<Resultaat 1572 van 2328

>

p1
Zeer eerweerde Heer kanonik,

Ben u van herten dankbaar en wensche u van ‘s gelijken veel geluks en een goed zalig nieuwjaar. Ben zeer verblijd te vernemen dat Biekorf iets van u te verwachten heeft; hoe meer hoe beter. Hetgene te mijnen berust is een Resolutieboek van de HH. Gouverneurs van de Bogaerde school[1] te Brugge, loopende van 10 Junij 1759 tot 15 Julij 1792. Ik zou dat stuk willen terug besteld hebben waar het behoort; misschien zoude gij gedoogen dat ik het u zende, zoo ja, laat het mij weten; of anderszins, ben bereid eruit af te schrijven ‘t geen uw eerweerde begeert.

Hier zijn tegenwoordig veel zieken, ‘t is daarbij gekomen dat ik niet dadelijk geantwoord en hebbe op uw vereerend schrijven.p2Ik ben in ‘t begin der verledene weke als priester bij M Ferd. Vander Haeghen geroepen geweest; voorzien per draad van de noodige facultates van de Hoogweerdigsten Heer Bisschop van Gent, ben ik naar S. Denijs Westrem gereisd; ‘t gevaar van sterven was voorbij als ik bij den zieke kwam; hij heeft mij zeer hertelijk bedankt en lakend dat hij door zijn zoon eenen priester had doen vragen. Ik heb hem dan mijnen dienst geboden, voor ‘t geval hij hem noodig had, en ben terug gekomen. Zijn volk verzekert mij dat hij sedert eenigen tijd, hij met zijn twee inwonende zoons, ‘s zondage Messe hoort. Zoudt gij Mr Kan. Rembry dat nieuws willen bekend maken en met hem bidden en doen bidden voor onzen vriend en voor

Uwen toegenege in Christo
Guido Gezelle

Noten

[1] Het ’Resolutieboek van de HH. Gouverneurs van de Bogaerde school‘ (10.06.1759 - 15.07.1792) is een handschrift dat zich momenteel in het Stadsarchief van Brugge bevindt. Daar is het archief van de Bogaerdenschool bewaard. Kennelijk was het in 1892 in het bezit van Guido Gezelle. Hij wilde het blijkbaar deponeren waar het thuis hoorde. Hij was bereid het handschrift naar De Schrevel op te sturen of er hetgene uit over te schrijven dat De Schrevel nodig had voor zijn historisch onderzoek. Feit is dat het handschrift zich in 1899, op het moment dat stadsarchivaris Louis Gilliodts-Van Severen zijn driedelige inventaris van het archief van Bogaerdenschool uitgaf, nog niet in het stadsarchief bevond, maar wel in het bisschoppelijk archief. Gilliodts schrijft in een voetnoot van zijn ’Inventaire diplomatique des archives de l'ancienne Ecole Bogarde à Bruges‘ (Brugge: L. De Plancke, 1899, deel III, p.1091): "Ce registre se trouve actuellement aux archives de l'Eveché, nous en devons la communication à l'obligeance de M. le chanoine De Schrevel". Gilliodts geeft een inhoudsopgave van het resolutieboek op de pagina's 1091-1093. Het titelblad van het handschrift draagt in de rechterbovenhoek een blauw stempeltje met als tekst "A.C. De Schrevel, Ch. Secr.". De Schrevel was in 1889 kanunnik geworden en in 1894 benoemd tot secretaris van de bisschop. Het ziet ernaar uit dat Gezelle het handschrift aan De Schrevel overmaakte waarna deze het voor 1899 in het bisschoppelijk archief deponeerde. Het handschrift moet in de loop van de twintigste eeuw aan het Stadsarchief overgedragen zijn.

