<Resultaat 2315 van 2329

>

p1
Monsieur le Vicaire,

Je[1] voudrais accumuler toutes les phrases d’excuses pour me faire pardonner la demande que je suis chargée de vous adresser aujourd’hui.

Je ne parle pas en mon nom personnel, je ne l’oserais mais ma soeur Eugènie et la révérende grande Dame sont inquiète et c’est leurs inquiétude que je viens vous exprimer. Elles me pressent, elles me supplient, de vous rappeler

p2

Noten

[1] Vermoedelijk gaat het over Marie Mathilde Leonie Haessebroucq, maar het kunnen eventueel ook de andere kinderen uit het gezin zijn: Elisa Emma Eugénie (°Izegem, 12/11/1842). Ze werd kloosterzuster (Dame Joséphine) in het Institut St. André in Doornik en later in Charleroi. Stéphanie Céline Auguste (= Fanny) (Izegem, 25/12/1843- Brugge, 18/02/1909), een ongehuwde rentenierster. Tot 1903 woonde ze samen met haar oudste zus Marie Mathilde in het ouderlijke huis in Izegem tot 1903. Ze verhuisde samen met haar oudste zus naar Brugge. Daar was ze lid van de Derde Orde van Sint-Franciscus en assistente van haar zuster in de Congregatie van de Onbevlekte Ontvangenis van de Magdalenaparochie. Henri Jules Hubert Izegem (19/06/1845-Geluvelt, 05/04/1908), priester, leraar aan het Sint-Lodewijkscollege en in 1886 onderpastoor in Otegem. Hij overleed als pastoor in Geluvelt. Adèle Eugénie Caroline (Izegem, 13/06/1848 - Menen, 20/02/1920. Ze huwde met de Brugse handelaar Joseph De Vos en woonde met haar man in Brugge. Joseph Auguste Marie De Vos (Brugge, 27 juni 1851 – Brugge, 31 januari 1923) was bij zijn overlijden was hij voorzitter van de kerkfabriek van de Sint-Salvatorskathedraal en lid van de Sodalité de Notre Dame des VII Douleurs.

Het handschrift van de brief lijkt dat van een vrouw en is vermoedelijk dat van de oudste dochter Maria Mathilde Haessebroucq die na de dood van haar vader (een stuk van) de leiding van het gezin op zich nam. Stéphanie komt op basis van haar afhankelijkheid van Marie niet in aanmerking.

Klodder/hond, moezenwulf Onderstrepingen van Guido Gezelle in rood potlood. Zie: Zantekoorn. In: Loquela: 5 (Oostermaand 1886) 12, p.90: ‘MOEZEWULF, den. = Mooshond. - Je zi lik emmoezewulf! Geh. Poperinghe, Crombeke, Westvleteren, Houtkerke in fr. vl. Enz'moiëterhond.Opweyk Verdoodt Onderstrepingen van Guido Gezelle in rood potlood. Zie: Zantekoorn. In: Loquela: 5 (Oostermaand 1886) 12, p.90: ‘MOEZEWULF, den. = Mooshond. - Je zi lik emmoezewulf! Geh. Poperinghe, Crombeke, Westvleteren, Houtkerke in fr. vl. Enz'

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamHaessebroucq, Marie Mathilde Leonie
Datums° Izegem, 14/10/1841 - ✝ Brugge, 04/09/1911
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; moederoverste
BioMarie Mathilde Leonie Haessebroucq, dochter van het welgestelde echtpaar geneesheer Augustus Petrus Gislenus Haessebroucq (Ardooie, 7 januari 1815 – Izegem, 4 juli 1877) en Mathilde Demonie (Izegem, 10 juli 1817 – Izegem, 24 april 1895), werd geboren in Izegem op 14 oktober 1841. Ze was de zus van Eugènie, die begijn was in het begijnhof van Brugge. Tot 1903 woonde ze in het ouderlijke huis in de Gentsestraat 82 in Izegem. Na de dood van haar vader in 1877 en zeker na de dood van haar moeder in 1895 werd zij de mater familias. Ze week uit naar Brugge, waar ze de prefecte werd van de Congregatie van de Onbevlekte Ontvangenis van de Magdalenaparochie. Ze was rijk en haar testament vermeldt een schenking van 100.000 frank aan de Magdalenaparochie. Marie Mathilde Leonie Haessebroucq overleed in Brugge op 4 september 1911.
BronnenArchiefbankbrugge; Historische kranten Brugge https://www.tenmandere.be/nieuwsbrieven/2019/2019_46/haessebroucq.html

