…
zeer aangenaam want hij verschaft mij de gelegenheid eene zoete plicht te vervullen, te weten U van mijnen diepen eerbied en van mijne levendige dankbaarheid te verzekeren. Nooit zal ik de weldaden vergeten, waarmede gij mij overladen hebt, gedurende den tijd die ik in het klooster van Amerlinck gewoont heb. Om al de weldaden enigzins te vergoeden zal ik den goeden God dat Hij al uwe ondernemingen zegene U nog lange jaren behoude tot welzin der armen menschen. Ik beloof U van mijnen
[ ...]p2