<Resultaat 1059 van 2394

>

Calis, Koen

p1
Stedelijke Commissie der Breidel & de Coninc feesten[1]Vlaenderen die Leu!

Brievenboek N° 56

Brugge 19 October 1886
Geachte en Eerweerde Heer,[2]

Met ware voldoening heb ik Uwen geëerden brief ontvangen bij dewelken UEd. mij bericht[3] dat gij aanvaardt deel te maken van den Jurij[4] gelast met de beoordeling der lofgedichten ter eere van de Brugsche Helden van 1302.

Deze Jurij, waarvan de instelling zal plaats hebben Donderdag aanstaande om 5 uren namiddag, ten stadhuize, en tot welker vergadering ik de eer heb, bij tegenwoordigen, UEd. uittenoodigen, is samengesteld als volgt:

M.M. Edw. Gailliard, Lid van ‘s Konings Vlaamsche Taalkamer

Guido Gezelle, id id

K. Mestdagh, Toondichter,

Al. Nelis, Leraar bij het Koninklijk Atheneum

Eug. Van Steenkiste, Gemeenteraadsheer,

Guido Gezelle,
Lid van ‘s Konings Vlaamsche Taalkamer,
te Kortrijk.

p2

Vooraleer de Jurij te benoemen heeft de Commissie besloten dat de buiten stad verblijvende Leden vergoeding hunner reiskosten zoude gedaan worden.

Gelief, Geachte & Eerweerde Heer, de uitdrukking mijner beste gevoelens te aanveerden.
Voor de voorzitter:
De Secretaris,
Ed. Gilleman

Noten

[1] In 1867 werd een Breidelcommissie opgericht met als doel een standbeeld op te richten in Brugge voor Jan Breydel en Pieter de Coninck. De voorbereidingen kwamen echter pas op gang toen in 1877 Julius Sabbe (1846-1910) de commissie nieuw leven inblies. Vier jaar later werd een verdrag gesloten met het stadsbestuur van Brugge. Het standbeeld werd uiteindelijk tweemaal onthuld. Op 11 juli 1887 organiseerde de liberale Breidelcommissie een praalstoet en een feestgezang onder leiding van componist Peter Benoit. Het katholieke stadsbestuur hield tussen 14 en 22 augustus 1887 hun eigen Breidel- en de Coninckfeesten, met onder meer een historische stoet, een cantate en een toneelvoorstelling. Tijdens de inhuldiging op 15 augustus 1887 gaven zowel koning Leopold II als burgemeester Visart hun toespraak in het Frans, wat niet in goede aard viel bij het Vlaamsgezinde publiek.
[2] Ontbrekend tekstgedeelte toegevoegd op basis van het briefontwerp in het administratief dossier (Stadsarchief Brugge, Breydel en De Coninckfeesten, XI a 81).
[4] Het stadsbestuur van Brugge schreef een wedstrijd uit voor lofgedichten ter gelegenheid van de onthulling van het standbeeld van Jan Breydel en Pieter de Coninck op de Grote Markt. Guido Gezelle werd uitgenodigd om zitting te nemen in de jury in een brief van 14/10/1886.
niendolleen dit waar ne = niet alleen K. geh. Gehoord. (n in) Onderstreping van Guido Gezelle in blauw potlood. Gehoord. Onderstreping van Guido Gezelle in blauw potlood.grauw = krouw, krabbelmet ne grouw!grouwen = krouwen ?K.(l=n)(k = g) Onderstrepingen van Guido Gezelle in blauw potlood. Onderstrepingen van Guido Gezelle in blauw potlood.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGilleman, Edmond Antoine Marie
Datums° Brugge, 04/02/1856 - ✝ Brugge, 29/01/1925
GeslachtMannelijk
Beroepambtenaar
BioEdmond-Antoine-Marie Gilleman werd op 3 februari 1856 geboren in Brugge. Hij verwierf bekendheid als afdelingshoofd bij het Stadsbestuur, waar hij met succes leiding gaf aan grote stadsfeesten, zoals de onthulling van het standbeeld van Breidel en De Coninck en de festiviteiten rond Brugge Zeehaven. Deze evenementen legde hij vast in zorgvuldig samengestelde albums, die vandaag bewaard worden in de Brugse Openbare Bibliotheek en het Stadsarchief. Daarnaast was Gilleman sociaal geëngageerd. Hij vervulde functies als kerkmeester en hoofd van de armenzorg van de Sint-Annakerk en was actief als secretaris van de Gezondheidscommissie van de Haven van Zeebrugge. Hij overleed in Brugge op 29 januari 1925
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamVisart de Bocarmé, Amedée
Datums° Sint-Kruis, 04/11/1835 - ✝ Brugge, 29/05/1924
GeslachtMannelijk
Beroepburgemeester; volksvertegenwoordiger; advocaat
BioVisart werd voor de eerste maal volksvertegenwoordiger op 12 januari 1864 en voor de tweede maal op 9 januari 1868. Hij bleef volksveregenwoordiger tot 25 november 1923. Op 18 februari 1876 werd hij burgemeester van Brugge en hij bleef dit ambt uitoefenen tot aan zijn dood.
Links[odis], [wikipedia]

