<Resultaat 482 van 2221

>

p1Geloofd zij Jesus Christus!
Zeer Eerweerde Heer,

Indien Louise De Jonghe[1] achter de noveine welke wij haar bevolen hebben te doen, volherdt in haar gedacht, wij zullen haar aanveerden op de conditie welke ik u geschreven hebbe

God ons zal beloonen voor de sacrificiciën die wij doen.

Aanveerd, bid ik u, Eerweerde Heer de uitdrukking van mijnen diepe eerbied.
Uwe nederige dienares in Jezus Christus
Zuster Mria Candida (overste
p2

Noten

[1] Wellicht gaat het om Marie Louise Dejonghe, een achternicht van Gezelle. Zij trouwde echter in 1880, dus aan haar religieuze roeping kwam al snel een einde.
winter/worst, (den) Loonebulo, Onderstreping van Gezelle in blauw potlood. Nebulo, -onis (m): windbuil, nietsnut, schurk. slechte arme sulvrglk Debo winterwaschte Onder het lemma ‘winterwaschte’ bij De Bo staat: “Eene waschte in den winter. - Fig. Gez. van eenen persoon of van eene zaak die maar gemeen is, die ver is van wel te zijn. Hij heeft geheel zijn leven eene winterwaschte geweest (een ondeugend mensch). Het is eene winterwaschte (eene mislukte zaak, eene verstoorde onderneming).” (L.L. De Bo, Westvlaamsch idioticon. Brugge: Gailliard, 1873, p.1404)an non winterwoste Hiermee benadrukt Gezelle dat deze schrijfwijze niet juist is. Zijn notitie begint immers met winter/worst. De verklaring hiervoor staat onder het lemma ‘RS, RZ’ bij De Bo: “De letter r, staande voor een s of z, wordt, in onze uitspraak met die s of z versmolten, zonder enig speur achter te laten (...). Dat men wel letten moet, in ‘t schrijven van Westvlaamsche woorden die geen r voor de klank s of z laten horen, of er geen r dient ingeschoven te worden.” (L.L. De Bo, Westvlaamsch idioticon. Brugge: Gailliard, 1873, p. 958) Onderstreping van Gezelle in blauw potlood. Nebulo, -onis (m): windbuil, nietsnut, schurk. Onder het lemma ‘winterwaschte’ bij De Bo staat: “Eene waschte in den winter. - Fig. Gez. van eenen persoon of van eene zaak die maar gemeen is, die ver is van wel te zijn. Hij heeft geheel zijn leven eene winterwaschte geweest (een ondeugend mensch). Het is eene winterwaschte (eene mislukte zaak, eene verstoorde onderneming).” (L.L. De Bo, Westvlaamsch idioticon. Brugge: Gailliard, 1873, p.1404) Hiermee benadrukt Gezelle dat deze schrijfwijze niet juist is. Zijn notitie begint immers met winter/worst. De verklaring hiervoor staat onder het lemma ‘RS, RZ’ bij De Bo: “De letter r, staande voor een s of z, wordt, in onze uitspraak met die s of z versmolten, zonder enig speur achter te laten (...). Dat men wel letten moet, in ‘t schrijven van Westvlaamsche woorden die geen r voor de klank s of z laten horen, of er geen r dient ingeschoven te worden.” (L.L. De Bo, Westvlaamsch idioticon. Brugge: Gailliard, 1873, p. 958)water‘t zyn stille waters waar ‘t nooit lawaait Een gelijkaardige spreuk luidt: 't Is stille waar dat 't nooit en waait. Een gelijkaardige spreuk luidt: 't Is stille waar dat 't nooit en waait.

Register

Correspondenten

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]
NaamVerstraete, Rosalia; Maria Candida (Zuster)
Datums° Egem, 10/01/1827 - ✝ Deftinge, 31/07/1888
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
BioRosalia Verstraete werd op 10 januari 1827 te Egem geboren. In 1853 trad ze in bij de Zusters van de Heilige Vincentius a Paulo te Deftinge, waar ze op 30 september 1854 haar professie deed als zuster Maria Candida. Ze werd er algemeen overste in 1877 en stierf er op 31 juli 1888.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen http://www.jammart.be/bdprtb/bdprtb-00081.htm

Briefschrijver

NaamVerstraete, Rosalia; Maria Candida (Zuster)
Datums° Egem, 10/01/1827 - ✝ Deftinge, 31/07/1888
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
BioRosalia Verstraete werd op 10 januari 1827 te Egem geboren. In 1853 trad ze in bij de Zusters van de Heilige Vincentius a Paulo te Deftinge, waar ze op 30 september 1854 haar professie deed als zuster Maria Candida. Ze werd er algemeen overste in 1877 en stierf er op 31 juli 1888.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen http://www.jammart.be/bdprtb/bdprtb-00081.htm

