<Resultaat 52 van 2308

>

p1
Reverend G Geyzzelle
Roulers College
 
p2
Cornbrook Park

My Most Dear Father

I am sorry to inform you that my poor Brother is very much worse[1] in fact he is sinking fast, I have seen him this afternoon and the change is very great indeed, the Physictians[2] say that they have done all that is Possible to be done for him, and now they can do no more,p3I must beg again your good Prayers, and those of Dear Father Bethune if he please, in his behalf, George William will beg those of his companions I am sure for his poor dear suffering Uncle, I hope that our Dear Father has arrived quite safe,

Present my duty to him and accept my most grateful acknowledgements for all your ex-
p4
cessive kindness to an entire stranger, and Believe me your fond and Dutiful Child
Anne Gadd

Noten

[1] Richard Hill was ernstig ziek en zou snel nadien overlijden op 16 september 1857. Zie de brief van Anne Gadd aan Guido Gezelle van 28/09/1857.
[2] Foutief voor ’physicians’.

Register

Correspondenten

NaamHill, Anne; Gadd, Anne
Datums° Pendleton, 19/02/1811 - ✝ Barton-on-Irwell, 05/02/1879
GeslachtVrouwelijk
Beroepbedrijfsleider
VerblijfplaatsEngeland
BioAnne Hill werd op 19 februari 1811 geboren in Pendleton, Salford, Manchester als dochter van William Jerome Hill en Sarah Hill (°1790). Ze trouwde op 29 juni 1835 in Eccles, Salford, Manchester met de jonge ingenieur en machinebouwer Thomas Gadd (Salford, Manchester, 04/11/1810 - Salford, Manchester, 05/12/1859) die in 1843 een eigen machinebouwbedrijf oprichtte, eerst zelfstandig, daarna met de financiële steun van zijn schoonbroer Richard Hill (Pendleton, Salford, Manchester, 1808 – Eccles, Salford, Manchester, 16/091857), de broer van Anne. Het echtpaar woonde volgens de censussen van 1841 en 1851 in de Garden Street in Eccles, Salford, Manchester. Na de dood van haar man woonde Anne, volgens de census van 1861, met haar gezin in Cornbrook Park, Princess Street, Hulme, Manchester. Dit gezin telde zes zonen en drie dochters: Elizabeth Alice (Pendleton, Salford, Manchester, 1835 of 1836 - Elham, Kent, 24/08/1901), Charles Joseph (Salford, Manchester, 17/05/1838 - Manchester, 01/07/1907), James (Pendleton, Salford, Manchester, 12/1840 - 08/03/1842), Georges William (Pendleton, Salford, Manchester, 28/12/1842 - Zanesville, Muskingum, Ohio, VS, 12/06/1921), Anne Maria (°Pendleton, Salford, Manchester, 09/1845), Edward Thomas (°Hulme, Manchester, 10/1847), Frances Mary (°Pendleton, Salford, Manchester, 1850), Joseph (°Pendleton, Salford, Manchester, 1851) en Jerome Alphonsus (Salford, 10/1852 - Chorlton, 12/03/1855). Verder had het koppel een adoptiefzoon, Michael, die priester werd in Londen. Na de dood in 1857 van haar broer Richard Hill, medeaandeelhouder, en in 1859 van haar man Thomas Gadd zette Anne Gadd het machinebouwbedrijf ‘Gadd & Hill’ (Regent Ironworks, 1 Regent Road, Salford) verder. Tussen 5 december 1859, de dag dat haar man stierf, en 30 juni 1865 leidde ze het bedrijf samen met landbouwer William Proctor, de schoonbroer van Richard Hill, en haar zoon, priester Charles Joseph Gadd die door haar broer aangeduid waren als de beheerders van zijn aandeel. De firma Gadd en Hill was ook internationaal actief. Toen het partnerschap op 30 juni 1865 afliep, zette Anne Gadd als testamentuitvoerder van haar overleden echtgenoot het bedrijf alleen verder onder de naam ‘Thomas Gadd’. Intussen waren haar zonen, de ingenieurs Georges William Gadd, oud-leerling van Gezelle in het kleinseminarie van Roeselare, en Edward Thomas Gadd in het bedrijf gekomen. Ze namen het bedrijf later zelf in handen. De firma ‘Thomas Gadd’ bouwde in die tijd machines voor de textielindustrie, stoommachines, hydraulische machines, draaibanken enz. In 1876 nam het deel aan de US Centennial Exhibition met een machine die in acht kleuren op textiel kon drukken. De samenwerking met Edward Thomas Gadd werd met wederzijdse toestemming stopgezet in 1884, waarna Georges William Gadd het bedrijf verderzette. In 1891 kwam er een wijziging in het management. In 1895-1896 werd het bedrijf definitief overgenomen door de nabijgelegen machinebouwer Hulse & Co. Anne Gadd onderhield een uitgebreide correspondentie met Gezelle. Ze overleed op 5 februari 1879 in Barton-on-Irwell, Salford, Manchester in de woning van haar zoon, priester Charles Joseph Gadd. Ze werd begraven op St. Mary the Virgin Church Yard, Eccles, Salford, Manchester.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.myheritage.nl/names/anne_gadd; https://www.familysearch.org/ark:/61903/1:1:M7DZ-F3S