Briefschrijver

NaamGilleman, Edmond Antoine Marie
Datums° Brugge, 04/02/1856 - ✝ Brugge, 29/01/1925
GeslachtMannelijk
Beroepambtenaar
BioEdmond-Antoine-Marie Gilleman werd op 3 februari 1856 geboren in Brugge. Hij verwierf bekendheid als afdelingshoofd bij het Stadsbestuur, waar hij met succes leiding gaf aan grote stadsfeesten, zoals de onthulling van het standbeeld van Breidel en De Coninck en de festiviteiten rond Brugge Zeehaven. Deze evenementen legde hij vast in zorgvuldig samengestelde albums, die vandaag bewaard worden in de Brugse Openbare Bibliotheek en het Stadsarchief. Daarnaast was Gilleman sociaal geëngageerd. Hij vervulde functies als kerkmeester en hoofd van de armenzorg van de Sint-Annakerk en was actief als secretaris van de Gezondheidscommissie van de Haven van Zeebrugge. Hij overleed in Brugge op 29 januari 1925
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamVisart de Bocarmé, Amedée
Datums° Sint-Kruis, 04/11/1835 - ✝ Brugge, 29/05/1924
GeslachtMannelijk
Beroepburgemeester; volksvertegenwoordiger; advocaat
BioVisart werd voor de eerste maal volksvertegenwoordiger op 12 januari 1864 en voor de tweede maal op 9 januari 1868. Hij bleef volksveregenwoordiger tot 25 november 1923. Op 18 februari 1876 werd hij burgemeester van Brugge en hij bleef dit ambt uitoefenen tot aan zijn dood.
Links[odis], [wikipedia]

