<Resultaat 1200 van 2535

>

p1
Myn Eerweerden Heer G. Gezelle
Kortryk
 
p2
E. H.

In zynen Idioticon zegt L. Debo dat (H)aling, (h)alinge, (h)alen in den zin van erfgenaam, erven niet meer gebruikt en wordt 't En is nog niet lange geleên dat ik (h)alinge gehoord hebbe en men zegt my dat thier algemeen gebruikt wordt. In myn streke heb ik (h)alinge nooit gehoord maar zeer dikwyls (h)alen byv. Een eenig kind en moet niet deelen, van zyn vader — neen 't, maar 't moet halen —. Zalig nieuwjaar

Pl Haghebaert presbyter[1]

Noten

[1] Haghebaert ondertekende zijn correspondentie als onderpastoor met "pbr".
halen

Register

Correspondenten - personen

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamHaghebaert, Placidus Amandus; Broeder Bernardus Maria
Datums° Noordschote, 18/04/1849 - ✝ Leuven, 02/04/1905
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; auteur
BioPlacidus Haghebaert werd geboren als zoon van Pieter en Emilia Ghyselen, landbouwers te Noordschote. Hij kreeg onderwijs in het bisschoppelijk college in Ieper (1863-1870), het kleinseminarie te Roeselare (1870-1871) en het grootseminarie te Brugge (1871-1874). Op 19 december 1874 werd hij te Brugge tot priester gewijd. Aan de Katholieke Universiteit Leuven behaalde hij op 15 juli 1876 zijn baccalaureaat in de Godsgeleerdheid. Hij werd eerst onderpastoor in Zonnebeke (14/12/1876-28/07/1880) en vervolgens in Koekelare (28/07/1880-30/04/1888), waar hij buurman was van Karel De Gheldere. Op 30/04/1888 trad hij in bij de Dominicanen in Hoei, voltooide er op 10/05/1889 zijn noviciaat en nam zijn intrek in het Predikherenklooster van de Dominicanen in Leuven. Zijn kloosternaam was pater Bernardus Maria. Na zijn professie op 11/05/1892 werd hij in juni benoemd als lector aan het Studium Generale van de Dominicanen. Naast zijn lesopdracht was hij bestuurder van de Vlaamse congregatie der Derde orde van Sint-Dominicus en het Genootschap der arme vrouwen (Leuven). Haghebaert was ook nauw betrokken bij de oprichting en de werking van het Sint-Thomasgenootschap van de Domincanen (1897) in Leuven. Van 1876 tot 1889 werkte hij actief mee aan “Rond den Heerd”. Zijn bijdragen verschenen als reeksen in het weekblad o.a. “Aptonga” (1878-1879) en de eerste Vlaamse vertaling van de “Goddelijke Komedie” van Dante (1885-1887). Dit werk verscheen in 1901 als boek. Vanaf 1877 tot 1883 was hij lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde en ook een actieve zanter. Tijdens zijn religieuze periode 1888-1905 vertaalde hij vooral patristieke werken en verschillende delen van het Oude Testament. Er verschenen van hem ook artikelen in de tijdschriften “Dietsche Warande & Belfort”, en “Revue biblique van de Ecole biblique et archéologique Française de Jérusalem”. Ten gevolge van een korte ziekte stierf hij te Leuven op 2 april 1905 en werd hij op 5 april begraven op het kerkhof van de Abdij van Park.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; medewerker Rond den Heerd; zanter; SInte-Luitgaarde

