<Resultaat 651 van 2394

>

p1+
Eerweerde Heer

Nu versta ik het woord goed en bij gevolg den zin, beter.[1] Ik had het in de woordenboeken opgezocht en niets voldoende gevonden; V.D velde en Sleeckx geven: mook zie moot en dáár moot, moten of mooten met iets dat op onzen zin niet trekt. ’T Idioticon geeft het woord niet en om reden.

Het boekje dat ik heb, is de achtste druk en geprent tot Loven by de wed. Meyer zonder jaartal. Op ’t einde staat er: Concessum, modo exprimatur nomen auctoris in nova editione. Leodii 4ā Septembris 1802. H. Rougrave vicarius generalis[2]

Nu, die J. Claes, was priester van het order van premonstreyt[3] naderhand, Pastoor in Oost-Ham (h) Dezelfde J. Claes, heeft ook geschre-

p2ven: den Welmeynenden boeren-zoon. 6de druk. Loven, by de wed. J. Meyer. 1822. en de boere-theologie, of den godvrugtigen kluysenaer, 6de druk, Loven by de wed. J. Meyer. 1821.

Ik las gister in een boekje: de glorie van den H Joseph, gedrukt ’t Antwerpen 1706 met gratie en privilegie, eene vergelykenis van al de geestelyke religieuse orders met de deelen van het menschelyk lichaam: “De borst maeckt het H. order van Norbertus, ofte proemonstreyt, niet alleen om de blancke herten die ’t selve verthoont door hunne witte kleederen; maer om de cloecke borst die dese mannen stellen teghen d’aen-randende ketterijen, ghelijck hunnen H. Vader Norbertus teghen den venijnighen ketter Tanchelinus ghedaen.”.[4]

Frater, in myne boekkasten heb ik liggende of staande, 1° J.v. Vondels bespiegelingen van God en Godsdienst. Amsterdam, by de wed. barent-visscher 1723 (in klein 4°;p3

Is ’t katholiek of protestant? ik vind geen imprimatur; ’t is in myn bezit gekomen te Poperinghe door eene dochter die met Mr Vandepitte was medegegaan om ginder in Engeland te leeren spellewerken.

Als die boeken U kunnen dienen ik geef ze U gratis, voor nieten, ten ware dat gy liever hadt één pryzenken te geven voor myne Katholieke School

Uw toegenegen in Christo
B.J. Colier pastoor
p4

Noten

[1] J.B. Colier vroeg uitleg over het woord ‘mook’ in zijn brief aan Guido Gezelle van 28/02/1882: “Is mook hier ook ’t zelfde woord maar slecht geschreven?” in de zin: “Sacramentste beest, ik wou, dat u de mook berste”.
[2] Vertaling (Latijn): Toegestaan, mits de naam van de auteur in de nieuwe uitgave wordt vermeld. Luik, 4 september 1802. H. Rougrave vicaris generaal.
[3] Premonstratenzers of norbertijnen.
over/danig stem z. Stemzate (klemtoon). ŏverdat en was ton nog zulk geene overdanige penitentieK. Stemzate (klemtoon).
[4] Fragment staat op p.133.
insel z. Zie. suzin, kwart quinte, aas Zie.-ol z. Zie. mierol z DeBo L. De Bo, Westvlaamsch idioticon. Brugge: Gailliard, 1873, dl.1, p.694: ”Mierol, Mierul m: (...) Groote zwarte mannekens-mier met vlerken. (...)”. Zie. L. De Bo, Westvlaamsch idioticon. Brugge: Gailliard, 1873, dl.1, p.694: ”Mierol, Mierul m: (...) Groote zwarte mannekens-mier met vlerken. (...)”.

