<Resultaat 756 van 2074

>

p1
Davidsfonds
Hoofdbestuur
Adres des voorzitters:
Brusselsche-straat, 192.
Amice,

Van daag herinner ik mij dat ik u de voorwaarden[1] nog niet gezonden heb. Gelief een der twee contracten door den drukker te laten ondertekenen en mij die terug te zenden.

p2

Noten

[1] Het betreft hier hoogstwaarschijnlijk voorwaarden bij de uit te geven vertaling door Gezelle van Longfellows Hiawatha. Zij werd als N° 50 uitgegeven door het Davidsfonds in Kortrijk in 1886 onder de titel The Song of Hiawatha overgedicht in ‘t vlaamsch. Zie ook de “brief van Pieter Willems aan Gezelle van 04/02/1887”.
Hemdeware = hem waards Jules Claerhout

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamWillems, Pieter
Datums° Maastricht, 06/01/1840 - ✝ Sint-Joris-Weert, 23/02/1898
GeslachtMannelijk
Beroephoogleraar; classicus; dialectoloog
VerblijfplaatsNederland
BioWillems werd geboren in Maastricht waar hij humaniorastudies deed. Daarna ging hij naar de universiteit in Leuven waar hij in 1861 de graad van doctor in de letteren behaalde. Hij werd er in 1964 hoogleraar in de klassieke filologie en in 1872 secretaris van de universiteit. Willems was sinds 1871 briefwisselend en sinds 1877 werkend lid van de Koninklijke Academie van België in Brussel. In 1885 was hij lid van de Klasse der Letteren van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen in Amsterdam en in 1886 werd hij lid en eerste voorzitter van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Gent. Als pas benoemd hoogleraar was hij in 1866, in opvolging van J.B. David, voorzitter geworden van "Met Tijd en Vlijt". Daarna was hij ook, van 1878 tot aan zijn dood in 1898, voorzitter van het Davidsfonds. Door zijn vele academische en culturele functies was hij een zeer gevraagd gastspreker en gewaardeerd jurylid van staatsprijzen, o.m. die van Conscience in 1870 en V. Loveling in 1894. Als classicus legde hij zich toe op de dialectologie. Hij schreef er verschillende artikelen over en verzamelde een massa dialectmateriaal uit 337 Vlaamse dorpen en steden, dat gedigitaliseerd werd in de Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://pieterwillems.eu/leven

Briefschrijver

NaamWillems, Pieter
Datums° Maastricht, 06/01/1840 - ✝ Sint-Joris-Weert, 23/02/1898
GeslachtMannelijk
Beroephoogleraar; classicus; dialectoloog
VerblijfplaatsNederland
BioWillems werd geboren in Maastricht waar hij humaniorastudies deed. Daarna ging hij naar de universiteit in Leuven waar hij in 1861 de graad van doctor in de letteren behaalde. Hij werd er in 1964 hoogleraar in de klassieke filologie en in 1872 secretaris van de universiteit. Willems was sinds 1871 briefwisselend en sinds 1877 werkend lid van de Koninklijke Academie van België in Brussel. In 1885 was hij lid van de Klasse der Letteren van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen in Amsterdam en in 1886 werd hij lid en eerste voorzitter van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Gent. Als pas benoemd hoogleraar was hij in 1866, in opvolging van J.B. David, voorzitter geworden van "Met Tijd en Vlijt". Daarna was hij ook, van 1878 tot aan zijn dood in 1898, voorzitter van het Davidsfonds. Door zijn vele academische en culturele functies was hij een zeer gevraagd gastspreker en gewaardeerd jurylid van staatsprijzen, o.m. die van Conscience in 1870 en V. Loveling in 1894. Als classicus legde hij zich toe op de dialectologie. Hij schreef er verschillende artikelen over en verzamelde een massa dialectmateriaal uit 337 Vlaamse dorpen en steden, dat gedigitaliseerd werd in de Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; adressenlijst Cordelia Van De Wiele; lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Bronnen https://pieterwillems.eu/leven

