<Resultaat 834 van 2349

>

p1
Mynheer,

Gelieve met uwe tegenwoordigheid te vereeren de plechtige prysdeeling die zal gedaan worden op xx oktober, aanstaande, om x uren namiddag aan de Weezen en[1] aan de arme Kinderen van het Gesticht Verrue te Kortryk-buiten.

Aanveerd, eerweerde Heer, de verzekering onzer hoogachting
De Overste
Moeder Francisca
Kortryk den 1 8ber 1884.
p2

Noten

[1] De tekst van de handgeschreven uitnodiging voor de prijsuitreiking in het weeshuis Verrue te Kortrijk werd aangevuld naar analogie van een gedrukte uitnodiging aanwezig in het Guido Gezellearchief, nr. 3348, fiches 4 en 108.
Vaneme Vane = me vadereGulleghem

Register

Correspondenten

NaamVanhoenacker, Katarina; Francisca (moeder); Ciska (moeder); Vanhoenacker, Catharina, Catherine
Datums° Sint-Denijs, 02/07/1807 - ✝ Kortrijk, 22/06/1893
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; kloosteroverste; lerares
BioKatarina Vanhoenacker werd geboren te Sint-Denijs op 2 juli 1807. Ze was een van de stichtende leden van het klooster van de Congregatie van de Zusters Verrue op de Pottelberg te Kortrijk waar ze eerst enkele jaren als onderwijzeres gewerkt had in de armenschool. Op 18 februari 1835 trad ze officieel in bij het ‘Klooster van de H. Vincentius’. In 1872-73 telde de instelling reeds 105 kleuters, 263 meisjes in de lagere school en 430 (jong)volwassenen in de avondschool. Gezelle werd vaak schriftelijk uitgenodigd op de jaarlijkse prijsuitreikingen in het weeshuis. In 1885 ontving Francisca op haar feestdag (09/03/1885; H. Francisca) het Burgerlijk Kruis Eerste Klas waarbij Gezelle het gedicht ‘O Moeder, overwel’ schreef. Bij haar gouden jubileum in 1886 werd ze tijdens een driedaags feest van zondag 9 tot dinsdag 11 mei 1886 uitgebreid gevierd. Gezelle schreef toen het lovend gedicht ‘Ach, hoe zijnder veel te vinden’ en als journalist promootte hij de jaarlijkse steunactie die onder de naam ‘De Penning der Drij Mooren’ bekend was. In het gelijknamige Kortrijkse café hadden architect Pierre Croquison, advocaat Victor Verriest en politicus Charles Demulié-Debien het initiatief genomen voor een jaarlijkse tombola die een groot succes kende. In die periode was er in het klooster een vijftiental zusters actief; het aantal wezen bedroeg toen ca. zeventig meisjes. De zusters gaven tevens onderwijs aan ca. 250 kinderen. Moeder ‘Ciska’ overleed na 57 jaar kloosterleven op de leeftijd van 86 jaar in Kortrijk op 22 juni 1893. Haar begrafenis vond plaats in de Kortrijkse Rochuskerk ‘beweend door hare weezekes, betreurd door hare kloosterzusters en al de vrienden…’ (Gazette van Kortrijk, 25/06/1893). Ook na haar dood bleven het weeshuis en het klooster nog lang in de volksmond bekend als ‘Moeder Ciska’ of ‘Verrue’s school’.
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamVanhoenacker, Katarina; Francisca (moeder); Ciska (moeder); Vanhoenacker, Catharina, Catherine
Datums° Sint-Denijs, 02/07/1807 - ✝ Kortrijk, 22/06/1893
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; kloosteroverste; lerares
