Zoudt gy de goedheid willen hebben dit meêgezonden stukjen: Karel de Goede te overlezen en naartezien of het u aanstaat. ‘K en heb den tyd niet gehad om het te erschryven, ik heb het goed vertrouwen dat gy het niettemin zult kunnen lezen. ‘K verhoop dat ik allichte de gelegenheid zal hebben om uwe Eerweerdigheid een klein bezoek af te leggen.
Intusschen, zeer Eerweerde Heer en Vriend, gelieft de gevoelens myner hertelykste dankbaarheid te ontvangen. ‘T en is volstrekt niet noodig een aantwoordeken te hebben, maar haddet gy een oogenblikjen om my te laten weten of gy myne zende gekregen hebt, ‘t ware my uiterst aangenaam. Doch kryge ik niets, ‘k zal gemakkelyk veronderstellen, waaraan
p2dat ‘t lydt; ‘k weet immers genoegzaam, dat gy door den band overlast zyt van bezigheid.