<Resultaat 2053 van 2306

>

p1
Eerwaarden heer pastoor

Naar dezen morgen by U geweest te zyn heb ik toch eenige hoop gekoesterd erinerd uwe Mynheer dat gy

in droefheid zyt kom tot mij ik wil van uwe goedheid geen misbruik maken daar ik maar al te wel weet er altyd te veel te troosten zijn maar nu in deze droeve stonden om :Gods: wil help mij wat verheven werk twee arme ouderlooze wezenmyn Moederhaart zou nooit zulk een weldoender genoeg kunnen p2

p3danken maar den Goeden :God: is daar die het Goede zal loonen ik ben tot by die Juffer gegaan zy heeft my ook beloofd ware er maar meer tyd maar zondag zal den raad[1] over het lot dier kinderen beslissen er is maar een dag meer morgen als ik een oogenblik myn kind mag verlaten[2] zal ik nog by goede menschen gaan :God: geef ik gelukke Mynheer dan zal ik de gelukkigste der Moeders zyn en U voor immer dankbaar zyn

In afwagting blijf ik Met een kloppend haart verlangen tot Morgen Mijnheer Pastoor
Uwe onderdanige
Julie Mulders
p4

Noten

scribaan Zie lemma’s ‘scribaan’ en ‘schribaan’ bij De Bo: “Een lessenaar om op te schrijven, schrijfkas, fr. secrétaire, bureau.” (L.L. De Bo, Westvlaamsch Idioticon. Brugge: Gailliard, 1873, p.1012) schrijfbane (vader zaligr)lessenareschrijftafelschrijflade Zie lemma’s ‘scribaan’ en ‘schribaan’ bij De Bo: “Een lessenaar om op te schrijven, schrijfkas, fr. secrétaire, bureau.” (L.L. De Bo, Westvlaamsch Idioticon. Brugge: Gailliard, 1873, p.1012)scribaan Fr. escriban
[1] 3 Julie Mulders was wellicht op zoek naar een voedster voor de twee weeskinderen. Hiervoor riep ze Gezelles hulp in vooraleer het Bureel van Weldadigheid de kinderen aan een officieel weeshuis zou toewijzen. Dit betekende immers dat ze vrijwel zeker in fabrieken zouden terechtkomen.

De Franse wetgever richtte eind 18de eeuw in ‘België’ de Commissie van Burgerlijke Godshuizen en Burelen van Weldadigheid op, om de noden van de armen te lenigen. Omwille van voortdurend geldgebrek stond de overheid in de loop van de 19de eeuw toe dat de kerkelijke instellingen en filantropische particulieren een geldelijke bijdrage leverden, en zodoende terug inspraak verwierven in de organisatie van de armenzorg zoals tijdens het ancien régime in de 18de eeuw. Het Bureel van Weldadigheid regelde de opvang en zorg voor arme wezen, kinderen van wie een of beide ouders gestorven waren. Ofwel werden ze uitbesteed aan ‘voedsters’, die vaak tot de laagste stand behoorden en hen opnamen om den brode. Ofwel plaatste het Bureel de kinderen in weeshuizen of religieuze instellingen, zoals bij de Paulinen in Kortrijk.

(G. Vandenberghe, De opvang en zorg voor ‘arme wezen’ in België in de negentiende eeuw. De casus van de Zuid-Oost-Vlaamse stad Ronse (1800-1894). Masterthesis, Universiteit Gent, 2012 ; J. Stael, Armenzorg: de interactie tussen hulpbehoevenden en zorgverstrekkers. Armenbrieven en het bureel van weldadigheid van Kortrijk, 1826-1887. Masterthesis, Universiteit Gent, 2019)

[2] Julies zoon was slechts zes jaar oud toen zijn vader op 25 juni 1892 overleed. Mogelijk dateert deze brief van hierna en moest ze dus opvang voor hem hebben terwijl ze hulp zocht voor de twee wezen.
schrijf/bane escriban Onderstreping van Gezelle in blauw potlood.vader zaliger Onderstreping van Gezelle in blauw potlood.affaire dagvaart

