Mijnheer Gezelle
Schrijf mij per keerende post welken dag ik u mag verwachtende zijn om te noenmalen. Gaat het niet, believe ‘t u.
Ik ben van zin dan ook Callebert en Duclos en De Grijze te vragen om ze te bedanken over hunne beoordeelingen[1] van de Landliederen. Hebt gij den artikel van Lauwers gelezen in den Wekker.[2]
Dr K de Gheldere
Kent gij den franschen naam niet van 't achttientaaldertje[3] t is van de familie van 't kapelleveugeltje
In 't waalsch van Waasten zeggen ze arraki tegen cracher.[4]
Kathalzen = regarder fixement avec frayeur le cou tendu comme les chats
'K nam geheel de bagôrië in mijn hand zei der een dronkaard die hem verbrandde aan 't koper van den vierpot.[5]