<Resultaat 836 van 2349

>

p1J.M.J.J.C.C.[1]
Monsieur l’Abbé,

Permettez-moi de recourir à votre obligeance, pour en obtenir une petite aumône spirituelle:

prochainement nous fêterons un double jubilé de 25 ans[2]

par l'acceptation du sermon de circonstance M. le Curé Vyncke directeur du couvent dira la messe chantée à 7 heures du matin, le mardi 21 courant: le sermon se fait après la messe

En vous priant, Monsieur l'abbé de donner réponse aux sœurs converses[3] je sollicite votre sainte bénédiction, me disant avec respect
Votre humble servante
Sœur M. Thérèse
abbesse des pauvres claires
Courtrai le 10 octobre 1884.
p2

Noten

[1] Mogelijk: Jésus Marie Joseph Jésus Christ Claire of Coleta.
[2] Vermoedelijk de viering van zusters Lucie D'heygere en Romanie Copin.
[3] Lekenzusters.
giertij, het = gierstroom Versterkte getijstroom bij springtij. Versterkte getijstroom bij springtij.doodstroom Doodtij = de omstandigheid dat de stroom dood is. het z. Zie. kreukstr. Kreukstroom = maalstroom, klein stilstaand water; z. Eng. Creek.Sluis Doodtij = de omstandigheid dat de stroom dood is. Zie. Kreukstroom = maalstroom, klein stilstaand water; z. Eng. Creek.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVan Caillie, Elise Marie Pauline; Marie Thérèse (Zuster)
Datums° Oostende, 01/11/1840 - ✝ Kortrijk, 17/04/1924
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
BioElise Marie Pauline Van Caillie zag het levenslicht op 1 november 1840 in Oostende als de dochter van notaris Felix Van Caillie en Paulina De Cock. In 1860 trad ze toe tot het Brugse Klooster van de Arme Klaren. Ze werd er gekleed op 29 oktober 1860 en legde de kloostergeloften af op 30 oktober 1860 onder de naam Zuster Marie Therese. Op 18 mei 1870 werd ze naar Kortrijk gestuurd, waar ze de rol van abdis op zich nam van de pas opgerichte vestiging van de Arme Klaren aldaar. Ze vervulde deze rol gedurende 52 jaar, tot aan haar overlijden op 17 april 1924.
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefschrijver

NaamVan Caillie, Elise Marie Pauline; Marie Thérèse (Zuster)
Datums° Oostende, 01/11/1840 - ✝ Kortrijk, 17/04/1924
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
BioElise Marie Pauline Van Caillie zag het levenslicht op 1 november 1840 in Oostende als de dochter van notaris Felix Van Caillie en Paulina De Cock. In 1860 trad ze toe tot het Brugse Klooster van de Arme Klaren. Ze werd er gekleed op 29 oktober 1860 en legde de kloostergeloften af op 30 oktober 1860 onder de naam Zuster Marie Therese. Op 18 mei 1870 werd ze naar Kortrijk gestuurd, waar ze de rol van abdis op zich nam van de pas opgerichte vestiging van de Arme Klaren aldaar. Ze vervulde deze rol gedurende 52 jaar, tot aan haar overlijden op 17 april 1924.
Relatie tot Gezellecorrespondent

