<Resultaat 2220 van 2535

>

p1
Cozijn

Ik heb dezen brief ontfangen[1] van Mijnheer Termote Pastoor Wijngene die hij ontfangen heb van de minister

Ik groet uw vrindelijk
Henrie De Vriese
p2

Noten

[1] Deze brief is niet bewaard gebleven in het Guido Gezellearchief.
späärzelinge , (späze-)speitelinge Brugge

Register

Correspondenten - personen

NaamDe Vriese, Henrie
Datums° Wingene, 01/02/1849 - ✝ Wingene, 26/03/1929
GeslachtMannelijk
Beroeplandbouwer
BioHenrie De Vriese, geboren in Wingene op 1 februari 1849, was de zoon van Eugenius De Vriese (29 september 1808 – 5 juni 1891) en Rosalia Van Craeymeersch (1 augustus 1810 – 22 februari 1894). Hij was een neef van Guido Gezelle, aangezien zijn vader een jongere broer was van Gezelles moeder, Monica De Vriese. Eugenius was aanvankelijk herbergier in De Krul en later landbouwer op 't Walleke in Wingene. Henrie volgde zijn vader op als landbouwer. Op 8 januari 1898 trouwde hij in Tielt met Elodie Verstraete (Meulebeke, 1 januari 1868 – Meulebeke, 14 april 1955). Het echtpaar kreeg zes kinderen, van wie er minstens drie op jonge leeftijd overleden. Na het overlijden van Henrie’s ouders bleef het gezin op 't Walleke wonen. Henrie De Vriese overleed in Wingene op 26 maart 1929.
Relatie tot Gezellefamilie; correspondent
BronnenGeneanet
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamDe Vriese, Henrie
Datums° Wingene, 01/02/1849 - ✝ Wingene, 26/03/1929
GeslachtMannelijk
Beroeplandbouwer
BioHenrie De Vriese, geboren in Wingene op 1 februari 1849, was de zoon van Eugenius De Vriese (29 september 1808 – 5 juni 1891) en Rosalia Van Craeymeersch (1 augustus 1810 – 22 februari 1894). Hij was een neef van Guido Gezelle, aangezien zijn vader een jongere broer was van Gezelles moeder, Monica De Vriese. Eugenius was aanvankelijk herbergier in De Krul en later landbouwer op 't Walleke in Wingene. Henrie volgde zijn vader op als landbouwer. Op 8 januari 1898 trouwde hij in Tielt met Elodie Verstraete (Meulebeke, 1 januari 1868 – Meulebeke, 14 april 1955). Het echtpaar kreeg zes kinderen, van wie er minstens drie op jonge leeftijd overleden. Na het overlijden van Henrie’s ouders bleef het gezin op 't Walleke wonen. Henrie De Vriese overleed in Wingene op 26 maart 1929.
Relatie tot Gezellefamilie; correspondent
BronnenGeneanet

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamWingene
GemeenteWingene

Naam - persoon

Naamonbekend
NaamDe Vriese, Henrie
Datums° Wingene, 01/02/1849 - ✝ Wingene, 26/03/1929
GeslachtMannelijk
Beroeplandbouwer
BioHenrie De Vriese, geboren in Wingene op 1 februari 1849, was de zoon van Eugenius De Vriese (29 september 1808 – 5 juni 1891) en Rosalia Van Craeymeersch (1 augustus 1810 – 22 februari 1894). Hij was een neef van Guido Gezelle, aangezien zijn vader een jongere broer was van Gezelles moeder, Monica De Vriese. Eugenius was aanvankelijk herbergier in De Krul en later landbouwer op 't Walleke in Wingene. Henrie volgde zijn vader op als landbouwer. Op 8 januari 1898 trouwde hij in Tielt met Elodie Verstraete (Meulebeke, 1 januari 1868 – Meulebeke, 14 april 1955). Het echtpaar kreeg zes kinderen, van wie er minstens drie op jonge leeftijd overleden. Na het overlijden van Henrie’s ouders bleef het gezin op 't Walleke wonen. Henrie De Vriese overleed in Wingene op 26 maart 1929.
Relatie tot Gezellefamilie; correspondent
BronnenGeneanet
NaamTermote, Petrus Pierre Alexandre
Datums° Passendale, 26/12/1809 - ✝ Wingene, 25/02/1891
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; pastoor
BioPetrus Termote werd geboren op 26 december 1809 te Passendale als zoon van Philippus-Urbanus Termote, stoeldraaier, en Regina de Haene. Hij werd op 23 december 1837 priester gewijd in Brugge. Op 29 oktober 1838 begon hij zijn ambt als onderpastoor in de Sint-Maartenskerk te Ardooie. Op 11 juli 1861 werd hij benoemd tot pastoor van de Sint-Amandskerk in Wingene, waar hij bleef tot zijn overlijden op 25 februari 1891.
Links[odis]

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

De Vriese, Henrie

Correspondenten - personen

De Vriese, Henrie
Gezelle, Guido

Naam - persoon

onbekend
De Vriese, Henrie
Termote, Petrus Pierre Alexandre

Naam - plaats

Brugge

Plaats van verzending

Wingene

Titels.d., [Wingene], Henrie De Vriese aan [Guido Gezelle]
EditeurKarel Platteau
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenKarel Platteau, De Vriese Henrie aan Gezelle Guido, Wingene (Wingene), s.d. . In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. 2024 Available from World Wide Web: link .
VerzenderDe Vriese, Henrie
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatums.d.
VerzendingsplaatsWingene (Wingene)
AnnotatiePlaats en adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 132x104
wit, vierkant geruit
papiersoort: 1 zijde beschreven, inkt
Staat volledig
Toevoegingen op zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.); op blanco zijde 2 onderaan: taalkundige notities: päärzelinge , (späze-) // speitelinge Brugge (inkt, omgekeerd, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief7579
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|13938
Inhoud
IncipitIk heb dezen brief ontfangen van
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.