Register

Correspondenten

NaamDe Schrevel, Arthur C.
Datums° Wervik, 05/01/1850 - ✝ Brugge, 18/04/1934
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; professor; vicaris-generaal; secretaris; geestelijk bestuurder; auteur
BioArthur De Schrevel, zoon van Ivon De Schrevel, geneesheer, en Melanie Liebaert, studeerde aan het bisschoppelijk college te Ieper en van september 1872 tot 1876 theologie aan de katholieke universiteit te Leuven. Hij ontving zijn priesterwijding op 07/06/1873. Hij werd professor (10/09/1877) en directeur (18/08/1880) van het grootseminarie te Brugge. De Schrevel werd erekanunnik van de Brugse kathedraal (26/07/1889) en secretaris van bisschop Waffelaert (10/06/1894). Hij werd geestelijk directeur van de dienstmaagden van de Zaligmaker te Brugge (12/03/1897), aartspriester (26/04/1905) en vicaris-generaal van het bisdom Brugge (12/12/1911). Hij nam ontslag in maart 1931 en bleef in Brugge wonen. Hij werd (bestuurs)lid van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge in 1882 en voorzitter in 1919. De Schrevel publiceerde als historicus werken over de zestiende eeuw.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent
NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefschrijver

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Briefontvanger

NaamDe Schrevel, Arthur C.
Datums° Wervik, 05/01/1850 - ✝ Brugge, 18/04/1934
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; professor; vicaris-generaal; secretaris; geestelijk bestuurder; auteur
BioArthur De Schrevel, zoon van Ivon De Schrevel, geneesheer, en Melanie Liebaert, studeerde aan het bisschoppelijk college te Ieper en van september 1872 tot 1876 theologie aan de katholieke universiteit te Leuven. Hij ontving zijn priesterwijding op 07/06/1873. Hij werd professor (10/09/1877) en directeur (18/08/1880) van het grootseminarie te Brugge. De Schrevel werd erekanunnik van de Brugse kathedraal (26/07/1889) en secretaris van bisschop Waffelaert (10/06/1894). Hij werd geestelijk directeur van de dienstmaagden van de Zaligmaker te Brugge (12/03/1897), aartspriester (26/04/1905) en vicaris-generaal van het bisdom Brugge (12/12/1911). Hij nam ontslag in maart 1931 en bleef in Brugge wonen. Hij werd (bestuurs)lid van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge in 1882 en voorzitter in 1919. De Schrevel publiceerde als historicus werken over de zestiende eeuw.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent