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamVyncke, Edward
Datums° Beveren (Roeselare), 23/10/1822 - ✝ 05/03/1894
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; pastoor
BioEdward Vyncke werd in 1846 leraar aan het college van Torhout. Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 19/12/1846. Hij werd pastoor te Sint-Baafs-Vijve (22/04/1865) en pastoor te Ingelmunster (09/12/1869). Hij werd op 18/09/1874 pastoor van de O.L.Vrouwekerk te Kortrijk, waar hij Guido Gezelle als onderpastoor had.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; collega
NaamVan Caillie, Elise Marie Pauline; Marie Thérèse (Zuster)
Datums° Oostende, 01/11/1840 - ✝ Kortrijk, 17/04/1924
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
BioElise Marie Pauline Van Caillie zag het levenslicht op 1 november 1840 in Oostende als de dochter van notaris Felix Van Caillie en Paulina De Cock. In 1860 trad ze toe tot het Brugse Klooster van de Arme Klaren. Ze werd er gekleed op 29 oktober 1860 en legde de kloostergeloften af op 30 oktober 1860 onder de naam Zuster Marie Therese. Op 18 mei 1870 werd ze naar Kortrijk gestuurd, waar ze de rol van abdis op zich nam van de pas opgerichte vestiging van de Arme Klaren aldaar. Ze vervulde deze rol gedurende 52 jaar, tot aan haar overlijden op 17 april 1924.
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamD'heygere, Lucie
Datums° Kortrijk, 23/03/1839
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
BioLucie D'heygere werd geboren in Kortrijk op 23 maart 1839. Ze was de dochter van landbouwer Jean Joseph D'heygere en Reine Foulon. Ze trad binnen bij de Ongeschoeide Karmelietessen te Kortrijk (Arme Klaren).
BronnenRijksarchief
NaamCopin, Romanie
Datums° Tielt, 01/10/1839 - ✝ Kortrijk, 04/05/1891
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
BioRomanie Copin werd geboren in Tielt op 1 oktober 1839. Zij was de dochter van winkelier Joannes Baptista Copin (een Fransman, geboren in Saint-Lizier) en Catharina Landuyt. Ze trad binnen bij de Ongeschoeide Karmelietessen te Kortrijk (Arme Klaren) en overleed als kloosterzuster in Kortrijk op 4 mei 1891.
BronnenRijksarchief; Familysearch - geboorteakten Tielt

Naam - plaats

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamSluis

Naam - instituut/vereniging

NaamClarissen - Monasterium van Onze-Lieve-Vrouw ter Groeninghe, Kortrijk
BeschrijvingIn 1843 werd een nieuw klooster gesticht in Kortrijk, voortkomend uit het clarissenklooster van Brugge. Dankzij August Berlamont, broer van abdis Dominique in Brugge, vonden zeven zusters uit Brugge onderdak in een voormalige herberg. Spoedig daarna verhuisden ze naar een gebouw op de Houtmarkt, om uiteindelijk in 1845 hun definitieve verblijfplaats te vinden in de voormalige Groeningeabdij. Dit nieuwe klooster werd toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw ter Groeninghe. In 1876 en 1899 werd het klooster verder uitgebreid door de aankoop van respectievelijk een voormalige smederij en weverij, welke eerder veel overlast hadden veroorzaakt voor de zusters. Tijdens de Eerste Wereldoorlog leed het uitgebreide klooster aanzienlijke schade, waarbij een Kortrijkse claris zelfs het slachtoffer werd van een bominslag. De Tweede Wereldoorlog had minder impact op het kloosterleven in het clarissenklooster van Kortrijk. Na de oorlog sloten de zusters zich aan bij de Vlaamse clarissenfederatie H. Clara – H. Coleta. In de jaren 1970 werd gezocht naar een oplossing voor de bedreiging van de zustergemeenschap door stadsuitbreidingsplannen. Voorstellen om elders in Kortrijk een nieuw klooster te bouwen werden verworpen, en uiteindelijk besloot men om de clarissen van Kortrijk te laten samengaan met de medezusters van Roeselare. In 1978 verhuisden elf zusters van Kortrijk naar Roeselare, en het oude klooster werd verkocht aan de stad.
Datering1843-1978
Links[odis]

Titel10/10/1884, Kortrijk, [Elise Marie Pauline Van Caillie] (= Zuster Marie Thérèse) aan [Guido Gezelle]
EditeurRik Van Gorp; Peter De Baets (research); Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Van Caillie, Elise Marie Pauline]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum10/10/1884
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager 2 enkele vellen, enkel vel 1: 104x134 ; enkel vel 2: 103x132
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig: brief verknipt tot twee taalkundige fiches en gereconstrueerd met licht tekstverlies
Toevoegingen op blanco zijde 2 rechts en op blanco zijde 4 links in de zijrand: taalkundige notities: giertij, het = gierstroom; doodstroom, het z. kreukstr. // Sluis (inkt, verticaal, beide hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3322, G fiche 35 + 8180
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|15363
Inhoud
IncipitPermettez moi de recourir à votre
Samenvatting vraag naar sermoen voor misviering op 21/10/1884 voor 25-jarig jubileum
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.