Brievenboek N° 56
Met ware voldoening heb ik Uwen geëerden brief ontvangen bij dewelken UEd. mij bericht[3] dat gij aanvaardt deel te maken van den Jurij[4] gelast met de beoordeling der lofgedichten ter eere van de Brugsche Helden van 1302.
Deze Jurij, waarvan de instelling zal plaats hebben Donderdag aanstaande om 5 uren namiddag, ten stadhuize, en tot welker vergadering ik de eer heb, bij tegenwoordigen, UEd. uittenoodigen, is samengesteld als volgt:
M.M. Edw. Gailliard, Lid van ‘s Konings Vlaamsche Taalkamer
Guido Gezelle, id id
K. Mestdagh, Toondichter,
Al. Nelis, Leraar bij het Koninklijk Atheneum
Eug. Van Steenkiste, Gemeenteraadsheer,
Lid van ‘s Konings Vlaamsche Taalkamer,
te Kortrijk.
Vooraleer de Jurij te benoemen heeft de Commissie besloten dat de buiten stad verblijvende Leden vergoeding hunner reiskosten zoude gedaan worden.