E. H.
Indien ik niet en droom is 't woord kassen[1] verre van onbekend en ongebruikt te zyn. Het beteekent een zeker werk by de landbouwers, en wel namentlyk het volgende: Voor den winter worden de veuren,[2] in de terwestukken,[3] met de spa[4] wat dieper gemaakt en de kanten[5] er van effen gestoken om het water te doen gemakkelyker afloopen. Dat werken met de spâ wordt kassen genoemd. xx Het dunkt my dat het woord gemeenlyk onzydig gebruikt wordt.
Totus tuus in Christo[6]
Pl Haghebaert