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamHill, Anne; Gadd, Anne
Datums° Pendleton, 19/02/1811 - ✝ Barton-on-Irwell, 05/02/1879
GeslachtVrouwelijk
Beroepbedrijfsleider
VerblijfplaatsEngeland
BioAnne Hill werd op 19 februari 1811 geboren in Pendleton, Salford, Manchester als dochter van William Jerome Hill en Sarah Hill (°1790). Ze trouwde op 29 juni 1835 in Eccles, Salford, Manchester met de jonge ingenieur en machinebouwer Thomas Gadd (Salford, Manchester, 04/11/1810 - Salford, Manchester, 05/12/1859) die in 1843 een eigen machinebouwbedrijf oprichtte, eerst zelfstandig, daarna met de financiële steun van zijn schoonbroer Richard Hill (Pendleton, Salford, Manchester, 1808 – Eccles, Salford, Manchester, 16/091857), de broer van Anne. Het echtpaar woonde volgens de censussen van 1841 en 1851 in de Garden Street in Eccles, Salford, Manchester. Na de dood van haar man woonde Anne, volgens de census van 1861, met haar gezin in Cornbrook Park, Princess Street, Hulme, Manchester. Dit gezin telde zes zonen en drie dochters: Elizabeth Alice (Pendleton, Salford, Manchester, 1835 of 1836 - Elham, Kent, 24/08/1901), Charles Joseph (Salford, Manchester, 17/05/1838 - Manchester, 01/07/1907), James (Pendleton, Salford, Manchester, 12/1840 - 08/03/1842), Georges William (Pendleton, Salford, Manchester, 28/12/1842 - Zanesville, Muskingum, Ohio, VS, 12/06/1921), Anne Maria (°Pendleton, Salford, Manchester, 09/1845), Edward Thomas (°Hulme, Manchester, 10/1847), Frances Mary (°Pendleton, Salford, Manchester, 1850), Joseph (°Pendleton, Salford, Manchester, 1851) en Jerome Alphonsus (Salford, 10/1852 - Chorlton, 12/03/1855). Verder had het koppel een adoptiefzoon, Michael, die priester werd in Londen. Na de dood in 1857 van haar broer Richard Hill, medeaandeelhouder, en in 1859 van haar man Thomas Gadd zette Anne Gadd het machinebouwbedrijf ‘Gadd & Hill’ (Regent Ironworks, 1 Regent Road, Salford) verder. Tussen 5 december 1859, de dag dat haar man stierf, en 30 juni 1865 leidde ze het bedrijf samen met landbouwer William Proctor, de schoonbroer van Richard Hill, en haar zoon, priester Charles Joseph Gadd die door haar broer aangeduid waren als de beheerders van zijn aandeel. De firma Gadd en Hill was ook internationaal actief. Toen het partnerschap op 30 juni 1865 afliep, zette Anne Gadd als testamentuitvoerder van haar overleden echtgenoot het bedrijf alleen verder onder de naam ‘Thomas Gadd’. Intussen waren haar zonen, de ingenieurs Georges William Gadd, oud-leerling van Gezelle in het kleinseminarie van Roeselare, en Edward Thomas Gadd in het bedrijf gekomen. Ze namen het bedrijf later zelf in handen. De firma ‘Thomas Gadd’ bouwde in die tijd machines voor de textielindustrie, stoommachines, hydraulische machines, draaibanken enz. In 1876 nam het deel aan de US Centennial Exhibition met een machine die in acht kleuren op textiel kon drukken. De samenwerking met Edward Thomas Gadd werd met wederzijdse toestemming stopgezet in 1884, waarna Georges William Gadd het bedrijf verderzette. In 1891 kwam er een wijziging in het management. In 1895-1896 werd het bedrijf definitief overgenomen door de nabijgelegen machinebouwer Hulse & Co. Anne Gadd onderhield een uitgebreide correspondentie met Gezelle. Ze overleed op 5 februari 1879 in Barton-on-Irwell, Salford, Manchester in de woning van haar zoon, priester Charles Joseph Gadd. Ze werd begraven op St. Mary the Virgin Church Yard, Eccles, Salford, Manchester.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.myheritage.nl/names/anne_gadd; https://www.familysearch.org/ark:/61903/1:1:M7DZ-F3S

