Eerweerde Heer,
Op antwoord aan uwen geeerden brief kom ik u eenen anderen dag voorstellen die waarschijnelijk beter zal schikken om eenen voordracht naar Nieuport te komen geven. Wij hebben eene groote feeste op tweeden kerstdag. Mogen wij verhopen u dan onder ons te zien, gij zoudet zoo eenen grooten dienst aan de katholieke partij van Nieuport bewijzen. De vergadering is gesteld op ten vier/en half, kunt gij 's morgens van Kortrijk niet vertrekken, met den trein van ten twaalven zijt gij nog zeer wel in tijds; gij blijft alsdan 's anderdaags hier om wat te rusten en u te verzetten.
Rekende[1] op uwe welwillendheid geef ik u de verzekering, Eerweerde Heer, van mijne genegenheid en hoogachting.
Uwen dienaar
V. Beheyt
principaal[2]
Nieuport 18 9bre 1887.