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamLeuven
GemeenteLeuven

Naam - persoon

NaamBeyaert, Georges (Joris) Vincent Eugène Louis; Joris
Datums° Kortrijk, 21/05/1856 - ✝ Kortrijk, 14/12/1904
GeslachtMannelijk
Beroepdrukker; uitgever; bibliothecaris
BioGeorges Vincent Eugène Louis Beyaert was de enige zoon van Eugène Beyaert en Hortense Deljoutte. Bij het overlijden van zijn vader in 1879 nam de 23-jarige Georges de goed draaiende drukkerij en boekhandel in het centrum van Kortrijk over. Hij drukte meestal onder de oorspronkelijke firmanaam. Hij was vooral bekend als drukker-uitgever van katholieke kranten en bladen zoals de Courrier de Courtrai et de l’Arrondissement (1876-1882), de Gazette van Kortrijk (1876-1914) en het Gildeblad der Ambachten, Neringen en Nijverheden van Kortrijk (1891-1907). Hij drukte ook verschillende werken en gedichten van Guido Gezelle en Pieter Theodoor Stevens, die trouwens beiden talrijke artikels leverden voor de Gazette van Kortrijk. Zo was hij verantwoordelijk voor de uitgave van Gezelles tijdschrift Loquela, de Davidsfondsuitgaven van Hiawatha (1886) en Gezelles vertaling van de Goddelijke Beschouwingen (1897) van bisschop Waffelaert. Ook de tweede uitgave van De Bo’s Westvlaamsch Idioticon kwam bij hem van de pers. Naast zijn drukke beroepsbezigheden was Georges Beyaert in 1878 ook nog stadsbibliothecaris van Kortrijk geworden en in 1881 boekbewaarder van de plaatselijke Davidsfondsafdeling. In 1888 trad hij in het huwelijk met Marie Vanlerberghe en hij kreeg met haar zeven kinderen. Rond de eeuwwisseling maakte hij deel uit van een commissie die ijverde voor de oprichting van een gedenkteken voor Guido Gezelle te Kortrijk. Hij overleed na een kortstondige ziekte op 48-jarige leeftijd. Zijn weduwe zette de onderneming voort.
Links[dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; drukker van Gezelles werk
Bronnen https://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=beya001
NaamClaerhout, Juliaan
Datums° Wielsbeke, 09/12/1859 - ✝ Kaster, 12 /02/1929
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; bestuurder scholen; pastoor; auteur
BioJuliaan Claerhout, zoon van Constant Claerhout, landbouwer, en Amelia De Volder, werd op 22/12/1883 tot priester gewijd te Brugge. Hij werd leraar aan het college te Tielt (18/09/1884) en aan de normaalschool te Torhout (10/09/1887). Vervolgens was hij onderpastoor te Sint-Denijs (23/09/1889), bestuurder van de scholen te Pittem (24/11/1894) en pastoor te Kaster (17/02/1911). Claerhout werd bekend door zijn archeologische opgravingen in Pittem en Dentergem. Hij schreef o.m. verschillende artikels in het tijdschrift Belfort en was nauw betrokken bij Gezelles tijdschrift Biekorf.
Links[odis], [dbnl]
Relatie tot Gezellecorrespondent; zanter (WDT); adressenlijst Cordelia Van De Wiele; Biekorf

Naam - plaats

NaamLeuven
GemeenteLeuven

Naam - instituut/vereniging

NaamDavidsfonds hoofdzetel Leuven
BeschrijvingHet Davidsfonds is een Vlaams katholiek cultuurnetwerk dat in januari 1875 gesticht werd op initiatief van de Leuvense studentenvereniging “Met Tijd en Vlijt”. De eerste voorzitter was hoogleraar Pieter Alberdingk Thijm. Het Davidsfonds heeft zijn hoofdzetel in Leuven, waar ook het nationaal secretariaat gevestigd is. De brede culturele werking wordt gerealiseerd via lokale afdelingen. Gezelle was medestichter van de Kortrijkse afdeling en werd vaak gevraagd om te spreken op andere West-Vlaamse afdelingen. In 1876 publiceerde het Davifsfonds de derde uitgave van Kerkhofblommen en in 1886 Gezelles vertaling van Hiawatha.
Datering1875
Links[odis], [wikipedia]

Indextermen

Briefontvanger

Gezelle, Guido

Briefschrijver

Willems, Pieter

Correspondenten

Gezelle, Guido
Willems, Pieter

Naam - instituut/vereniging

Davidsfonds hoofdzetel Leuven

Naam - persoon

Beyaert, Georges (Joris) Vincent Eugène Louis
Claerhout, Juliaan

Naam - plaats

Leuven

Plaats van verzending

Leuven

Titel26/06/1885, Leuven, [Pieter Willems] aan [Guido Gezelle]
EditeurRik Van Gorp
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Willems, Pieter]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum26/06/1885
VerzendingsplaatsLeuven (Leuven)
AnnotatieAdressant gereconstrueerd op basis van het handschrift ; adressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager enkel vel, 102x133
wit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat fragment: onderkant van vel ontbreekt
Vormelijke bijzonderheden papier met briefhoofd: Davidsfonds // Hoofdbestuur // Adres des voorzitters: // Brusselsche-straat, 192.
Toevoegingen op zijde 2 rechts: taalkundige notities: Hemdeware = hem waards Jules Claerhout (inkt, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3586, hemdeware
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|16155
Inhoud
IncipitVan daag herinner ik
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.