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamHulme (Manchester)

Naam - persoon

Naam(de) Béthune, Félix-Achille-Laurent
Datums° Kortrijk, 01/04/1824 - ✝ Brugge, 17/01/1909
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; econoom; ondersuperior; leraar
BioBaron Felix-Achille-Laurent (de) Béthune was de zoon van Félix-Antoine-Joseph (de) Béthune en Julia Renty. Hij werd econoom van het kleinseminarie te Roeselare in september 1849. Op 22 december 1849 werd hij te Brugge tot priester gewijd door bisschop Malou. Op 18 oktober 1856 werd hij door superior Faict benoemd tot ondersuperior van het kleinseminarie van Roeselare. Vervolgens werd hij in oktober 1859 leraar oudheidkunde aan het grootseminarie, dit tot 1873. Op 8 december 1859 werd hij benoemd tot erekanunnik en privé-secretaris van de bisschop en in september 1861 tot econoom aan grootseminarie te Brugge. Achtereenvolgens werd hij kerkmeester van de hoofdkerk Sint-Salvator (30/03/1870), geheim kamerheer van paus Pius IX (14/05/1873), titulair kanunnik (02/06/1876), kanunnik-cantor, huisprelaat van de paus (13/01/1882) en aartsdiaken van het kapittel van de Sint-Salvatorskathedraal (18/03/1891). Hij was ook examinator-prosynodalis en lid van de bisschoppelijke raad, erevoorzitter van de Société Royale de Numismatique de Belgique, voorzitter van de Société Archéologique en van de Commission du Musée te Brugge en officier in de Leopoldsorde.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamHill, Anne; Gadd, Anne
Datums° Pendleton, 19/02/1811 - ✝ Barton-on-Irwell, 05/02/1879
GeslachtVrouwelijk
Beroepbedrijfsleider
VerblijfplaatsEngeland
BioAnne Hill werd op 19 februari 1811 geboren in Pendleton, Salford, Manchester als dochter van William Jerome Hill en Sarah Hill (°1790). Ze trouwde op 29 juni 1835 in Eccles, Salford, Manchester met de jonge ingenieur en machinebouwer Thomas Gadd (Salford, Manchester, 04/11/1810 - Salford, Manchester, 05/12/1859) die in 1843 een eigen machinebouwbedrijf oprichtte, eerst zelfstandig, daarna met de financiële steun van zijn schoonbroer Richard Hill (Pendleton, Salford, Manchester, 1808 – Eccles, Salford, Manchester, 16/091857), de broer van Anne. Het echtpaar woonde volgens de censussen van 1841 en 1851 in de Garden Street in Eccles, Salford, Manchester. Na de dood van haar man woonde Anne, volgens de census van 1861, met haar gezin in Cornbrook Park, Princess Street, Hulme, Manchester. Dit gezin telde zes zonen en drie dochters: Elizabeth Alice (Pendleton, Salford, Manchester, 1835 of 1836 - Elham, Kent, 24/08/1901), Charles Joseph (Salford, Manchester, 17/05/1838 - Manchester, 01/07/1907), James (Pendleton, Salford, Manchester, 12/1840 - 08/03/1842), Georges William (Pendleton, Salford, Manchester, 28/12/1842 - Zanesville, Muskingum, Ohio, VS, 12/06/1921), Anne Maria (°Pendleton, Salford, Manchester, 09/1845), Edward Thomas (°Hulme, Manchester, 10/1847), Frances Mary (°Pendleton, Salford, Manchester, 1850), Joseph (°Pendleton, Salford, Manchester, 1851) en Jerome Alphonsus (Salford, 10/1852 - Chorlton, 12/03/1855). Verder had het koppel een adoptiefzoon, Michael, die priester werd in Londen. Na de dood in 1857 van haar broer Richard Hill, medeaandeelhouder, en in 1859 van haar man Thomas Gadd zette Anne Gadd het machinebouwbedrijf ‘Gadd & Hill’ (Regent Ironworks, 1 Regent Road, Salford) verder. Tussen 5 december 1859, de dag dat haar man stierf, en 30 juni 1865 leidde ze het bedrijf samen met landbouwer William Proctor, de schoonbroer van Richard Hill, en haar zoon, priester Charles Joseph Gadd die door haar broer aangeduid waren als de beheerders van zijn aandeel. De firma Gadd en Hill was ook internationaal actief. Toen het partnerschap op 30 juni 1865 afliep, zette Anne Gadd als testamentuitvoerder van haar overleden echtgenoot het bedrijf alleen verder onder de naam ‘Thomas Gadd’. Intussen waren haar zonen, de ingenieurs Georges William Gadd, oud-leerling van Gezelle in het kleinseminarie van Roeselare, en Edward Thomas Gadd in het bedrijf gekomen. Ze namen het bedrijf later zelf in handen. De firma ‘Thomas Gadd’ bouwde in