Briefontvanger

NaamGezelle, Guido; Loquela; Spoker
Datums° Brugge, 01/05/1830 - ✝ Brugge, 27/11/1899
GeslachtMannelijk
Beroeppriester; leraar; onderpastoor; dichter; taalgeleerde; vertaler; publicist
BioGuido Gezelle werd geboren in Brugge. Na zijn collegejaren en priesterstudies (priesterwijding te Brugge op 10/06/1854), werd hij in 1854 leraar aan het kleinseminarie te Roeselare. Gezelle gaf er onder meer talen, begeleidde de vrij uitgebreide kolonie buitenlandse leerlingen, vooral Engelsen, en kreeg tijdens twee schooljaren (1857-1859) een opdracht als leraar in de poësis. In 1865 werd Gezelle onderpastoor van de St.-Walburgaparochie te Brugge. Naast zijn druk pastoraal werk was hij bijzonder actief in het katholieke ultramontaanse persoffensief tegen de secularisering van het openbare leven in België en als vulgarisator in het culturele weekblad Rond den Heerd. In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gedragen door een sympathiserende vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Gaandeweg keerde hij er ook terug naar zijn oorspronkelijke postromantische en religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. De taalkundige studie resulteerde vooral in een lexicografische verzameling van niet opgetekende woorden uit de volkstaal (Gezelles ‘Woordentas’ en het tijdschrift Loquela, vanaf 1881), waarmee ook hij het Zuid-Nederlands verdedigde binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal. Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle uiteindelijk ook tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. In 1889 werd hij directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde. Hij was een tijdje ambteloos. Dit liet hem toe zich op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren. Het resultaat was o. m. de publicatie van twee poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden Nederlandse dichters, zoals Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen. In 1899 werd Gezelle naar Brugge teruggeroepen om zich te wijden aan de vertaling van een theologisch werk van zijn bisschop (Waffelaerts Meditationes Theologicae). Hij verbleef nu in het Engels Klooster van Kanonikessen, waar hij echter vrij vlug en onverwachts stierf op 27 november 1899. Hij liet nog een verzameling uitzonderlijke gedichten na die in 1901 postuum als zijn Laatste Verzen werden gepubliceerd.
Links[odis], [wikipedia], [dbnl]

Plaats van verzending

NaamDeftinge
GemeenteLierde

Naam - persoon

NaamVerstraete, Rosalia; Maria Candida (Zuster)
Datums° Egem, 10/01/1827 - ✝ Deftinge, 31/07/1888
GeslachtVrouwelijk
Beroepkloosterzuster
BioRosalia Verstraete werd op 10 januari 1827 te Egem geboren. In 1853 trad ze in bij de Zusters van de Heilige Vincentius a Paulo te Deftinge, waar ze op 30 september 1854 haar professie deed als zuster Maria Candida. Ze werd er algemeen overste in 1877 en stierf er op 31 juli 1888.
Links[odis]
Relatie tot Gezellecorrespondent
Bronnen http://www.jammart.be/bdprtb/bdprtb-00081.htm
NaamDejonghe, Marie Louise
Datums° Wingene, 27/10/1851 - ✝ Wingene, 23/05/1896
GeslachtVrouwelijk
BioMarie Louise Dejonghe werd op 27 oktober 1851 te Wingene geboren als dochter van Felix Dejonghe (1827-1887) en Juliana Spriet (1830-1901). Via haar vader, wiens moeder een halfzus was van Monica Devriese, was Marie Louise familie van Gezelle. Ze trouwde te Wingene op 17 september 1880 met onderwijzer Gustavus Verhooghe, en overleed aldaar op 23 mei 1896.
Relatie tot Gezellefamilie
Bronnen https://nl.geneanet.org/; https://www.familysearch.org/search/genealogies;

Naam - instituut/vereniging

NaamCongregatie van de Zusters van de Heilige Vincentius a Paulo, Deftinge
BeschrijvingPastoor Johannes van Damme richtte met hulp van Louisa De Sterke in 1832 in Deftinge een ‘armenschool’ op. In 1830 had België de vrijheid van onderwijs opgenomen in de grondwet zodat hun initiatief kon uitgroeien tot een officieel erkend en succesvol project. De onderwijzende religieuzen stelden zich onder de bescherming van de Heilige Vincentius a Paulo. In 1836 namen ze de kloosterregels aan, en Louisa De Sterke werd als moeder Engelberta de eerste overste. Tussen 1841 en 1914 werden dertig bijhuizen gesticht: Ninove (1841), Temse (1844), Gullegem (1845), Diksmuide (1847), Voormezele (1850), Tielt (1852), Bissegem (1853), Nevele (1855), Sint-Pieters-Buiten (1856), Schorisse (1858), Arendonk (1860), Grobbendonk (1867), Nevele-hospitaal (1868), Tielrode (1870), Grotenberge (1875), Landegem (1881), Welle (1886), Zegelsem (1892), Overboelare (1895), Meigem (1895), Gent-studiehuis (1902), Landskouter (1903), Gontrode (1904), Wontergem (1905), Kersbeek (1906), Miskom (1906), Poesele (1909), Tielrode-Sint-Jozef (1911), Vosselare (1912), Velle-Temse (1914). De meeste kloosters waren verbonden aan een onderwijsinstelling, maar op enkele plaatsen werden de zusters ook ingeschakeld in de lokale zieken- en bejaardenzorg.
Datering1836-heden
Links[odis], [wikipedia]

