Ben u van herten dankbaar en wensche u van ‘s gelijken veel geluks en een goed zalig nieuwjaar. Ben zeer verblijd te vernemen dat Biekorf iets van u te verwachten heeft; hoe meer hoe beter. Hetgene te mijnen berust is een Resolutieboek van de HH. Gouverneurs van de Bogaerde school[1] te Brugge, loopende van 10 Junij 1759 tot 15 Julij 1792. Ik zou dat stuk willen terug besteld hebben waar het behoort; misschien zoude gij gedoogen dat ik het u zende, zoo ja, laat het mij weten; of anderszins, ben bereid eruit af te schrijven ‘t geen uw eerweerde begeert.
Hier zijn tegenwoordig veel zieken, ‘t is daarbij gekomen dat ik niet dadelijk geantwoord en hebbe op uw vereerend schrijven.p2Ik ben in ‘t begin der verledene weke als priester bij M Ferd. Vander Haeghen geroepen geweest; voorzien per draad van de noodige facultates van de Hoogweerdigsten Heer Bisschop van Gent, ben ik naar S. Denijs Westrem gereisd; ‘t gevaar van sterven was voorbij als ik bij den zieke kwam; hij heeft mij zeer hertelijk bedankt en lakend dat hij door zijn zoon eenen priester had doen vragen. Ik heb hem dan mijnen dienst geboden, voor ‘t geval hij hem noodig had, en ben terug gekomen. Zijn volk verzekert mij dat hij sedert eenigen tijd, hij met zijn twee inwonende zoons, ‘s zondage Messe hoort. Zoudt gij Mr Kan. Rembry dat nieuws willen bekend maken en met hem bidden en doen bidden voor onzen vriend en voor