Register

Correspondenten

NaamColier, Bernard Joseph
Datums° Brugge, 27/05/1819 - ✝ Westkapelle, 05/11/1884
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor pastoor
BioBernard Colier werd geboren in Brugge op 27 mei 1819 als zoon van Josephus, schoenmaker, en Helena Vergison. Op 3 oktober 1842 begon hij zijn loopbaan als leraar te Diksmuide. Hij werd op 6 juni 1846 priester gewijd in Brugge en trad op 2 oktober 1846 aan als leraar te Poperinge. Op 29 augustus 1857 werd hij onderpastoor in Proven, waarna hij op 3 december 1859 dezelfde functie bekleedde in de Sint-Bertinusparochie te Poperinge. Op 24 mei 1871 werd hij benoemd tot pastoor te Kooigem, en vanaf 18 oktober 1876 was hij pastoor te Westkapelle, waar hij in de pastorie overleed op 5 november 1884. Hij correspondeerde met Guido Gezelle in kader van het taalkundig tijdschrift Loquela.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT)
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamColier, Bernard Joseph
Datums° Brugge, 27/05/1819 - ✝ Westkapelle, 05/11/1884
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor pastoor
BioBernard Colier werd geboren in Brugge op 27 mei 1819 als zoon van Josephus, schoenmaker, en Helena Vergison. Op 3 oktober 1842 begon hij zijn loopbaan als leraar te Diksmuide. Hij werd op 6 juni 1846 priester gewijd in Brugge en trad op 2 oktober 1846 aan als leraar te Poperinge. Op 29 augustus 1857 werd hij onderpastoor in Proven, waarna hij op 3 december 1859 dezelfde functie bekleedde in de Sint-Bertinusparochie te Poperinge. Op 24 mei 1871 werd hij benoemd tot pastoor te Kooigem, en vanaf 18 oktober 1876 was hij pastoor te Westkapelle, waar hij in de pastorie overleed op 5 november 1884. Hij correspondeerde met Guido Gezelle in kader van het taalkundig tijdschrift Loquela.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT)

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamWestkapelle
GemeenteKnokke-Heist