Titel - ander werk

TitelWestvlaamsch idioticon
AuteurDe Bo, Leonard Lodewijk
Datum1873
PlaatsBrugge
UitgeverGailliard

Titel11/02/1879, Deftinge, [Rosalia Verstraete] (= Zuster Maria Candida) aan [Guido Gezelle]
EditeurMiet Hubrechts; Marc Carlier (research); Peter De Baets (research)
Wetenschappelijke leidingEls Depuydt
Partners Openbare Bibliotheek Brugge (Guido Gezellearchief); Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren); Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Lage Landen (ISLN) (Piet Couttenier, Universiteit Antwerpen); Guido Gezellegenootschap
UitgeverGuido Gezellearchief, KANTL/CTB
Plaats van uitgaveBrugge, Gent
Publicatiedatum2024
Beschikbaarheid Teksten en afbeeldingen beschikbaar onder een Creative Commons Naamsvermelding - Niet Commercieel licentie.
DisclaimerDe editie van de Guido Gezellecorrespondentie is het resultaat van een samenwerkingsproject met vrijwilligers. De databank is in opbouw, aanvullingen en opmerkingen kunnen gemeld worden aan els.depuydt@brugge.be.
Meer informatie over het vrijwilligersproject is te vinden op gezelle.be.
CiterenEen brief kan worden geciteerd als:
[Naam van editeur(s)], [briefschrijver aan briefontvanger, plaats, datum]. In: GezelleBrOn, Wetenschappelijke editie van de correspondentie van Guido Gezelle. [publicatiedatum] Available from World Wide Web: [link].
Verzender[Verstraete, Rosalia]
Ontvanger[Gezelle, Guido]
Verzendingsdatum11/02/1879
VerzendingsplaatsDeftinge (Lierde)
AnnotatieAdressaat gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens.
Fysieke bijzonderheden
Drager 2 enkele vellen, enkel vel 1: 102x133; enkel vel 2:101x131
wit, vierkant geruit (groot)
papiersoort: 4 zijden beschreven, inkt
Staat volledig: brief verknipt tot twee taalkundige fiches en gereconstrueerd
Toevoegingen op zijde 2 rechts: taalkundige notities: winter/worst, (den) Loo nebul{<-[x]><+o>}, slechte arme sul vrglk Debo winterwaschte an non winterwoste (purperen inkt en blauw potlood, verticaal, hand G.G.; op zijde 4 links: 280 ? (potlood, verticaal, onbekende hand) ; idem rechts: taalkundige notities: water 't zyn stille waters waar 't nooit lawaait (purperen inkt, verticaal, hand G.G.)
Bewaargegevens
LandBelgië
PlaatsBrugge
BewaarplaatsGuido Gezellearchief
ID Gezellearchief3322, W fiche 102 + 3586, water
Bibliotheekrecordhttps://brugge.bibliotheek.be/detail/?itemid=|library/v/obbrugge/gezelle|16679
Inhoud
IncipitIndien Louise De Jongh[e]
Tekstsoortbrief
TalenNederlands
De tekst werd diplomatisch getranscribeerd, en aangevuld met een editoriale laag.
De oorspronkelijke tekst werd ongewijzigd getranscribeerd; alleen typografische regeleindes en afbrekingstekens, en niet-betekenisvolle witruimte werden genormaliseerd.
Auteursingrepen in de tekst (toevoegingen, schrappingen), en latere redactie-ingrepen (schrappingen, toevoegingen, taalkundige notities) door de lezer werden overgenomen en expliciet gemarkeerd.
Voor een aantal tekstfenomenen werden naast de oorspronkelijke vorm ook editeursingrepen opgenomen in de transcriptie: oplossingen voor niet-gangbare afkortingen en correcties voor manifeste fouten. Daarnaast bevat de transcriptie editeursingrepen ter verbetering van de leesbaarheid (toevoegingen, reconstructies) of ter motivering van transcriptie-beslissingen (aanduiding van onzekere lezingen, weglating van onleesbare tekst). Alle editeursingrepen worden expliciet gemarkeerd.