Plaats van verzending

NaamKortrijk
GemeenteKortrijk

Naam - persoon

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamRembry, Ernest
Datums° Moorsele, 22/01/1835 - ✝ Brugge, 14/05/1907
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; onderpastoor; ondersecretaris; secretaris; vicaris-generaal; historicus
BioErnest Rembry, zoon van Jean-Aimé Rembry, geneesheer, en Clementine-Amande Delva, studeerde aan het college te Menen en kerkelijk recht te Leuven waar hij op 11/07/1859 zijn baccalaureaat behaalde. Hij werd op 29/05/1858 tot priester gewijd. Op 09/07/1859 werd hij onderpastoor van Sint-Gillis te Brugge. Hij schreef een geschiedenis van de Sint-Gilliskerk, van haar pastoors en van alle gebeurtenissen en belangrijke personen op deze parochie, door de eeuwen heen. Hij werd op 02/01/1862 ondersecretaris van het bisdom Brugge, op 24/11/1873 erekanunnik en op 29/08/1884 secretaris en officiaal. Op 20/04/1885 werd hij titulair kanunnik en op 31/05/1894 vicaris-generaal. Hoe hoger hij steeg in aanzien en vertrouwen bij de kerkelijke overheid, hoe meer hij ook Gezelle kon helpen. Hij was betrokken bij de stichting van het tijdschrift Rond den Heerd en hij publiceerde ook in het tijdschrift Biekorf.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellecorrespondent; lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde
BronnenB. De Leeuw, P. De Wilde, K. Verbeke, e.a., De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen. 1854-1899. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1991, dl.III; Verstraeten, De briefwisseling tussen Guido Gezelle en Ernest Rembry 1872-1899, Gent, 1987 (Gentse bijdragen tot de literatuurstudie, nr. 10).
NaamVander Haeghen, Fernand Edmond Marie Antoine
Datums° Gent, 11/08/1863 - ✝ Adinkerke, 06/09/1903
GeslachtMannelijk
BioFernand Vander Haeghen werd in Gent geboren op 11 augustus 1863. Hij is de zoon van Ferdinand van der Haeghen, hoofdbibliothecaris van de Gentse rijksuniversiteit, en Julie Cécile Charlotte De Dobbelaer. Hij trouwde op 19 juli 1894 in Sint-Denijs-Westrem met Marie Leonie Victorine De Breyne (Gent, 18/09/1873 - Sint-Niklaas, 21/11/1961). Hij overleed in zijn villa in (Adinkerke-)De Panne op 6 september 1903, maar was bij zijn overlijden in feite gedomicilieerd in Gent, Casinoplaats nr. 13.
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen https://www.genealogieonline.nl/genealogie-peeters-rouneau/I14289.php; Geneanet Familysearch (overlijdensakte)
NaamStillemans, Antoon
Datums° Sint-Niklaas, 10/12/1832 - ✝ Gent, 05/11/1916
GeslachtMannelijk
Beroepdoctor letteren-wijsbegeerte; priester; leraar; superior; vicaris-generaal; bisschop
BioNa zijn priesterwijding op 20 september 1856 studeerde Stillemans letteren en wijsbegeerte aan de Universiteit te Leuven waar hij ook doctoreerde. Hij werd leraar op 1 oktober 1867 en superior op 15 december 1867 aan het kleinseminarie te Sint-Niklaas. In 1888 was hij president van het grootseminarie van Gent. Hij was ook kanunnik van het Sint-Baafskapittel. Op 7 oktober 1889 werd hij doctor in de theologie aan de Universiteit te Leuven en op 30 december 1889 volgde zijn benoeming als bisschop van Gent. Gezelle schreef het kwatrijn ''t Wijze volk de spreuke schiep' voor zijn plechtige ontvangst in zijn geboortestad Sint-Niklaas op 04/05/1890. Tijdens zijn episcopaat schorste hij de bekende pastoor Daens uit Aalst in 1899. Op 1 mei 1916 wijdde hij Edward Poppe tot priester en in juni benoemde hij hem tot onderpastoor van Sint-Coleta te Gent.
Links[odis], [wikipedia]
Relatie tot Gezellegelegenheidsgedicht

Naam - plaats

NaamBrugge
GemeenteBrugge
NaamKortrijk
GemeenteKortrijk
NaamSint-Denijs-Westrem
GemeenteGent

Titel - werk van Guido Gezelle

TitelBiekorf. Dat is een leer- en leesblad voor alle verstandige Vlamingen.
Links[gezelle.be]

Titel - ander werk

TitelResolutieboek van de HH. Gouverneurs van de Bogaerde school te Brugge [handschrift]
Datum10/06/1759 - 15/07/1792

Titel19/01/1892, Kortrijk, Guido Gezelle aan [Arthur C. De Schrevel]
EditeurBirgit Ampe
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2023
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
VerzenderGezelle, Guido
Ontvanger[De Schrevel, Arthur C.]
Verzendingsdatum19/01/1892
VerzendingsplaatsKortrijk (Kortrijk)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie.
Fysieke bijzonderheden
Drager dubbel vel, 210x134
wit, vierkant geruit
papiersoort: 2 zijden beschreven, inkt
Staat volledig: dubbel vel doorgesneden en terug aan elkaar gekleefd
Toevoegingen op zijde 1 linksboven: Aan Z.E.H. De Schrevel ; idem in de rechterbovenhoek: 1/; op zijde 3 in de rechterbovenhoek: 2/ (inkt, alle P.A.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief8623
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|16265
Inhoud
IncipitBen u van herten dankbaar en wen-
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.