Naam - persoon

NaamColier, Bernard Joseph
Datums° Brugge, 27/05/1819 - ✝ Westkapelle, 05/11/1884
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor pastoor
BioBernard Colier werd geboren in Brugge op 27 mei 1819 als zoon van Josephus, schoenmaker, en Helena Vergison. Op 3 oktober 1842 begon hij zijn loopbaan als leraar te Diksmuide. Hij werd op 6 juni 1846 priester gewijd in Brugge en trad op 2 oktober 1846 aan als leraar te Poperinge. Op 29 augustus 1857 werd hij onderpastoor in Proven, waarna hij op 3 december 1859 dezelfde functie bekleedde in de Sint-Bertinusparochie te Poperinge. Op 24 mei 1871 werd hij benoemd tot pastoor te Kooigem, en vanaf 18 oktober 1876 was hij pastoor te Westkapelle, waar hij in de pastorie overleed op 5 november 1884. Hij correspondeerde met Guido Gezelle in kader van het taalkundig tijdschrift Loquela.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT)
NaamVandepitte, Richard
Datums° Menen, 03/04/1814 - ✝ York, 01/04/1888
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; missionaris
VerblijfplaatsEngeland
BioRichard Vandepitte werd geboren op 3 april 1814 in Menen, als zoon van goudsmid Louis Vandepitte en Eulalie Rembry. Hij werd op 8 juni 1838 priester gewijd in Brugge. Na een korte loopbaan als leraar begon hij in 1840 zijn parochiewerk in Nieuwkerke en Harelbeke, waarna hij in 1842 onderpastoor werd in Kortrijk. Hij bleef in Kortrijk actief als directeur van het klooster van Sint-Niklaas, van het klooster der zwarte zusters, het godshuis Sint-Jozef, en aalmoezenier van de gevangenis. In 1853 vertrok hij naar Liverpool, waar hij de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van La Salette bouwde. In 1868 zette hij zijn missie voort in Market Harborough in het bisdom Nottingham, waar hij opnieuw een kerk en school bouwde, om vervolgens onderpastoor te Whitwick te worden. In 1884 zette hij zijn loopbaan verder in York, waar hij het heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw van Barmhartigheid stichtte en directeur werd van de arme Claren. Richard Vandepitte overleed 1 april 1888 in York. Richard Vandepitte had geen rechtstreeks contact met Gezelle, in de brieven komt hij ter sprake als tussenpersoon voor de Engelse en Amerikaanse missie.
Links[odis]
NaamClaes, Jacobus
Datums° Zepperen, 10/03/1752 - ✝ Oostham, 29/10/1828
GeslachtMannelijk
Beroeppater; priester; onderpastoor; pastoor
BioJacobus Claes werd geboren op 10 maart 1752 in Zepperen als zoon van Henricus Claes en Catharina Vecoven. Hij trad toe tot de Norbertijnenabdij van Averbode en werd op 23 mei 1773 onder zijn eigen naam, Jacobus, ingekleed. Twee jaar later, op 21 mei 1775, legde hij zijn professie af en werd vervolgens op 10 juni 1775 tot subdiaken gewijd. Later datzelfde jaar, op 23 december, volgde zijn diakenwijding, waarna hij op 21 juni 1776 tot priester werd gewijd. In kader van zijn geestelijke roeping schreef Claes diverse werken, waarmee hij blijk gaf van zijn intellectuele en spirituele diepgang. Op 20 februari 1784 begon hij zijn pastorale werk als onderpastoor in Wezemaal. Vijf jaar later, op 18 september 1789, werd hij onderpastoor in Veerle. Op 17 juni 1795 trad hij aan als biechtvader in het bedevaartsoord Kortenbos. Tijdens de Franse overheersing weigerde hij de eed van haat tegen het koningschap af te leggen, wat leidde tot zijn arrestatie. Van 15 september 1799 tot 21 februari 1800 werd hij vastgehouden op het eiland Oléron. Na zijn vrijlating hervatte hij zijn priesterlijke taken en werd hij op 12 december 1801 benoemd tot pastoor van Oostham. Daar bleef hij actief tot aan zijn overlijden op 29 oktober 1828.
Links[odis]
NaamRougrave, Hyacinthe
Datums° Tavier, 12/03/1772 - ✝ Luik, 29/03/1804
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; vicaris-generaal
BioHyacinthe Rougrave werd geboren in 1718 in Taviers, gelegen in de provincie Namen. In 1749 werd hij benoemd tot kanunnik van de kathedraal en in 1770 verkozen tot proost van de collegiale kerk van Sint-Bartholomeüs. Later werd hij door prins-bisschop François-Charles Graaf van Velbruck aangesteld als vicaris-generaal in het prinsbisdom Luik. Hij was vervolgens vicaris-generaal onder de vijf achtereenvolgende bisschoppen. Hij bleef op post tijdens de Franse overheersing en het bisdom dat in 1801 heropgericht werd. Hij overleed in Luik op 29 maart 1804.
BronnenMandements, lettres pastorales, circulaires et autres documents, publiés dans le diocèse de Liège, depuis Le Concordat de 1901 jusqu'à 1930. Volume 1. Liège: H. Dessain, 1851, p.V
NaamTanchelm
Datums° Zeeland of Brugse Vrije, ca. 1070 - ✝ Antwerpen, 1115
GeslachtMannelijk
Beroepprediker
BioTanchelm was een middeleeuwse volksvoorganger, door zijn tegenstanders bestempeld als ketter en sekteleider. Hij keerde zich tegen kerkelijke belastingen, de corruptie van de clerus en de sacramentenleer, wat hem aanzienlijke aanhang opleverde. Hoewel hij door sommigen als een hervormingsgezinde prediker werd gezien, werd hij door de officiële kerkelijke bronnen zwaar bekritiseerd. In 1113 vestigde hij zich in Antwerpen, waar hij uiteindelijk in 1115 door een priester werd vermoord. Zijn invloed bleef bestaan tot lang na zijn dood, wat blijkt uit het optreden van Norbertus van Xanten in 1124 om zijn leer te bestrijden
Links[wikipedia]

Naam - plaats

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamOostham
GemeenteHam
NaamPoperinge
GemeentePoperinge
NaamWestkapelle
GemeenteKnokke-Heist

