<Resultaat 1278 van 2641

>

p1
Monsieur Gezelle

où j'entreprends un

sur le culte de St Blaise[1]

Gezelle, que le Prévot

Saint-Donat) possédait

dans la châtellenie de Cassel une

peut avoir été divisée

en douze fourches toutes connues sous

le nom de Hoflande et qui s'étendait

au loin dans la châtellenie de Cassel. Je dois également

la Prévote de Watten

était propriétaire de la seigneurie de Pontrambel

latin de Ponte tremulo

se trouvait sur le

territoire de Wemaers-Cappel.

des dignitaires que les rustiques

xtrxx peut aussi avoir

xdxxxx la bonne heure

dx patron de Wemaers-Cappel

p2Le culte est dox

12 siècle époque

le chanoine d'Ypres

reliques, que

Wemaers-Cappel

données avant

Elles proviennent

couvent des dominicains de Bergues

xxxxxx

séjourné à p

précité? L

l'angleterre,

votre travail

culte particulier

Evèque de

venaient elles

signalées

Je n'en sais

que la

Blaise (

notre Flaandre

p3à quelle époque, ce demeurant reculée, y est-elle devenue florissante? L’abbaye de Bourbourg qui devait posseder des dîmes à Wemaers Cappel dès le 13ieme siècle et peut-être antérieurement comptait parmi ses richesses pieuses des reliques de saint Blaise Lui venaient-elles d’angleterre aportées par Saint Thomas en 1125 à

appartenant à

C’est sans xx

des Frères Prêcheurs

précieux tre

J’ai à cet

Maintenant

dévotion à

introduite

p4developper qu’à la suite de l’obtention les reliques lesquelles perdues ou égarées ont été remplacées par celles mentionnées plus haut et dont la translation s’est faite en 1735

C’est du côté de monastère de Bourbourg que je suis disposé à pousser mes recherches.

Xéx

paru tout naturel

l’auteur d’une étude

la dévotion des St Martyr

dans les Pays-Bas etc etc

Wemaers-Cappel comme dans

Je me suis trouvé arrêté

mon entreprise par

documents sur l’origine

cité.

seul auteur ancien

puisse avoir parlé de

à propos de Wemaers-Cappel

S Blasium.

Edition de Cologne T II[2]

Mais encore une

hypothése cette

vous voudrez bien, cher

avec vos renseignements

l'origine probable du culte de

remerciements et pressés salut et respect

Noten

[1] Deze brief had wellicht te maken met Flahaults werk over de heilige Blasius te Wemaarskappel, dat in 1888 verscheen. De reconstructies in de editie van deze brief zijn gebaseerd op dit werk.
hompe hampe hamme geh Gehoord. GentK. Dewaele Gehoord.laveien pensejgagenLybeer Bevere b Bij. R. Bij.Riet/schurre, Zie: Zantekoorn: rietschurre, rietscharre, In: Loquela: 7 (Hooimaand 1887) 3, p.22-23: “Steltenaar of langbeende vogel, dien de vogelkundigen, met een kwaadlatijnsch w., Rallus, (Fr. râle, oud Fr. rasle) geheeten hebben, en dien de vlaamschgetaalde jagers en andere liên, met een oud VI. w., scharre, schorre, schurre heeten. (...) ”Ze kwaken bijkans lijk de puiden,“ schrijft men uit Audenaerde, van waar ik het eerste vermaan wegens de riesschurre (Rallus Gr ex Linn.) ontvangen hebbe.” enkele en dobbele verlanden en weerekeren met kwakkels en petrijsen; kwaken bykans lyk de puiden. Audenaardenesten in wee Zie: Zantekoorn: rietschurre, rietscharre, In: Loquela: 7 (Hooimaand 1887) 3, p.22-23: “Steltenaar of langbeende vogel, dien de vogelkundigen, met een kwaadlatijnsch w., Rallus, (Fr. râle, oud Fr. rasle) geheeten hebben, en dien de vlaamschgetaalde jagers en andere liên, met een oud VI. w., scharre, schorre, schurre heeten. (...) ”Ze kwaken bijkans lijk de puiden,“ schrijft men uit Audenaerde, van waar ik het eerste vermaan wegens de riesschurre (Rallus Gr ex Linn.) ontvangen hebbe.”
[2] Verwijzing naar een passage uit A. Sanderus, Flandria illustrata, verschenen in Keulen (deel 2, 1644, p.460), waarin beschreven wordt hoe deze heilige aanroepen werd voor keelpijn: ”Venitur huc a piis ad S. Blasium pro ope illorum, qui faucium ac gutturis dolore torquentur“.
eersgatik kwam ton met derbeschaamden eersgate thuisgewaardRyckereCasus Onderstreping van Guido Gezelle met blauw potlood. Onderstreping van Guido Gezelle met blauw potlood.VliemDe steen vloog vliem deur de ruite grat, rat Onderstrepingen van Guido Gezelle in blauw potlood. der deureLybeer Bevere b. Bij. R. Onderstrepingen van Guido Gezelle in blauw potlood. Bij.