BioKatarina Vanhoenacker werd geboren te Sint-Denijs op 2 juli 1807. Ze was een van de stichtende leden van het klooster van de Congregatie van de Zusters Verrue op de Pottelberg te Kortrijk waar ze eerst enkele jaren als onderwijzeres gewerkt had in de armenschool. Op 18 februari 1835 trad ze officieel in bij het ‘Klooster van de H. Vincentius’. In 1872-73 telde de instelling reeds 105 kleuters, 263 meisjes in de lagere school en 430 (jong)volwassenen in de avondschool. Gezelle werd vaak schriftelijk uitgenodigd op de jaarlijkse prijsuitreikingen in het weeshuis. In 1885 ontving Francisca op haar feestdag (09/03/1885; H. Francisca) het Burgerlijk Kruis Eerste Klas waarbij Gezelle het gedicht ‘O Moeder, overwel’ schreef. Bij haar gouden jubileum in 1886 werd ze tijdens een driedaags feest van zondag 9 tot dinsdag 11 mei 1886 uitgebreid gevierd. Gezelle schreef toen het lovend gedicht ‘Ach, hoe zijnder veel te vinden’ en als journalist promootte hij de jaarlijkse steunactie die onder de naam ‘De Penning der Drij Mooren’ bekend was. In het gelijknamige Kortrijkse café hadden architect Pierre Croquison, advocaat Victor Verriest en politicus Charles Demulié-Debien het initiatief genomen voor een jaarlijkse tombola die een groot succes kende. In die periode was er in het klooster een vijftiental zusters actief; het aantal wezen bedroeg toen ca. zeventig meisjes. De zusters gaven tevens onderwijs aan ca. 250 kinderen. Moeder ‘Ciska’ overleed na 57 jaar kloosterleven op de leeftijd van 86 jaar in Kortrijk op 22 juni 1893. Haar begrafenis vond plaats in de Kortrijkse Rochuskerk ‘beweend door hare weezekes, betreurd door hare kloosterzusters en al de vrienden…’ (Gazette van Kortrijk, 25/06/1893). Ook na haar dood bleven het weeshuis en het klooster nog lang in de volksmond bekend als ‘Moeder Ciska’ of ‘Verrue’s school’.
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamVanhoenacker, Katarina; Francisca (moeder); Ciska (moeder); Vanhoenacker, Catharina, Catherine
Datums° Sint-Denijs, 02/07/1807 - ✝ Kortrijk, 22/06/1893
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster; kloosteroverste; lerares
BioKatarina Vanhoenacker werd geboren te Sint-Denijs op 2 juli 1807. Ze was een van de stichtende leden van het klooster van de Congregatie van de Zusters Verrue op de Pottelberg te Kortrijk waar ze eerst enkele jaren als onderwijzeres gewerkt had in de armenschool. Op 18 februari 1835 trad ze officieel in bij het ‘Klooster van de H. Vincentius’. In 1872-73 telde de instelling reeds 105 kleuters, 263 meisjes in de lagere school en 430 (jong)volwassenen in de avondschool. Gezelle werd vaak schriftelijk uitgenodigd op de jaarlijkse prijsuitreikingen in het weeshuis. In 1885 ontving Francisca op haar feestdag (09/03/1885; H. Francisca) het Burgerlijk Kruis Eerste Klas waarbij Gezelle het gedicht ‘O Moeder, overwel’ schreef. Bij haar gouden jubileum in 1886 werd ze tijdens een driedaags feest van zondag 9 tot dinsdag 11 mei 1886 uitgebreid gevierd. Gezelle schreef toen het lovend gedicht ‘Ach, hoe zijnder veel te vinden’ en als journalist promootte hij de jaarlijkse steunactie die onder de naam ‘De Penning der Drij Mooren’ bekend was. In het gelijknamige Kortrijkse café hadden architect Pierre Croquison, advocaat Victor Verriest en politicus Charles Demulié-Debien het initiatief genomen voor een jaarlijkse tombola die een groot succes kende. In die periode was er in het klooster een vijftiental zusters actief; het aantal wezen bedroeg toen ca. zeventig meisjes. De zusters gaven tevens onderwijs aan ca. 250 kinderen. Moeder ‘Ciska’ overleed na 57 jaar kloosterleven op de leeftijd van 86 jaar in Kortrijk op 22 juni 1893. Haar begrafenis vond plaats in de Kortrijkse Rochuskerk ‘beweend door hare weezekes, betreurd door hare kloosterzusters en al de vrienden…’ (Gazette van Kortrijk, 25/06/1893). Ook na haar dood bleven het weeshuis en het klooster nog lang in de volksmond bekend als ‘Moeder Ciska’ of ‘Verrue’s school’.
Relatie tot Gezellecorrespondent; gelegenheidsgedichten