Briefschrijver

NaamHaghebaert, Placidus Amandus; Broeder Bernardus Maria
Datums° Noordschote, 18/04/1849 - ✝ Leuven, 02/04/1905
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; auteur
BioPlacidus Haghebaert werd geboren als zoon van Pieter en Emilia Ghyselen, landbouwers te Noordschote. Hij kreeg onderwijs in het bisschoppelijk college in Ieper (1863-1870), het kleinseminarie te Roeselare (1870-1871) en het grootseminarie te Brugge (1871-1874). Op 19 december 1874 werd hij te Brugge tot priester gewijd. Aan de Katholieke Universiteit Leuven behaalde hij op 15 juli 1876 zijn baccalaureaat in de Godsgeleerdheid. Hij werd eerst onderpastoor in Zonnebeke (14/12/1876-28/07/1880) en vervolgens in Koekelare (28/07/1880-30/04/1888), waar hij buurman was van Karel De Gheldere. Op 30/04/1888 trad hij in bij de Dominicanen in Hoei, voltooide er op 10/05/1889 zijn noviciaat en nam zijn intrek in het Predikherenklooster van de Dominicanen in Leuven. Zijn kloosternaam was pater Bernardus Maria. Na zijn professie op 11/05/1892 werd hij in juni benoemd als lector aan het Studium Generale van de Dominicanen. Naast zijn lesopdracht was hij bestuurder van de Vlaamse congregatie der Derde orde van Sint-Dominicus en het Genootschap der arme vrouwen (Leuven). Haghebaert was ook nauw betrokken bij de oprichting en de werking van het Sint-Thomasgenootschap van de Domincanen (1897) in Leuven. Van 1876 tot 1889 werkte hij actief mee aan “Rond den Heerd”. Zijn bijdragen verschenen als reeksen in het weekblad o.a. “Aptonga” (1878-1879) en de eerste Vlaamse vertaling van de “Goddelijke Komedie” van Dante (1885-1887). Dit werk verscheen in 1901 als boek. Vanaf 1877 tot 1883 was hij lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde en ook een actieve zanter. Tijdens zijn religieuze periode 1888-1905 vertaalde hij vooral patristieke werken en verschillende delen van het Oude Testament. Er verschenen van hem ook artikelen in de tijdschriften “Dietsche Warande & Belfort”, en “Revue biblique van de Ecole biblique et archéologique Française de Jérusalem”. Ten gevolge van een korte ziekte stierf hij te Leuven op 2 april 1905 en werd hij op 5 april begraven op het kerkhof van de Abdij van Park.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; medewerker Rond den Heerd; zanter; SInte-Luitgaarde

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamIchtegem
GemeenteIchtegem

Naam - persoon

NaamDe Bo, Leonard Lodewijk; Leenaert
Datums° Beveren-Leie, 27/09/1826 - ✝ Poperinge, 25/08/1885
GeslachtMannelijk
Beroephulppriester; leraar; pastoor; deken; auteur; taalkundige; botanicus
BioLeonard Lodewijk De Bo werd geboren als enige zoon van Ludovicus De Bo, landbouwer, en Amelia Lemayeur. Na schitterende middelbare studies aan het College van Tielt begon hij in oktober 1846 zijn seminariestudies aan het grootseminarie te Brugge. Op 15 maart 1851 werd hij te Brugge tot priester gewijd. Van 11 april tot 1 oktober 1851 was hij coadjutor (hulppriester) in de parochie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Ver-Assebroek. Op 1 oktober 1851 werd hij leraar in de poesis- en retoricaklassen van het Sint-Lodewijkscollege te Brugge, een functie die hij 22 jaar lang zou uitoefenen, tot 9 juli 1873, toen hij werd aangesteld als pastoor van de parochie Sint-Petrus en Sint-Paulus te Elverdinge (09/07/1873 – 27/09/1882). Nadien werd hij pastoor van de parochie Onze-Lieve-Vrouw te Ruiselede (27/09/1882 – 22/04/1884). Op 22 april 1884 werd hij, hoewel hij al ziek was, nog overgeplaatst naar de parochie Sint-Bertinus te Poperinge waar hij pastoor-deken was, een overplaatsing die hij niet echt zag zitten. Hij overleed overigens al het jaar nadien. Reeds als seminarist verzamelde De Bo de West-Vlaamse woordenschat. Zijn levenswerk, het West-Vlaamsch Idioticon, waarin meer dan 25.000 woorden en uitdrukkingen uit de West-Vlaamse taal verzameld en verklaard worden, verscheen van 1870 tot 1873, gevolgd door een tweede, bijgewerkte uitgave in 1890-1892. De Bo leerde Guido Gezelle in 1850 in het grootseminarie te Brugge kennen; zij werden goede vrienden en werkten hecht samen rond de studie van de West-Vlaamse taal. De Bo werkte actief mee aan o.a. Loquela en Rond den Heerd. Postuum verschenen nog Schatten uit de volkstaal (1887) en De Bo’s Kruidwoordenboek, het resultaat van zijn levenslange botanische activiteiten.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); medewerker Rond den Heerd; medewerker Loquela; gelegenheidsgedichten
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker; Gonsalvo Megliori
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamHaghebaert, Placidus Amandus; Broeder Bernardus Maria
Datums° Noordschote, 18/04/1849 - ✝ Leuven, 02/04/1905
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; auteur
BioPlacidus Haghebaert werd geboren als zoon van Pieter en Emilia Ghyselen, landbouwers te Noordschote. Hij kreeg onderwijs in het bisschoppelijk college in Ieper (1863-1870), het kleinseminarie te Roeselare (1870-1871) en het grootseminarie te Brugge (1871-1874). Op 19 december 1874 werd hij te Brugge tot priester gewijd. Aan de Katholieke Universiteit Leuven behaalde hij op 15 juli 1876 zijn baccalaureaat in de Godsgeleerdheid. Hij werd eerst onderpastoor in Zonnebeke (14/12/1876-28/07/1880) en vervolgens in Koekelare (28/07/1880-30/04/1888), waar hij buurman was van Karel De Gheldere. Op 30/04/1888 trad hij in bij de Dominicanen in Hoei, voltooide er op 10/05/1889 zijn noviciaat en nam zijn intrek in het Predikherenklooster van de Dominicanen in Leuven. Zijn kloosternaam was pater Bernardus Maria. Na zijn professie op 11/05/1892 werd hij in juni benoemd als lector aan het Studium Generale van de Dominicanen. Naast zijn lesopdracht was hij bestuurder van de Vlaamse congregatie der Derde orde van Sint-Dominicus en het Genootschap der arme vrouwen (Leuven). Haghebaert was ook nauw betrokken bij de oprichting en de werking van het Sint-Thomasgenootschap van de Domincanen (1897) in Leuven. Van 1876 tot 1889 werkte hij actief mee aan “Rond den Heerd”. Zijn bijdragen verschenen als reeksen in het weekblad o.a. “Aptonga” (1878-1879) en de eerste Vlaamse vertaling van de “Goddelijke Komedie” van Dante (1885-1887). Dit werk verscheen in 1901 als boek. Vanaf 1877 tot 1883 was hij lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde en ook een actieve zanter. Tijdens zijn religieuze periode 1888-1905 vertaalde hij vooral patristieke werken en verschillende delen van het Oude Testament. Er verschenen van hem ook artikelen in de tijdschriften “Dietsche Warande & Belfort”, en “Revue biblique van de Ecole biblique et archéologique Française de Jérusalem”. Ten gevolge van een korte ziekte stierf hij te Leuven op 2 april 1905 en werd hij op 5 april begraven op het kerkhof van de Abdij van Park.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; medewerker Rond den Heerd; zanter; SInte-Luitgaarde