Register

Correspondenten - personen

NaamFlahault, René-François
Datums° Bailleul, 12/08/1838 - ✝ Duinkerke, 03/03/1905
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; directeur; auteur
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioRené Flahault werd op 12 augustus 1838 geboren te Bailleul in een familie van handelaars. In 1864 werd hij tot priester gewijd. Hij werd leraar en later directeur van het Collège Notre Dames des Dunes te Dunkerque. Als vicepresident van het 'Comité Flamand de France' had hij rond 1845 een verzameling van 400 tekeningen van verdwenen Vlaamse kerken. In de annalen van dit genootschap publiceerde hij regelmatig over volksdevotie. Verder was hij lid van de 'Commission Historique du Nord' alsook vicepresident van de 'Société d’études de la province de Cambrai'. Hij stierf te Duinkerke op 3 maart 1905.
Relatie tot Gezellecorrespondent; Comité Flamand de France
BronnenChristine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamFlahault, René-François
Datums° Bailleul, 12/08/1838 - ✝ Duinkerke, 03/03/1905
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; directeur; auteur
VerblijfplaatsFrankrijk (Frans-Vlaanderen)
BioRené Flahault werd op 12 augustus 1838 geboren te Bailleul in een familie van handelaars. In 1864 werd hij tot priester gewijd. Hij werd leraar en later directeur van het Collège Notre Dames des Dunes te Dunkerque. Als vicepresident van het 'Comité Flamand de France' had hij rond 1845 een verzameling van 400 tekeningen van verdwenen Vlaamse kerken. In de annalen van dit genootschap publiceerde hij regelmatig over volksdevotie. Verder was hij lid van de 'Commission Historique du Nord' alsook vicepresident van de 'Société d’études de la province de Cambrai'. Hij stierf te Duinkerke op 3 maart 1905.
Relatie tot Gezellecorrespondent; Comité Flamand de France
BronnenChristine Decoo, De brieven van elf vooraanstaande Frans-Vlamingen aan Guido Gezelle (1884-1899). Gent: RUG. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Vakgroep Germaanse filologie, 1981

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamDuinkerke

Naam - persoon

NaamDe Waele, Karel
Datums° Roubaix, 15/02/1824 - ✝ Klerken, 05/05/1894
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor pastoor
VerblijfplaatsFrankrijk
BioKarel De Waele, zoon van Charles en Colette Samaille, werd geboren te Roubaix op 15 februari 1824. Op 6 juni 1850 begon hij zijn carrière als leraar aan het college van Menen. Op 21 december 1850 werd hij tot priester gewijd te Brugge. Vervolgens diende hij als onderpastoor in Dudzele bij de Sint-Pietersbandenkerk vanaf 12 september 1851 en in Ledegem bij de Sint-Pieterskerk vanaf 3 december 1859. Op 17 december 1875 werd hij pastoor in Noordschote bij de Sint-Barnabaskerk en op 23 april 1884 pastoor in Houthulst bij de Sint-Janskerk. Hij overleed te Klerken op 5 mei 1894. De Waele correspondeerde met Guido Gezelle en maakte deel uit van diens zantersnetwerk.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT)
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamLybeer, Gustaaf
Datums° Beveren, 12/04/1863 - ✝ Hooglede, 25/12/1935
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; godsdienstleraar; inspecteur onderwijs; leraar; onderpastoor
BioGustaaf Lybeer werd geboren op 12 april 1863 in Beveren (bij Roeselare) als zoon van Leo Lybeer, klompenmaker, en Ludovica Priem. Op 18 maart 1889 begon hij zijn loopbaan als leraar aan het college van Menen. Enkele maanden later, op 15 juni 1889, werd hij priester gewijd in Brugge en in september van dat jaar naar Leuven gestuurd, waar hij zijn doctoraat in de theologie behaalde. Op 3 augustus 1893 werd hij onderpastoor in Oostende aan de Sint-Pieters-en-Pauluskerk. Vervolgens werd hij op 25 oktober 1900 benoemd tot godsdienstleraar aan het atheneum van Oostende. Op 30 april 1914 werd hij diocesaan inspecteur voor het lager onderwijs in de regio Kortrijk-Izegem, een functie die hij uitoefende tot zijn ontslag op 20 juli 1932. Gustaaf Lybeer overleed op 25 december 1935 in Hooglede.
Links[odis]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); correspondent
NaamBlasius van Sebaste
Datums✝ ca. 316
GeslachtMannelijk
Beroepheilige
VerblijfplaatsArmenië
BioSint-Blasius was een heilige en bisschop van Sebaste in Armenië. Hij stierf als martelaar tijdens de christenvervolgingen onder keizer Licinius, vermoedelijk door onthoofding. Blasius wordt vooral aangeroepen voor de genezing van keelziekten, zoals angina, en wordt vaak geassocieerd met de zogenaamde Blasiuszegen, gegeven met gewijde kaarsen. Zijn naamdag wordt op 3 februari gevierd in de katholieke kerk en op 11 februari in de orthodoxe kerken. Blasius is de patroonheilige van onder andere Dubrovnik, waar zijn relieken bewaard worden, en verschillende kerken in België en Nederland zijn aan hem gewijd.
Links[wikipedia]
NaamBecket, Thomas
Datums° Londen, 21/12/1118 - ✝ Canterbury, 29/12/1170
GeslachtMannelijk
Beroepaartsbisschop
VerblijfplaatsEngeland
BioThomas Becket was een Engelse geestelijke die diende als aartsbisschop van Canterbury van 1162 tot zijn dood. Geboren in Londen, was hij oorspronkelijk een bescheiden zoon van een rijke familie van normandische afkomst. Hij begon zijn carrière in de dienst van aartsbisschop Theobald van Canterbury en werd later de kanselier van Engeland onder koning Hendrik II. Becket en Hendrik II hadden aanvankelijk een hechte vriendschap, maar hun relatie verslechterde toen Becket, na zijn benoeming tot aartsbisschop, zich begon in te zetten voor de onafhankelijkheid van de kerk ten opzichte van de monarchie. Het conflict tussen hen draaide voornamelijk om de rechten van de kerk en de rol van de staat in kerkelijke zaken. Becket weigerde zich te onderwerpen aan de koning, wat leidde tot zijn excommunicatie en ballingschap naar Frankrijk. In 1170 keerde hij terug naar Engeland, waar hij uiteindelijk werd vermoord door vier van de koninklijke ridders in de kathedraal van Canterbury, wat leidde tot zijn heiligverklaring in 1173. Becket wordt beschouwd als een martelaar en heilige, en zijn dood speelde een belangrijke rol in de spanningen tussen de kerk en de Engelse monarchie in de middeleeuwen. Zijn feestdag wordt gevierd op 29 december.
Links[wikipedia]