Naam - plaats

NaamGullegem
GemeenteWevelgem
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - instituut/vereniging

NaamCongregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo, Kortrijk
BeschrijvingDe gemeenschap van de zusters van de H. Vincentius a Paulo of de congregatie van de Zusters Verrue ontstond in 1829 op de Pottelberg te Kortrijk(-Buiten) waar een armenschool en een meisjesweeshuis werden geopend. De initiatiefneemster was de gegoede juffrouw Theresia-Francisca Verrue (1799-1852). Het eerste klooster droeg de naam O.-L.-V.-van-Zeven-Weeën en lag nabij het landgoed Verrue, thans een MPI-vestiging (hoek Aalbekesteenweg – Meiweg). De juffrouwen Supply, Decock en Katharina Vanhoenacker verenigden zich in 1835 officieel als klooster onder de bescherming van de H. Vincentius a Paulo; door de ligging van hun instelling kregen ze ook de naam ‘Paulinen buiten de stad’. Bij de oprichting ontvingen ze financiële steun van de families Verrue, Delaporte-Rolin en van diverse geestelijken. Vanaf 1840 werd het zgn. gesticht Verrue ook een weeshuis en in 1851 waren al 33 meisjeswezen ingeschreven. In 1872-73 telde de instelling reeds 105 kleuters, 263 meisjes in de lagere school en 430 (jong)volwassenen in de avondschool. In 1881 werden de zusters uit hun klooster verdreven door het liberale bewind. Ze weken uit naar enkele woningen in de buurt. In 1899 schonk Dokter Tillieux twee grote panden in de Kanonstraat waar ook een school opgericht kon worden. Moeder Francisca werd na haar overlijden opgevolgd door haar nicht Moeder Paula (Ursula Vanhoenacker (Sint-Denijs 1845 – Kortrijk 1922). Vanaf 18/04/1922 werd Moeder Stanislas de overste. Later werden er vanuit deze congregatie diverse Kortrijkse scholen geopend. In 1954 sloot de congregatie zich aan bij de zusters van het Geloof van Tielt. In 1902 werd op de Pottelberg de Verruelaan geregistreerd die in 1968 de naam Theresia Verruelaan kreeg. In 1981 werd deze straat ingedeeld bij de Condédreef waardoor de straatnaam ‘Verrue’ verdween.
Datering1829-1954
Links[odis]

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Vanhoenacker, Katarina

Correspondenten

Vanhoenacker, Katarina
Gezelle, Guido

Naam - instituut/vereniging

Congregatie van de Zusters van de H. Vincentius a Paulo, Kortrijk

Naam - persoon

Vanhoenacker, Katarina

Naam - plaats

Gullegem
Kortrijk

Plaats van verzending

Kortrijk

Titel01/10/1884, Kortrijk, [Katharina Vanhoenacker] (= Moeder Francisca) aan [Guido Gezelle]
EditeurJulien Vermeulen; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Vanhoenacker, Katarina]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum01/10/1884
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens; Moeder Francisca = Katharina Vanhoenacker.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 104x134
wit, rechthoekig geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat fragment: bovenkant van vel ontbreekt
Toevoegingen op zijde 2 links: taalkundige notities: Vane me Vane = me vadere Gulleghem (inkt, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3322, V fiche 7
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|15799
Inhoud
Incipitaan de arme Kinderen
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.