Naam - plaats

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Titel - ander werk

TitelWestvlaamsch idioticon
AuteurDe Bo, Leonard Lodewijk
Datum1873
PlaatsBrugge
UitgeverGailliard

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Haghebaert, Placidus Amandus

Correspondenten - personen

Gezelle, Guido
Haghebaert, Placidus Amandus

Naam - persoon

De Bo, Leonard Lodewijk
Gezelle, Guido
Haghebaert, Placidus Amandus

Naam - plaats

Kortrijk

Plaats van verzending

Ichtegem

Titel - ander werk

Westvlaamsch idioticon

Titel[31/12/1886], [Ichtegem], Placidus Amandus Haghebaert (= Broeder Bernardus) aan Guido Gezelle
EditeurChris Vandewalle; Universiteit Antwerpen
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2025
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenChris Vandewalle; Universiteit Antwerpen, Haghebaert Placidus Amandus aan Gezelle Guido, Ichtegem (Ichtegem), [31/12/1886] . In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. 2025 Available from World Wide Web: link .
VerzenderHaghebaert, Placidus Amandus
OntvangerGezelle, Guido
Verzendingsdatum[31/12/1886]
VerzendingsplaatsIchtegem (Ichtegem)
AnnotatieDatum en plaats gereconstrueerd op basis van de poststempel ; Placidus Amandus Haghebaert = Broeder Bernardus.
Fysieke bijzonderheden
Drager 87x123
geel
papiersoort: recto met adres; verso horizontaal beschreven, inkt
Staat volledig
Vormelijke bijzonderheden op adreszijde: gedrukte postzegel, afgestempeld
Toevoegingen op verso rechtsboven: taalkundige notitie: halen (inkt, verticaal, hand G.G)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3587, halen
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|16115
Inhoud
IncipitIn zynen Idioticon zegt L. Debo
Tekstsoortbriefkaart
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.