<Resultaat 1447 van 2074

>

p1
Mijnheer,

Zoudt gij de goedheid niet willen hebben, als ‘t u belieft; mij in ‘t korte eenige verzekens te maken en af te zenden die zullen moeten opgezeid worden door een twaalfjarig kind voor

zijne plechtige eeremisse?

Ik vraag u verschooning, Mijnheer, over de vrijheid die ik neem, van u dezen dienst af te smeeken. Ik bedank u op voorhand, Mijnheer, en verzoek u als er iets aan vast is, mijne schuld er bij te voegen. Indien het u om de eene of de andere omstandigheid onmogelijk ware aan mijne vraag te voldoen, wees zoo goed het mij aanstonds te laten weten.

Met dankbaarheid
Achiel Van de Putte
Seminarist,
Brugge, 15sten Mei 1892.
p2

Noten

doof / vlas taai van zwingelenLichterveldeww. flissen en flären

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVan de Putte, Achiel; Vande Putte, Achille
Datums° Rollegem-Kapelle, 01/10/1868 - ✝ Veurne, 10/07/1952
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor
BioAchiel Van de Putte was de zoon van Desiderius, vlaskoper, en Ida Verloo, huishoudster. In 1892 is hij seminarist te Brugge en vraagt er Guido Gezelle om een gelegenheidsgedicht voor de plechtige eremis van een medestudent. Op 23/12/1893 startte hij als leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Zijn priesterwijding volgde te Brugge op 22/12/1894. Vervolgens werd hij onderpastoor op 26/03/1897 te Koolkerke en op 23/11/1904 te Nieuwpoort en pastoor op 22/12/1918 te Oostende en op 09/02/1928 te Veurne. Na zijn ontslag op 13 november 1944 verbleef hij verder te Veurne in de Vleeshouwersstraat 4.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; aanvrager gelegenheidsgedicht

Briefschrijver

NaamVan de Putte, Achiel; Vande Putte, Achille
Datums° Rollegem-Kapelle, 01/10/1868 - ✝ Veurne, 10/07/1952
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor
BioAchiel Van de Putte was de zoon van Desiderius, vlaskoper, en Ida Verloo, huishoudster. In 1892 is hij seminarist te Brugge en vraagt er Guido Gezelle om een gelegenheidsgedicht voor de plechtige eremis van een medestudent. Op 23/12/1893 startte hij als leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Zijn priesterwijding volgde te Brugge op 22/12/1894. Vervolgens werd hij onderpastoor op 26/03/1897 te Koolkerke en op 23/11/1904 te Nieuwpoort en pastoor op 22/12/1918 te Oostende en op 09/02/1928 te Veurne. Na zijn ontslag op 13 november 1944 verbleef hij verder te Veurne in de Vleeshouwersstraat 4.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; aanvrager gelegenheidsgedicht

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamVan de Putte, Achiel; Vande Putte, Achille
Datums° Rollegem-Kapelle, 01/10/1868 - ✝ Veurne, 10/07/1952
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; pastoor
BioAchiel Van de Putte was de zoon van Desiderius, vlaskoper, en Ida Verloo, huishoudster. In 1892 is hij seminarist te Brugge en vraagt er Guido Gezelle om een gelegenheidsgedicht voor de plechtige eremis van een medestudent. Op 23/12/1893 startte hij als leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Zijn priesterwijding volgde te Brugge op 22/12/1894. Vervolgens werd hij onderpastoor op 26/03/1897 te Koolkerke en op 23/11/1904 te Nieuwpoort en pastoor op 22/12/1918 te Oostende en op 09/02/1928 te Veurne. Na zijn ontslag op 13 november 1944 verbleef hij verder te Veurne in de Vleeshouwersstraat 4.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; aanvrager gelegenheidsgedicht

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamLichtervelde
GemeenteLichtervelde

Naam - instituut/vereniging

NaamGrootseminarie Brugge
BeschrijvingHet Grootseminarie van Brugge was het seminarie voor priesterkandidaten van het bisdom Brugge. Het bevindt zich aan de Potterierei in Brugge, waar de gemeenschap van de cisterciënzerabdij Onze-Lieve-Vrouw Ten Duinen in Koksijde in 1627 naartoe verhuisd was en in 1628 was begonnen met de bouw van een nieuwe abdij binnen Brugge. In 1796 confisqueerden de Franse bezetters de abdij en richtten haar in als Ecole centrale (1798-1803) van het Leiedepartement, met een bibliotheek bestaande uit in beslag genomen West-Vlaamse abdijbibliotheken. In 1804 werd de Ecole Centrale opgeheven en de bibliotheek overgemaakt aan de stad Brugge, meteen de kiem van de huidige Openbare Bibliotheek. Nadien fungeerde de abdij nog als Lycée impérial (1808-1814), militair ziekenhuis en atheneum. In 1833 stelde het Brugse stadsbestuur de gebouwen ter beschikking van het heropgerichte bisdom Brugge. Op 1 oktober van dat jaar startte het eerste academiejaar voor de priesteropleidingen, die daar sindsdien bijna onafgebroken plaats vonden tot 2018. Ook Guido Gezelle was er seminarist (oktober 1850-juni 1854). Gezelle had er vele contacten met oud-leerlingen en leerkrachten.
Datering1833
Links[odis], [wikipedia]

Titel - gedicht van Guido Gezelle

Titelonbekend

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Van de Putte, Achiel

Correspondenten

Gezelle, Guido
Van de Putte, Achiel

Naam - instituut/vereniging

Grootseminarie Brugge

Naam - persoon

Van de Putte, Achiel

Naam - plaats

Brugge
Lichtervelde

Plaats van verzending

Brugge

Titel - gedicht van Guido Gezelle

onbekend

Titel15/05/1892, Brugge, Achiel Van de Putte aan [Guido Gezelle]
EditeurEls Depuydt; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2022
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderVan de Putte, Achiel
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum15/05/1892
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager 2 enkele vellen, enkel vel 1: 101x131 ; enkel vel 2: 105x135
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig: brief verknipt tot twee taalkundige fiches en gereconstrueerd met licht tekstverlies
Toevoegingen op blanco zijde 2 rechts en blanco zijde 4 links: taalkundige notities: doof / vlas // taai van zwingelen Lichtervelde; ww. flissen en flären (inkt, verticaal, beide hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3322, D fiche 69 + 8329
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|14515
Inhoud
IncipitZoudt gij de goedheid niet willen hebben,
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.