die tijd machines voor de textielindustrie, stoommachines, hydraulische machines, draaibanken enz. In 1876 nam het deel aan de US Centennial Exhibition met een machine die in acht kleuren op textiel kon drukken. De samenwerking met Edward Thomas Gadd werd met wederzijdse toestemming stopgezet in 1884, waarna Georges William Gadd het bedrijf verderzette. In 1891 kwam er een wijziging in het management. In 1895-1896 werd het bedrijf definitief overgenomen door de nabijgelegen machinebouwer Hulse & Co. Anne Gadd onderhield een uitgebreide correspondentie met Gezelle. Ze overleed op 5 februari 1879 in Barton-on-Irwell, Salford, Manchester in de woning van haar zoon, priester Charles Joseph Gadd. Ze werd begraven op St. Mary the Virgin Church Yard, Eccles, Salford, Manchester.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; https://www.myheritage.nl/names/anne_gadd; https://www.familysearch.org/ark:/61903/1:1:M7DZ-F3S
NaamGadd, George William
Datums° Pendleton (Salford), 28/12/1842 - ✝ Zanesville (Ohio), 12/06/1921
GeslachtMannelijk
Beroepingenieur
VerblijfplaatsEngeland; Amerika
BioGeorge William Gadd werd geboren op 28 december 1842 in Pendleton, Salford. Hij was leerling aan het kleinseminarie van 1856 tot en met 1859. Zijn naam komt niet voor op de bekende ledenlijsten van de 'Confraternity'. Toch is hij lid geweest. Dit bewijst de slotzin van Gezelles brief van 15/07/1857 (brief 45): "I remain ever your faithful confessor and fellow member of our little confraternity". In augustus 1859 verliet hij Roeselare om opgeleid te worden als ingenieur in 'The Regent Iron Works' van zijn vader. Al vroeg moest hij samen met zijn moeder Anne Gadd de leiding van het bedrijf overnemen toen zijn vader Thomas op 05/12/1859 overleed. In 1862 kwam hij nog eens naar Roeselare voor de proclamatie. Hij huwde op 11 september 1866 met Mary Jane Brennan. Hij week later uit naar de Verenigde Staten en overleed er op 12 juni 1921 in Zanesville, Muskingum, Ohio.
Relatie tot Gezellecorrespondent; confraternity; leerling kleinseminarie Roeselare
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGadd, Thomas
Datums° Manchester, 04/11/1810 - ✝ Manchester, 05/12/1859
GeslachtMannelijk
Beroepmechanien; ingenieur; machinebouwer
VerblijfplaatsEngeland
BioThomas Gadd was de zoon van George Gadd (Manchester, 1780 - Chorlton, 01/1858) en Elizabeth Newton (+ Chorlton, 07/1858). De jonge ingenieur trouwde op 29 juni 1835 in Eccles, Salford, Manchester met Anne Hill. Het echtpaar kreeg vijf zonen en drie dochters, waaronder George William Gadd, oud-leerling van Guido Gezelle aan het kleinseminarie. In 1841 staat een Thomas Gadd vermeld als mecanicien in Edge Place in Salford. In 1843 richtte hij een eigen metaalverwerkend en machinebouwbedrijf op in 32 Lower Mosley Street, Manchester onder de naam ‘Thomas Gadd’. Hij produceerde kleinere machines en mechanische werktuigen. In 1851 stelde hij er zestig man te werk. Later associeerde hij zich met zijn schoonbroer Richard Hill (Pendleton, Salford, Manchester, 1808 – 16/09/1857, Eccles, Salford, Manchester), de broer van Anne, in het machinebouwbedrijf Gadd & Hill (Regent Ironworks, 1 Regent Road, Salford). Zowel Richard als Thomas stierven vroegtijdig op 49-jarige leeftijd. Anne Gadd en Co zetten het bedrijf verder.
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamHill, Richard
Datums° Pendleton, 1808 - ✝ Eccles, 16/09/1857
GeslachtMannelijk
Beroephandelaar
VerblijfplaatsEngeland
BioRichard Hill werd geboren in Pendleton, Lancashire in 1808. Hij was de broer van Ann Hill (Gadd). Hij trouwde in september 1844 in Salford, Lancashire met Mary Ann Bayley. Het echtpaar had twee kinderen: Charles en Agnes. Richard overleed op 16 september 1857 in Eccles, Salford, Lancashire op 50-jarige leeftijd. Met de census van 1851 - Richard en zijn gezin wonen op dat moment in Hulme, Lancashire - staat hij vermeld als "cashier (merchant)". Hij was verbonden aan het metaalverwerkende bedrijf Gadd & Hill, Regent Ironworks, 1 Regent Road, Salford. Hij was vermoedelijk geassocieerd met Thomas Gadd, de echtgenoot van Ann Hill (Gadd).