Briefschrijver

NaamHaessebroucq, Marie Mathilde Leonie
Datums° Izegem, 14/10/1841 - ✝ Brugge, 04/09/1911
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; moederoverste
BioMarie Mathilde Leonie Haessebroucq, dochter van het welgestelde echtpaar geneesheer Augustus Petrus Gislenus Haessebroucq (Ardooie, 7 januari 1815 – Izegem, 4 juli 1877) en Mathilde Demonie (Izegem, 10 juli 1817 – Izegem, 24 april 1895), werd geboren in Izegem op 14 oktober 1841. Ze was de zus van Eugènie, die begijn was in het begijnhof van Brugge. Tot 1903 woonde ze in het ouderlijke huis in de Gentsestraat 82 in Izegem. Na de dood van haar vader in 1877 en zeker na de dood van haar moeder in 1895 werd zij de mater familias. Ze week uit naar Brugge, waar ze de prefecte werd van de Congregatie van de Onbevlekte Ontvangenis van de Magdalenaparochie. Ze was rijk en haar testament vermeldt een schenking van 100.000 frank aan de Magdalenaparochie. Marie Mathilde Leonie Haessebroucq overleed in Brugge op 4 september 1911.
BronnenArchiefbankbrugge; Historische kranten Brugge https://www.tenmandere.be/nieuwsbrieven/2019/2019_46/haessebroucq.html

