N°8 Kerstmaand 1886,[1] 60, achtste reke moet er staan verscheidene dagen byv. 14 in plaats van daags[2] — Gy peist dat maaltyden vieren op de graven van de overledenen een uitsluitelyk Germaansch gebruik is, geloof ik. Zie Tobias IV, 17[3] — Ik kan uittoogen[4] = ik heb goê kaarten genoeg in myn spel, om te winnen zonder spelen: met myn kaarten te toogen. — 't Weunt hier een ovekotter of ovekoter. Zyn huis was eerst of geleek toch daning aan een ovekot — Peist gy dat palenaarden gemeens heeft met palen in den zin van aanpalen, vicinum esse[5] zou het geen gemeens hebben met de pale waarop men het brood legt om 'tin den oven te steken? — Zyt gy zeker van uw verzwynen = verzuimen? Ik heb meer dan eens gehoord: "N. heeft nog een' keer de messe verbeest in den Mooren = hy is binst de messe gaan drinken in de herberg in den Mooren.
p1
Myn Eerweerden Heer G. Gezelle
Kortrijk
Kortrijk
p2
Pl H.
Noten
[1] Loquela: 6 (Kerstmaand 1886) 8.
[2] Loquela: 6 (Kerstmaand 1886) 8, p.60: moederzooger, den. = Kalf dat geboren is daags na den berekenden, den deurgaans geplogenen tijd. Geh. Couckelaere.
[3] Leg je brood op het graf van de rechtvaardige, maar geef het niet aan de zondaars.
[4] Reactie op: Guido Gezelle, Zantekoorn: Aftoogen. In: Loquela: 6 (Jaarmesse) 9, p.65: ”aftoogen: toogde af, afgetoogd. Iemand iets aftoogen, het iemand (in iets) aftoogen. = Overwinnen, overtreffen. Met eene andere beeldspreuke, iemand ievers in den baard afdoen. — Hij zou 't hem aftoogen in 't preken, in 't zingen, in 't gaaischieten, in 't pikken. Jan heeft het Pier afgetoogd in 't trouwen: Jan heeft 'n rake" en Pier heeft ne spriet getrouwd. Hij zou 't hem aftoogen! Geh. Ouckene.” Het eigentlijke aftoogen gebeurt bij het kaarten. Pier heeft een goe hand, maar Jan heeft eene betere getroffen, die hij toogt: Jan toogt Pier zijn hand af, hij toogt het Pier af. Jan heeft meer troef in 't kaartspel als Pier.”
[5] Vertaling Paul Thoen (Latijn): naburig zijn.
palen