Reninghe den 8sten April 1889.
Zeer Eerwaarde Heer Onderpastoor
Hertelijkste en levendigste dankbetuigingen van wegens mijne lieve Papa, mijne goede Mama, mij en geheel mijne famillie voor het schoon gedichtje[1] welken gij gewaardigt hebt ons te schenken door de tusschenkomst van onzen eerbiedwaardigen Heer Pastoor.
Weest verzekert zeer Eerwaarde Heer Onderpastoor dat uwe schoone woorden mij altijd in t’ geheugen zullen blijven.
Mij en geheel mijne famillie in uwe heilige gebeden bevelende, bedank ik ulieden nogmaals en bied ulieden onze gevoelens van hoogachting en diepen eerbied aan.
Maria Pieters