Naam - plaats

NaamBeveren
GemeenteRoeselare
NaamDuinkerke
NaamGent
GemeenteGent
NaamIeper
GemeenteIeper
NaamKassel
NaamOudenaarde
GemeenteOudenaarde
NaamRoeselare
GemeenteRoeselare
NaamWaten (Watten)
NaamWemaarskappel (Wemaers-Cappel)

Naam - instituut/vereniging

NaamAbdij Notre-Dame de Bourbourg
BeschrijvingDe abdij Notre-Dame de Bourbourg is een benedictinessenabdij voor adellijke dames. De abdij ressorteerde direct onder de Heilige Stoel. De abdij verhuisde in 1566 naar Sint-Omaars en werd door conflicten verjaagd naar Ieper (1644), Rijsel (1645) en Faumont (1649). De abdij werd opgeheven in 1782.
Datering1103-1782
Links[wikipedia]

Titel - ander werk

TitelNotes et documents relatifs au culte de Saint Blaise évêque et martyr vénéré à Wemaers-Cappel
AuteurFlahault, René-François
Datum1888
PlaatsDunkerque
UitgeverMichel
TitelFlandria illustrata sive provinciae ac comitatus hujus descriptio
AuteurAntonius Sanderius
Datum1735
PlaatsBrussel
UitgeverCarolus De Vos; Joannes-Baptist De Vos
GGB(3455 a)

Titel25/02/1887, Duinkerke, [René-François Flahault] aan [Guido Gezelle]
EditeurGuido Spyns
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2025
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenGuido Spyns, Flahault René-François aan Gezelle Guido, Duinkerke , 25/02/1887 . In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. 2025 Available from World Wide Web: link .
Verzender[Flahault, René-François]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum25/02/1887
VerzendingsplaatsDuinkerke
AnnotatieAdressant gereconstrueerd op basis van het handschrift ; adressaat gereconstrueerd op basis van de aanhef.
Fysieke bijzonderheden
Drager 5 enkele vellen, enkel vel 1: 133x104 ; enkel vel 2: 130x101 ; enkel vel 3: 133x102 ; enkel vel 4: 133x102
wit
papiersoort: 10 zijden beschreven; zijde 6 in twee richtingen beschreven, inkt
Staat onvolledig: brief verknipt tot acht taalkundige fiches waarvan vijf gereconstrueerd met tekstverlies; linkerzijde van vel 1 en rechteronderkant van vel 2 ontbreken
Toevoegingen op zijden 2 en 4 bovenaan: taalkundige notities: hompe hampe hamme geh Gent // K. Dewaele; la[vei?]en pensejgagen // Lybeer Bevere b[ij] R[oeselare] (inkt, beide hand G. G); op zijden 6 en 8 bovenaan: taalkundige notities: eersgat // ik kwam ton met der beschaamden eersgate thuisgewaard // Ryckere // Casus; Vliem // De steen vloog vliem deur de // ruite grat, rat der deure // Lybeer Bevere b[ij] R[oeselare] (inkt en blauw potlood, beide hand G.G.); op zijde 9 onderaan: taalkundige notities: Riet/schurre, enkele en dobbele verl- // anden en weerekeren met kwakkels // en petrijsen; kwaken bykans lyk de // puiden. Audenaarde // nesten in wee (inkt, omgekeerd, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3322, H fiche 35 + 3322, L fiche 20 + 3322, V fiche 96 + 3586, eersgat + 3586, rietschurre
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|15408
Inhoud
Incipitoù j'entreprends un
Tekstsoortbrief
TalenFrans
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.