Titel - ander werk

TitelWestvlaamsch idioticon
AuteurDe Bo, Leonard Lodewijk
Datum1873
PlaatsBrugge
UitgeverGailliard
TitelDictionnaire complet Français-Flamand - Volledig Nederduitsch-Fransch woordenboek. (2 delen)
AuteurSleeckx, Domien; Van de Velde, Jaak
Datum1848-1851
PlaatsBrussel
UitgeverGreuse
TitelDen welmeynenden boeren-zoon, of Hoe eenen jongeman te platten lande zich moet voegen, om onder het bestier van zyne ouders, of meesters christelyk te leeven, afwagtende ten tyd, om in den houwelyken staet te treeden
AuteurClaes, Jacob
Datum1822
PlaatsLoven
UitgeverWed. Meyer
TitelDe welmeynende boere-dogter, of Hoe eene dogter ten platten lande zich moet voegen, om, onder het bestier van haere ouders, of meesters, christelyk te leeven, afwagtende den tyd, om in den houwelyken staet te treeden ... : dit werkje is opgesteld by manier van gemeyne zaemenspraeken, in welke de hedendaegsche gemeynste fouten ... berispt worden
AuteurClaes, Jacob
Datum[1802]
PlaatsLoven
UitgeverWed. J. Meyer
TitelDe boere-theologie, of Den godvrugtigen kluysenaer : onderwyzende de pagters, dienst-boden, d'ambagts-lieden, de handwerkers, de arme, en alle soort van volk van het plat land, klyn en groot : ondermengeld met de noodigste vraegen van den catechismus
AuteurClaes, Jacob
Datum1821
PlaatsLoven
UitgeverWed. J. Meyer
TitelDe glorie vanden H. Joseph in den hemel, en op d'aerde ... uyt-schijnende ... in sijn ... broederschap der bescherminge ... in sijne kercke ... by de pp. Carmeliten Discalsen binnen Antwerpen
AuteurJoseph à S. Polycarpo
Datum1706
PlaatsAntwerpen
UitgeverJoannes Paulus Robyns
TitelBespiegelingen van Godt en Godtsdienst
Auteurvan den Vondel, Joost
Datum1723
PlaatsAmsterdam
UitgeverWed. Baerent-Visscher

Titel08/03/1882, Westkapelle, Bernard Joseph Colier aan [Guido Gezelle]
EditeurKarel Platteau; Marc Calier (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderColier, Bernard Joseph
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum08/03/1882
VerzendingsplaatsWestkapelle (Knokke-Heist)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager 3 enkele vellen, enkel vel 1: 104x134 ; enkel vel 2: 102x131; enkel vel 3: 102x131
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 5 zijden beschreven, inkt
Staat onvolledig: brief verknipt tot meerdere taalkundige fiches waarvan drie gereconstrueerd; van volgend vel ontbreekt de bovenkant
Toevoegingen op zijden 2, 3 en 6 links in de zijrand: taalkundige notities: over/danig stem z. over // dat en was ton nog zulk geene over // danige penitentie // K.- ; insel z. suzin, kwart // quinte, aas ; -ol z. mierol z DeBo (inkt, verticaal, alle hand G.G.); alle zijden met blauw potlood doorgehaald
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3322, I fiche 12 + 3322, O fiche 42 + 7856
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|15413
Inhoud
IncipitNu versta ik het woord goed en
Samenvatting over boeken van de Norbertijn Jacob Claes o.a. het woord "mook in: De welmeynende boere-dogter, of Hoe eene dogter ten platten lande zich moet voegen, om, onder het bestier van haere ouders, of meesters, christelyk te leeven, afwagtende den tyd, om in den houwelyken staet te treeden ... : dit werkje is opgesteld by manier van gemeyne zaemenspraeken, in welke de hedendaegsche gemeynste fouten ... berispt worden / door Jacob Claes. Loven : Wed. J. Meyer; [1802]; het woord "borst" in het boek "De glorie vanden H. Joseph in den hemel, en op d'aerde ... uyt-schijnende ... in sijn ... broederschap der bescherminge ... in sijne kercke ... by de pp. Carmeliten Discalsen binnen Antwerpen" / door Joseph à S. Polycarpo. - Antwerpen : Joannes Paulus Robyns, 1706; over Bespiegelingen van Godt en Godtsdienst : door Joost van den Vondel. - Amsterdam : Wed. Baerent-Visscher, 1723.
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.