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamBrugge
GemeenteBrugge

Naam - persoon

NaamGailliard, Edward Louis
Datums° Brugge, 04/07/1841 - ✝ Brugge, 29/07/1922
GeslachtMannelijk
Beroepboekhandelaar-uitgever; archivaris; historicus; taalkundige
BioGailliard ging naar het Sint-Lodewijkscollege (Brugge) en het kleinseminarie te Roeselare, waar hij les kreeg van Guido Gezelle. Toen zijn vader in 1864 stierf, nam hij diens drukkerij-boekbinderij over. Bij hem verschenen Rond den Heerd, La Flandre, De Halletoren en vele andere tijdschriften en boeken. Hij schreef samen met Gilliodts een Table analytique en een Glossaire Flamand. In december 1884 werd hij rijksarchivaris te Brugge. Hij was stichtend lid van de Koninklijke Academie voor Vlaamse Taal- en Letterkunde (08/07/1886) en secretaris van haar Bestendige Commissie voor Middelnederlandse Letterkunde. Van 1894 tot 1905 werkte hij aan De Keure van Hazebroek (5 delen).
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellezanter (WDT); correspondent; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde; oud-leerling van Gezelle; uitgever van Rond den Heerd
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamGilleman, Edmond Antoine Marie
Datums° Brugge, 04/02/1856 - ✝ Brugge, 29/01/1925
GeslachtMannelijk
Beroepambtenaar
BioEdmond-Antoine-Marie Gilleman werd op 3 februari 1856 geboren in Brugge. Hij verwierf bekendheid als afdelingshoofd bij het Stadsbestuur, waar hij met succes leiding gaf aan grote stadsfeesten, zoals de onthulling van het standbeeld van Breidel en De Coninck en de festiviteiten rond Brugge Zeehaven. Deze evenementen legde hij vast in zorgvuldig samengestelde albums, die vandaag bewaard worden in de Brugse Openbare Bibliotheek en het Stadsarchief. Daarnaast was Gilleman sociaal geëngageerd. Hij vervulde functies als kerkmeester en hoofd van de armenzorg van de Sint-Annakerk en was actief als secretaris van de Gezondheidscommissie van de Haven van Zeebrugge. Hij overleed in Brugge op 29 januari 1925
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamNelis, Aloïs
Datums° Antwerpen, 09/08/1842 - ✝ Leuven, 03/02/1898
GeslachtMannelijk
Beroepleraar; historicus; auteur
BioAloïs Nelis studeerde aan de normaalschool te Luik en was leraar klassieke talen aan de athenea van Antwerpen (1864), Hasselt (1867) en Brugge (1871). In Brugge was hij bevriend met zijn collega Eusèbe Feys, (die samen met Adolphe Lootens in 1879 de volksliederenverzameling “Chants populaires flamands avec les airs notés et poésies populaires diverses recueillis à Bruges” uitgaf), en met de leraar Nederlands Julius Sabbe, met wie hij in 1884 zetelde in het organiserend comité van het 19de Taal- en Letterkundig Congres, te Brugge. In 1874 trouwde hij met Marie Justine Brouwers, die hij in Hasselt had leren kennen. Nelis was bestuurslid van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge van 1877 tot 1889 en bibliothecaris van 1882 tot 1889. Te Brugge was hij ook bevriend met Karel Verschelde, Louis Gilliodts, Edward Gailliard en Adolf Duclos. In 1880 werd Nelis lid, en in 1884 ondervoorzitter van de “Vlaamsche Broederbond” een Brugse vereniging die erkenning van de moedertaal nastreefde. Hij trad er op als voordrachtgever, o.a. over Hendrik Conscience. In 1890 werd hij studieprefect te Brugge en in 1895 te Leuven. Publicaties van hem zijn : La bataille d’Axpoele - 21 juin 1128 (1876-77), Fragment inédit du Spiegel Historiael (1880), Les cartulaires de la prévôté de Saint-Martin à Ypres précédés d'une esquisse sur la prévôté (drie delen, samen met Eusèbe Feys, 1880-1884) en Hendrik Conscience’s leven en werken. Drie voordrachten (Brugge, 1883).
Links[wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamVan Steenkiste, Eugeen Karel
Datums° Brugge, 27/08/1841 - ✝ Brugge, 17/02/1914
GeslachtMannelijk
Beroepzoeaaf; arts; gemeenteraadslid
BioEugeen Van Steenkiste was een Brugs geneesheer. Hij deed zijn middelbare studies in Brugge en Kortrijk en studeerde af in 1859. Hij werd student geneeskunde aan de Katholieke Universiteit Leuven (afgestudeerd in 1866). Na zijn studies deed hij vrijwilligerswerk bij de pauselijke zoeaven, en bouwde hij een medische carrière uit in Brugge. Hij werd geneesheer aan het Sint-Janshospitaal te Brugge (1880) en werd er hoofdarts in 1899. Hij engageerde zich zeer sterk in het katholieke Vlaamsgezinde verenigingsleven. Hij was medestichter van de Gilde van Sinte-Luitgaarde (1874) en de Brugse Davidsfondsafdeling (1875). Bovendien was hij erg actief in de Vlaamse Broederbond en de Breidelcommissie en betrokken bij de oprichting van het tijdschrift Biekorf (1889). Hij verwierf faam als voorzitter van de Katholieke Burgersgilde en zette zich in voor de vernederlandsing van het culturele leven. Hij was erg strijdbaar en schuwde ook de meer radicale strekkingen niet. Zo was hij was nauw betrokken bij de studentenstrijd en steunde hij ook een tijd lang de democratisch gezinde katholieken. Vanaf 1878 was hij actief als gemeenteraadslid, waar hij het opnam voor de vernederlandsing van de stedelijke administratie.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde; medestichter van Biekorf
NaamVisart de Bocarmé, Amedée
Datums° Sint-Kruis, 04/11/1835 - ✝ Brugge, 29/05/1924
GeslachtMannelijk
Beroepburgemeester; volksvertegenwoordiger; advocaat
BioVisart werd voor de eerste maal volksvertegenwoordiger op 12 januari 1864 en voor de tweede maal op 9 januari 1868. Hij bleef volksveregenwoordiger tot 25 november 1923. Op 18 februari 1876 werd hij burgemeester van Brugge en hij bleef dit ambt uitoefenen tot aan zijn dood.
Links[odis], [wikipedia]
NaamMestdagh, Karel
Datums° Brugge, 22/10/1850 - ✝ Brugge, 10/03/1924
GeslachtMannelijk
Beroepcomponist; dirigent; organist; leraar
BioKarel Mestdagh, Brugs componist, organist en leraar, was een leerling aan het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, waar hij de invloed onderging van H. Verriest (Vlaams bewustzijn) en Pieter Busschaert (muziek). Hij studeerde muziek aan de Brugse muziekschool, en bij François-Auguste Gevaert en Peter Benoit. Na zijn muziekstudies in Leipzig (1868-1870) vestigde hij zich als landmeter. Hij zette zich in voor de herbronning van de liturgische muziek en de vervlaamsing van het muziekleven en -onderwijs. Hij was lid van het Muziekcomiteit van West-Vlaanderen dat ijverde voor een nationale muziek (Peter Benoit). In de lijn van een internationale beweging voor authentieke kerkmuziek, in België geleid door Lemmens en Tinel, gaf hij samen met Auguste Reyns het maandblad Harmoniae Sacrae (1871-1880) uit, met publicatie van motetten, missen en orgelstukken. In 1894 werd hij lid van de kunstminnende vereniging Chat Noir en in 1900 directeur en leraar contrapunt en fuga aan de Brugse muziekschool, waar hij de kwaliteit van het onderwijs gevoelig verbeterde. Hij was lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunst, en van de Nationale Raad voor de verbetering van hetmuziekonderwijs. Van 1911 tot 1923 was hij jurylid voor de toekenning van de Romeprijs voor compositie. Hij componeerde liederen op teksten van Gezelle.
Links[wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecomponist Gezelleliederen
Bronnen http://svm.be/content/mestdagh-karel
NaamBreidel, Jan
Datums° Brugge, ca. 1264 - ✝ tussen 1328 en 1333
GeslachtMannelijk
Beroepslager; verzetsstrijder
BioVlaamse vleeshouwer uit de vroege 14de eeuw die een belangrijke rol speelde in het optreden van de gilden, voornamelijk te Brugge, tegen het patriarchaat en Frankrijk. In de Vlaamse beweging geïnterpreteerd als icoon van de nationale strijd.
Links[wikipedia]
NaamDe Coninck, Pieter
Datums° Brugge, 1250-1260? - ✝ Brugge?, 1332?
GeslachtMannelijk
Beroepwever
BioDe Brugse wever Pieter de Coninck leidde samen met Jan Breydel in 1302 de Vlaamse volksopstand die resulteerde in de Brugse Metten en de Guldensporenslag. Later onder meer door Hendrik Conscience geportretteerd als nationale helden, kreeg dit duo in 1887 een standbeeld op de Brugse Markt.
Links[wikipedia]