Naam - plaats

NaamHulme (Manchester)

Naam - instituut/vereniging

Naamkleinseminarie Roeselare
BeschrijvingHet klein seminarie werd opgericht onder het Frans bewind en herstartte officieel in 1830 als bisschoppelijk college. In 1846 werden de Latijnse klassen aangevuld met een handelsafdeling Saint-Michel, waaraan ook een lagere basisschool verbonden was. Dit Sint-Michielsinstituut fungeerde als een voorbereiding op de humaniora. Het klein seminarie trok heel wat katholieke leerlingen uit Engeland en Ierland aan. In 1849 werd hiervoor een aparte Engelse afdeling opgericht. Vanaf hetzelfde jaar werd ook een filosofieafdeling ingericht als voorbereiding op de priesteropleiding. Gezelle volgde er secundair onderwijs van 1 oktober 1846 tot 19 augustus 1850. Vanaf 21 maart 1854 tot 21 augustus 1860 kwam hij er terug als leerkracht. Zijn eerste drie bundels waren nauw verbonden met deze periode. Ook nadien hield hij een intens contact met zijn oud-leerlingen.
Datering1830
Links[odis], [wikipedia]

Titel[13/09/1857], Hulme (Manchester), [Anne Hill =] Anne Gadd aan Guido Gezelle
EditeurRik Van Gorp; Marc Carlier; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderHill, Anne
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum[13/09/1857]
VerzendingsplaatsHulme (Manchester)
AnnotatieDatum gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Gepubliceerd inDe briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899 / door B. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, (o.l.v.) A. Deprez. - Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.I, p.75-76
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 181x114
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven; zijde 4 met adres, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden papiermerk: ongeïdentificeerd
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7221
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13593
Inhoud
IncipitI am sorry to inform
Tekstsoortbrief
TalenEngels
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.