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamDecloedt, Juliana
Datums° Oedelem, 05/09/1858 - ✝ Kortrijk, 06/1925
GeslachtVrouwelijk
BioJulienne of Juliana Decloedt werd op 5 september 1858 in Oedelem geboren als dochter van François Decloedt en Francisca Pieters. Ze huwde op 4 november 1880 in Kortrijk met de gevelschilder Felix Mulders (Zichem, 23 oktober 1851 – Kortrijk, 25 juni 1892). Daarmee had ze op zijn minst één kind: Paul (°1886). Ze werd echter al vroeg weduwe, want Felix overleed in 1892 op 40-jarige leeftijd. Juliana stierf in juni 1925 op het adres Grote Markt 35.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenAncestry; Geneanet; https://beeldbank.kortrijk.be/

Briefschrijver

NaamDecloedt, Juliana
Datums° Oedelem, 05/09/1858 - ✝ Kortrijk, 06/1925
GeslachtVrouwelijk
BioJulienne of Juliana Decloedt werd op 5 september 1858 in Oedelem geboren als dochter van François Decloedt en Francisca Pieters. Ze huwde op 4 november 1880 in Kortrijk met de gevelschilder Felix Mulders (Zichem, 23 oktober 1851 – Kortrijk, 25 juni 1892). Daarmee had ze op zijn minst één kind: Paul (°1886). Ze werd echter al vroeg weduwe, want Felix overleed in 1892 op 40-jarige leeftijd. Juliana stierf in juni 1925 op het adres Grote Markt 35.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenAncestry; Geneanet; https://beeldbank.kortrijk.be/

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamDecloedt, Juliana
Datums° Oedelem, 05/09/1858 - ✝ Kortrijk, 06/1925
GeslachtVrouwelijk
BioJulienne of Juliana Decloedt werd op 5 september 1858 in Oedelem geboren als dochter van François Decloedt en Francisca Pieters. Ze huwde op 4 november 1880 in Kortrijk met de gevelschilder Felix Mulders (Zichem, 23 oktober 1851 – Kortrijk, 25 juni 1892). Daarmee had ze op zijn minst één kind: Paul (°1886). Ze werd echter al vroeg weduwe, want Felix overleed in 1892 op 40-jarige leeftijd. Juliana stierf in juni 1925 op het adres Grote Markt 35.
Relatie tot Gezellecorrespondent
BronnenAncestry; Geneanet; https://beeldbank.kortrijk.be/
NaamMulders, Paul
Datums° Kortrijk, 09/05/1886 - ✝ Forthem, 25/10/1915
GeslachtMannelijk
Beroepmilitair
BioPaul Mulders werd op 9 mei 1886 te Kortrijk geboren als zoon van Felix Mulders (1851-1892) en Juliana Decloedt (1858-1925). Hij was slechts zes jaar toen zijn vader overleed. Hij werd vrijwilliger bij het Belgisch leger en adjudant bij het 1e Regiment Karabiniers 213. Tijdens WOI sneuvelde hij in Fortem, waarna hij begraven werd op het kerkhoef van Oeren.
Bronnen https://www.delcampe.net/

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Decloedt, Juliana

Correspondenten

Gezelle, Guido
Decloedt, Juliana

Naam - persoon

Gezelle, Guido
Decloedt, Juliana
Mulders, Paul

Plaats van verzending

Kortrijk

Titels.d., [Kortrijk], [Juliana Decloedt] (= mevrouw Juliana Mulders) aan [Guido Gezelle]
EditeurMiet Hubrechts; Marc Carlier (research); Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Decloedt, Juliana]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatums.d.
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatieAdressaat en plaats gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager 4 enkele vellen, enkel vel 1: 102x133 ; enkel vel 2: 102x132 ; enkel vel 3: 103x132 ; enkel vel 4: 104x134
wit
papiersoort: 4 zijden beschreven, inkt
Staat volledig: brief verknipt tot vier taalkundige fiches en gereconstrueerd met licht tekstverlies
Toevoegingen op blanco zijden 2, 4 en 8 rechts: taalkundige notities: scribaan schrijfbane (vader zaligr) lessenare schrijftafel schrijflade // scribaan Fr. escriban // affaire dagvaart (inkt, verticaal, alles hand G.G.); op blanco zijde 6 rechts: taalkundige notities: schrijf/bane escriban (inkt en blauw potlood, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3322, S fiche 31 + 3322, S fiche 29 + 3322, S fiche 21 + 8196
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|15709
Inhoud
IncipitNaar dezen morgen by U
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.