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamIzegem
GemeenteIzegem

Naam - persoon

NaamVerdoodt, Alfons; Isidoor Alfons
Datums° Opwijk, 18/10/1863 - ✝ Mortsel, 23/01/1934
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; aalmoezenier
BioIsidoor Alfons Verdoodt werd geboren te Opwijk op 18 oktober 1863. Hij studeerde aan het kleinseminarie en het Grootseminarie te Mechelen. Daar raakte hij betrokken bij de studentenbeweging en de redactie van het tijdschrift De Student. Hij zocht in 1885-1886 contact met Gezelle en werkte mee aan Loquela. Na zijn priesterwijding in 1886 studeerde hij theologie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Vanaf 1888 was hij vervolgens leraar aan het Sint-Bonifaciusinstituut te Elsene (1888), onderpastoor te Antwerpen (1894) en aalmoezenier van het Sint-Elisabeth Hospitaal te Ukkel (1908) en het Psychiatrisch Centrum Sint-Amadeus te Mortsel (1920), waar hij op 23 januari 1934 overleed.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter
NaamHaessebroucq, Eugenie
Datums° Izegem, 28/02/1856 - ✝ Brugge, 23/10/1912
GeslachtVrouwelijk
Beroepbegijn
BioEugenie Haessebroucq, geboren op 28 december 1854 in Izegem, was de dochter van geneesheer Augustus Petrus Gislenus Haessebroucq (Ardooie, 7 januari 1815 – Izegem, 4 juli 1877) en Mathilde Demonie (Izegem, 10 juli 1817 – Izegem, 24 april 1895). Het welgestelde echtpaar Haessebroucq-Demonie zorgde ervoor dat Eugenie een comfortabel leven had. Ze trad op 12 mei 1885 binnen in het begijnhof in Brugge en werd daar geprofest op 18 mei 1886. Ze leefde sober, ondanks haar rijkdom, en was bekend als een weldoenster voor de armen. Er verschenen twee drukjes met gelegenheidsgedichten van de hand van Guido Gezelle ter ere van haar professie: "Aan jufvrouw Eugenie Haessebroucq ter gelegenheid harer professie gedaan in het Prinselijk Begijnhof den 18 Mei 1886" (gedicht: 't Is zeven jaar geleên bijkans, waar gaan de tijden!) en "Lied aan Jongvrouw Eugenie Haessebroucq, van Iseghem, op den dag harer plechtige beloften binnen het vorstelijk Begijnhof der Wijngaardplaats, te Brugge, den 18sten in Bloeimaand 1886" (gedicht: Beggijntjes, beggijntjes,). Eugenie Haessebroucq overleed op 23 oktober 1912 in het begijnhof in Brugge.
Relatie tot Gezellegelegenheidsgedicht
Bronnen https://www.archiefbankbrugge.be/ ; Heemkundige Kring Ten Mandere Izegem, nieuwsbrieven-digitaal
NaamHaessebroucq, Marie Mathilde Leonie
Datums° Izegem, 14/10/1841 - ✝ Brugge, 04/09/1911
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; moederoverste
BioMarie Mathilde Leonie Haessebroucq, dochter van het welgestelde echtpaar geneesheer Augustus Petrus Gislenus Haessebroucq (Ardooie, 7 januari 1815 – Izegem, 4 juli 1877) en Mathilde Demonie (Izegem, 10 juli 1817 – Izegem, 24 april 1895), werd geboren in Izegem op 14 oktober 1841. Ze was de zus van Eugènie, die begijn was in het begijnhof van Brugge. Tot 1903 woonde ze in het ouderlijke huis in de Gentsestraat 82 in Izegem. Na de dood van haar vader in 1877 en zeker na de dood van haar moeder in 1895 werd zij de mater familias. Ze week uit naar Brugge, waar ze de prefecte werd van de Congregatie van de Onbevlekte Ontvangenis van de Magdalenaparochie. Ze was rijk en haar testament vermeldt een schenking van 100.000 frank aan de Magdalenaparochie. Marie Mathilde Leonie Haessebroucq overleed in Brugge op 4 september 1911.
BronnenArchiefbankbrugge; Historische kranten Brugge https://www.tenmandere.be/nieuwsbrieven/2019/2019_46/haessebroucq.html
NaamGilliodts, Octavia Maria Amelia
Datums° Brugge, 29/06/1819 - ✝ Brugge, 10/09/1897
GeslachtVrouwelijk
Beroepbegijn; overste
BioOctavia Maria Amelia Gilliodts werd geboren op 28 juni 1819 in Brugge als dochter van avoué Petrus Didacus Gilliodts en Rosalia Carolina Vandepoele. Ze trad toe tot het Brugse begijnhof op 7 oktober 1846 en werd officieel ingewijd op 12 oktober 1847. Octavia vervulde diverse functies binnen het begijnhof: ze werd benoemd tot raadsjuffrouw op 30 november 1855, tot onderjuffrouw op 15 december 1858 en uiteindelijk tot grootjuffrouw op 26 juli 1868. Op 13 oktober 1896 vierde ze haar gouden jubileum als grootjuffrouw. Octavia overleed op 10 september 1897 in het Brugse begijnhof.
Links[odis]
BronnenArchiefbankbrugge

Naam - plaats

NaamOpwijk
GemeenteOpwijk

Titel[12/05/1885 t.p.q.], [Izegem ?], [Marie Mathilde Leonie Haessebroucq ?] aan [Guido Gezelle]
EditeurEls Depuydt
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Haessebroucq, Marie Mathilde Leonie?]?
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum[12/05/1885 t.p.q.]
VerzendingsplaatsIzegem (Izegem)
AnnotatieT.p.q. gereconstrueerd op basis van de brieftekst: intrede van Eugène Hassebroucq in het begijnhof te Brugge op 12/05/1885: de brief is na haar intrede geschreven; adressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens; adressant en plaats gereconstrueerd op basis van de briefttekst en onzeker.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 103x133
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, purperen inkt
Staat fragment: onderkant van vel ontbreekt
Toevoegingen op zijde 2 links: taalkundige notities: Kladder/hond, moezenwulf // moiëterhond. // Opweyt Verdoodt (inkt en rood potlood, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3322, K fiche 43
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|15298
Inhoud
IncipitJe voudrais accumuler toutes les phra-
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.