tot het Sint-Franciscus Xaveriusziekenhuis. 'Zwarte nonnen' of 'de zwarte nunnen' is de volksnaam voor de Zwartzusters van Bethel.
Datering1460-heden
Links[odis], [wikipedia]
NaamDe Ierse Dames
BeschrijvingIn 1598 stichtte Mary Percy, een katholieke dame die Engeland ontvlucht was, een benedictinessenklooster in Brussel. Hieruit ontstond in 1624 een benedictinessenklooster in Gent dat op zijn beurt het moederhuis zou worden van een benedictinessenklooster in Ieper. Het Ieperse klooster werd opgericht in 1665 en zou in de eeuwen erna bekend staan als 'de Ierse Dames'. Verschillende abdissen waren van Ierse afkomst en er werd ook actief geprobeerd Ierse zusters en novicen aan te trekken. Het aantrekken van kloosterlingen verliep echter vaak moeizaam. In 1810 waren er tien koordames en vier lekenzusters. In 1830 werd Mary Benedict Byrne abdis van de Ierse Dames - de laatste van Ierse afkomst. In 1840 volgde Elizabeth Jarrett haar op. In 1888 werd Mary Scholastica Bergé de laatste abdis van de Ierse Dames. De gemeenschap groeide weer en meer Ierse zusters sloten zich aan. Het klooster lag in de Sint-Jacobsstraat in Ieper en de zusters hadden er een pensionaat voor meisjes. Het oude klooster was in de jaren 1860-1880 verbouwd in de stijl van de 'Vlaamse gotiek'. In november 1914 ontvluchtten de kloosterlingen Ieper, toen in de frontlinie van de Eerste Wereldoorlog. Na een verblijf in Staffordshire (Engeland) en Macmine (Ierland) konden de zusters in 1920 Kylemore Castle aankopen. Omgedoopt tot Kylemore Abbey openden ze er een kostschool die tot 2010 heeft bestaan. Het klooster bestaat nog steeds.
Datering1665-1914
Links[odis]

Titel[17/01/1861], Brugge, (Zuster) Mary Philip aan [Guido Gezelle]
EditeurInge Geysen; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderPhilip, Mary
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum[17/01/1861]
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieDatum en adressaat gereconstrueerd op basis van de brief van William Leadbitter aan Guido Gezelle van 14/01/1861.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.I, p.212
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 141x87
wit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papiermerk: afbeelding
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.); idem linksboven: information (rode inkt, schuin); idem rechtsboven Begin 1861? (potlood, hand C. D.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7337
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13547
Inhoud
IncipitI have this morning
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.