… zeggen van ’t volk. Bij zagers noemt men krane de zage om met tween te zagen, de eene op den boom, de andere beneden: zij heeft den vorm zooals (fig. 1). Men zegt: Die zagers zagen daar met de krane. Z’en zijn maar met tween, ze gaan moeten de krane pakken.[1]
(Er is nog eene andere zage om met driën te zagen; maar zij is veel grooter, daar zij met scharlieren[2] gemaakt is zoo als hiernevens (fig. 2.) De bijzonderen naam hiervan weet ik nog niet; nu ’t en is van de Kraans familie niet peis ik.)
b) Als ik vroeg naar den naam dier vogels
die in letters, voór den Winter, van het Noord-Oosten naar het Zuid-Westen trekken, kreeg ik altijd voor antwoord dat het vrieschanden (zoo zegt men het te Gulleghem) waren. (van vriezen en anden of aanden, eenden.) Men had het altijd alzoo gehoord, zei men. Nu tot daar! Over die vogels die als winterboden in letters over ons land vliegen heb ik dit vernomen:
a/ Komen zij tiêlijk[3] aan, het zal tiêlijk winter zijn
b/ Komen zij late af aan de winter komt dikkens rappig er achter.
c/ Vliegen zij in eene schikking als boekstaf[4] V het is een voorteken van vo(r)st.
d/ vliegen zij onder den vorm eener L, het is
p2p4een teeken van veel nattigheid.
e/ vliegen zij onder de gedaante van eene M zij kondigen sneê aan.
Zoo kondigen zij in alle geval vost, of rein, of sneê aan, ons winterwêre. De letters die zij maken kunnen bijna altijd tot eenen van die drie gebracht worden.
Zoo spreekt de tale van ’t volk!
Daar is het al, Mijnheer, dat ik over die stoffe heb kunnen inzamelen. Ik zend het u zooals ik het vernomen heb uit de mond van ’t volk!
NB Te Gulleghem en in ’t ronde noemt men geraniums: Jlariums, slariums, geroniums enz.