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - instituut/vereniging

NaamDe Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde
BeschrijvingDit wetenschappelijk genootschap bestudeert en stimuleert de Nederlandse taal- en literatuur. Na een lange voorgeschiedenis werd het opgericht bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1886 als Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. De activiteiten omvatten onder meer maandelijkse bijeenkomsten met wetenschappelijke en letterkundige besprekingen, prijsvragen en publicaties. Guido Gezelle was één van de stichtende leden. Dit was een belangrijke erkenning van zijn werk. Hij was betrokken bij verschillende prijsvragen en schonk ook een deel van zijn boeken aan de academie.
Datering1886-heden
Links[wikipedia]

Titel[19/10/1886], [Brugge], Edmond Antoine Marie Gilleman in naam van Amedée Visart de Bocarmé aan Guido Gezelle
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderGilleman, Edmond Antoine Marie
Verzender[Visart de Bocarmé, Amedée]
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum[19/10/1886]
VerzendingsplaatsBrugge (Brugge)
AnnotatieDatum, plaats en adressaat gereconstrueerd op basis van het briefontwerp in het administratief dossier (Stadsarchief Brugge, Breydel en De Coninckfeesten, XI a 81).
Fysieke bijzonderheden
Drager 2 enkele vellen, enkel vel 1: 132x103; enkel vel 2: 133x103
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven; zijde 1 bedrukt en beschreven, inkt
Staat fragment: brief tot meerdere taalkundige fiches waarvan 2 gereconstrueerd: rechterbovenkant en linkeronderkant van vel ontbreken
Vormelijke bijzonderheden papier met briefhoofd: Stedelijke Commissie der ... // afbeelding // Vlaenderen die Leu! // Brievenboek N°
Toevoegingen op zijde 2 bovenaan: taalkundige notities: niendolleen dit waar [?ne] // = niet alleen K. geh. // (n in) (inkt en blauw potlood, hand G.G.); op zijde 4 onderaan: taalkundige notities: grauw = krouw, krabbel // met ne grouw! // grouwen = krouwen ? // K. // <-(l=n)> // (k = g) (inkt en blauw potlood, omgekeerd, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3322, N fiche 19 + 3322, G fiche 71
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|15544
Inhoud
IncipitMe[t]
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.