Bij het ontvangen van uwe laatste diepgepeinsde Loquela[1] kwam mij de begeerte U eens te vragen wat gij dacht van twee drij woorden welke ik onlangs in eene van onze oude registers gelezen heb, en welke ik na Sleecks en De bo geraadpleegd te hebben, nog niet wel versta.
Bladz. 34 lees ik: “alsoo de proprietarige maer en verstaet den grondt aen dese kercke af te stappen tot noten en ploten heeft men hetselve gedaen panden, ’t eynden welcke den rendant om te eviteren de eeuwige sujectie van rekeninge alhier, proponeert den middel van decrete waer toe versoeckende by desen te worden geauthoriseert.”
Uitlegging over noten en ploten heb ik in de Deboo gevonden, maar panden of doen panden vind ik zoo goed niet uiteengedaan.p2Bladz. 50 – lees ik: “Men gelt de volgage van twee lynnen cannonincks landt.”
dat volgage aldus in een woord geschreven is dit goed, en wat beteekent het?
Bladz. 51. “voorts gelt dese kercke in haere majesteyts spycker, als volger etc.
wat is hier spycker van haere majesteit? Ik heb 22 jaar te Poperinghe gewoond en dikwijls van spyckers gehoord en De bo spreekt ook van deze, maar den zin van haere Majesteits spycker heb ik niet vast.[2]
Is het u de moeite weerd mij daarover in te lichten, doe het, en ik zal U dankbaar zijn; zijn die woorden, of hunne beteekenis genoegzaam bekend en geboekt, geef mij maar van ad poenam libri[3] en ik zal met zelf te zoeken U de moeite sparen van te schrijven of te doen drukken.