<Resultaat 814 van 2328

>

p1
Monsieur De Ghezelle
Vicaire,
Courtrai.

p2

Ghezelle est prié de bien vouloir

ue hebraïque dont lui a

Van de Meulebrouck[1] et d'agréer

sentiments respectueux.
Sr M. Anna prieure
juin 1884.

Noten

ongevaderdEen bloot zeggen en ongevaderde woordenG.G.
[1] Mogelijk gaat het om Pieter Frederic Van De Meulebroucke.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamCourtens, Odile; Maria Anna (zuster), geboorteakte Adela Pauline
Datums° Harelbeke, 26/06/1832 - ✝ Harelbeke, 07/07/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosteroverste
BioOdile (Adela Pauline) Courtens werd op 26 juni 1832 te Harelbeke geboren als dochter van Carolus Eugenius Courtens (1788-1857) en Coleta Theresia Gheysens (1794-1866). In 1857 trad ze in het klooster van de H. Augustinus in, waar ze het jaar erop geprofest werd als Maria Anna. Vanaf 1870 was ze priorin van dit klooster te Harelbeke, en dit tot haar dood in 1912. Onder haar leiding kende de kloostergemeenschap enkele woelige jaren, want in 1882 werden de zusters uit hun klooster gezet, opdat de hele werking van het hospitaal door leken zou gebeuren. Maar in 1886 kwam de Raad der Burgerlijke Godshuizen op zijn beslissing terug en mochten enkele zusters terugkeren. Uiteindelijk werd het klooster in 1906-1908 gerestaureerd en keerden alle zusters terug. In deze periode werd ook de kapel gerestaureerd, waarbij 10 brandglasvensters geschonken werden door Valerie Courtens, de zus van Odile. Gezelle kende ook haar twee nichten Julie chomé en Marie Thérèse Courtens (Douairière Haeck).
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenRijksarchief; https://gw.geneanet.org/lemano1?n=courtens&oc=&p=adela+pauline+odile; A. Wostijn, Het klooster van de Heilige Augustinus in Harelbeke. De Roede van Harelbeke, nr.10. Harelbeke: Heemkundige kring De Roede van Harelbeke, 1991, p.70-76; https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/205167

Briefschrijver

NaamCourtens, Odile; Maria Anna (zuster), geboorteakte Adela Pauline
Datums° Harelbeke, 26/06/1832 - ✝ Harelbeke, 07/07/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosteroverste
BioOdile (Adela Pauline) Courtens werd op 26 juni 1832 te Harelbeke geboren als dochter van Carolus Eugenius Courtens (1788-1857) en Coleta Theresia Gheysens (1794-1866). In 1857 trad ze in het klooster van de H. Augustinus in, waar ze het jaar erop geprofest werd als Maria Anna. Vanaf 1870 was ze priorin van dit klooster te Harelbeke, en dit tot haar dood in 1912. Onder haar leiding kende de kloostergemeenschap enkele woelige jaren, want in 1882 werden de zusters uit hun klooster gezet, opdat de hele werking van het hospitaal door leken zou gebeuren. Maar in 1886 kwam de Raad der Burgerlijke Godshuizen op zijn beslissing terug en mochten enkele zusters terugkeren. Uiteindelijk werd het klooster in 1906-1908 gerestaureerd en keerden alle zusters terug. In deze periode werd ook de kapel gerestaureerd, waarbij 10 brandglasvensters geschonken werden door Valerie Courtens, de zus van Odile. Gezelle kende ook haar twee nichten Julie chomé en Marie Thérèse Courtens (Douairière Haeck).
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenRijksarchief; https://gw.geneanet.org/lemano1?n=courtens&oc=&p=adela+pauline+odile; A. Wostijn, Het klooster van de Heilige Augustinus in Harelbeke. De Roede van Harelbeke, nr.10. Harelbeke: Heemkundige kring De Roede van Harelbeke, 1991, p.70-76; https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/205167

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

Naamonbekend

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamCourtens, Odile; Maria Anna (zuster), geboorteakte Adela Pauline
Datums° Harelbeke, 26/06/1832 - ✝ Harelbeke, 07/07/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosteroverste
BioOdile (Adela Pauline) Courtens werd op 26 juni 1832 te Harelbeke geboren als dochter van Carolus Eugenius Courtens (1788-1857) en Coleta Theresia Gheysens (1794-1866). In 1857 trad ze in het klooster van de H. Augustinus in, waar ze het jaar erop geprofest werd als Maria Anna. Vanaf 1870 was ze priorin van dit klooster te Harelbeke, en dit tot haar dood in 1912. Onder haar leiding kende de kloostergemeenschap enkele woelige jaren, want in 1882 werden de zusters uit hun klooster gezet, opdat de hele werking van het hospitaal door leken zou gebeuren. Maar in 1886 kwam de Raad der Burgerlijke Godshuizen op zijn beslissing terug en mochten enkele zusters terugkeren. Uiteindelijk werd het klooster in 1906-1908 gerestaureerd en keerden alle zusters terug. In deze periode werd ook de kapel gerestaureerd, waarbij 10 brandglasvensters geschonken werden door Valerie Courtens, de zus van Odile. Gezelle kende ook haar twee nichten Julie chomé en Marie Thérèse Courtens (Douairière Haeck).
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenRijksarchief; https://gw.geneanet.org/lemano1?n=courtens&oc=&p=adela+pauline+odile; A. Wostijn, Het klooster van de Heilige Augustinus in Harelbeke. De Roede van Harelbeke, nr.10. Harelbeke: Heemkundige kring De Roede van Harelbeke, 1991, p.70-76; https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/205167
NaamVan De Meulebroucke, Pieter Frederic
Datums° Berchem, 09/11/1823 - ✝ Berchem, 12/1908
GeslachtMannelijk
Beroepburgemeester; kunstschilder; schrijver; dichter
BioPieter Frederic Van De Meulebroucke werd op 9 november 1823 geboren te Berchem (Kluisbergen) als zoon van Frederic Van De Meulebroucke (1793-1861) en Maria Catharina Dorothea Petit (°1795). Hij was burgemeester van Berchem bij Oudenaarde (nu Kluisbergen) en lid van de gilde van Sinte-Luitgaarde. Hij schreef artikels voor ‘Rond den Heerd’ en vier artikels in ‘Biekorf’. Hij overleed eind 1908.
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenboekje Cordelia; lid van de gilde van Sinte-Luitgaarde
Bronnen https://gw.geneanet.org/wullus?n=vandemeulebroecke&oc=&p=pieter+frederic

Naam - plaats

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Courtens, Odile

Correspondenten

Gezelle, Guido
Courtens, Odile

Naam - persoon

Gezelle, Guido
Courtens, Odile
Van De Meulebroucke, Pieter Frederic

Naam - plaats

Kortrijk

Plaats van verzending

onbekend

Titelxx/06/1884, s.l., [Odile Courtens] (= Zuster Maria Anna prieure) aan Guido Gezelle
EditeurLiesbeth Langouche; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Courtens, Odile]
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatumxx/06/1884
Verzendingsplaatsonbekend
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 132x103
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven; zijde 2 met adres, inkt
Staat fragment: linkerkant van vel ontbreekt
Toevoegingen op zijde 2 onderaan: taalkundige notities: ongevaderd // Een bloot zeggen en ongevaderde woorden // G.G.(inkt, omgekeerd, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3586, ongevaderd
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|14074
Inhoud
IncipitGhezelle est prié de bien vouloir
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.